Hoofdstukken die belangrijk zijn voor klinische psychologie master
October 16, 2020
25
2020/2021
Summary
Subjects
klinische psychologie
diagnostiek en behandeling
tilburg university
master klinische psychologie
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Tilburg University (UVT)
Master Klinische Psychologie
Klinische Psychologie
All documents for this subject (28)
Seller
Follow
EviSchoot
Content preview
Klinische psychologie – Diagnostiek en behandeling (Simon, de Hullu, Smeets, van der Molen)
Hoofdstuk 9: Angststoornissen
In dit hoofdstuk staan alleen interventies die in gecontroleerd onderzoek effectief zijn gebleken en
aansluiten bij de adviezen uit de Multidisciplinaire Richtlijn Angststoornissen. Voor selectief mutisme
en separatie angststoornis bestaan geen stoornisspecifieke behandelmodellen of een goed onderzochte
behandeling. Deze gebruiken de algemene interventies van angst, daarom worden deze niet uitgebreid
besproken.
Diagnostiek
De betrouwbaarste manier om tot een classificatie te komen is het gestructureerde klinische interview,
zoals het Structured Clinical Interview for DSM-IV-TR Axis-I Disorders (SCID-I) of het Anxiety
Disorders Interview Schedule for DSM-IV (ADIS-IV). Er zijn nog geen op de DSM-5 gebaseerde
versies beschikbaar. Er wordt eerst een screeningsvraag gesteld, vervolgens worden voor de
stoornissen waarvan de screeningsvraag met ‘ja’ is beantwoord, de overige criteria verhelderd met
behulp van stoornisspecifieke vragen. In de klinische praktijk worden vaak open, ongestructureerde
interviews gebruikt waarbij de patiënt materiaal inbrengt over de klachten, ontstaansgeschiedenis en
beloop maar deze zijn minder valide dan de gestructureerde interviews voor een classificatie.
Naast diagnostische interviews kunnen zelfrapportagevragenlijsten zinvolle, aanvullende informatie
verschaffen over de ernst van de angst en over daaraan gerelateerde verschijnselen. Ze zijn ook zeer
geschikt om de voortgang van de behandeling in kaart te brengen.
Diagnostiek houdt niet op bij het stellen van de DSM-classificatie(s) en het in kaart brengen van de
aard en ernst van de klachten. Ook tijdens de behandeling gaat het taxatieproces door.
Vragenlijst Meetpretentie
Algemene vragenlijsten
Zelfbeoordelingsvragenlijst (ZBV) Toestandsangst en angstdispositie
Fear Questionnaire (FQ) Algemene angstklachten
Groninger Angstschaal (GAS) Drie componenten van angst: lichamelijke
verschijnselen, gedragsmatige symptomen en
gedachten
Beck Anxiety Inventory (BAI) Vooral lichamelijke symptomen van angst
Paniekstoornis
Body Sensations Questionnaire Lichamelijke sensaties van paniek
Agorafobie
Agoraphobic Cognitions Questionnaire (ACQ) Catastrofale cognities
Mobility Inventory (MI) Agorafobisch vermijdingsgedrag
Sociale angststoornis
Social phobia and Anxiety Inventory (SPAI) Somatische symptomen, angstige cognities en
vlucht- en vermijdingsgedrag
Brief Fear of Negative Evaluation Scale (BFNE) Angst voor negatieve beoordeling
Gegeneraliseerde Angststoornis
Penn State Worry Questionnaire (PSWQ) Neiging tot piekeren
Behandeling
Voor angststoornissen bestaan effectieve behandelingen die bij het merendeel van de patiënten tot
klachtenafname leiden: farmacologisch, psychologisch of een combinatie.
- Specifieke fobie: exposuretherapie (vorm van cognitieve gedragstherapie)
- Paniekstoornis: combinatiebehandeling
- Overige angststoornissen: medicatie of psychologische behandeling.
Bij effectieve psychologische behandelingen gaat het om cognitieve gedragstherapie, in het bijzonder
om exposure interventies. Op basis van effectstudies wordt CGT beschouwd als de eerste
,voorkeursbehandeling bij angststoornissen (komt tot uitdrukking in internationale en nationale
richtlijnen).
Farmacotherapie
Antidepressiva zijn de farmacologische behandeling van eerste keuze. Er is veel empirische
ondersteuning voor de werkzaamheid van SSRI’s (citalopram, escitalopram, fluoxetine, paroxetine).
Deze normaliseren de neurotrasmissie van het serotoninesysteem waardoor de ontregeling van
neurotransmittersystemen die betrokken zijn bij het optreden van angstreacties wordt opgeheven. Ook
SNRI’s (venlafaxine en duloxetine) zijn in wetenschappelijk onderzoek effectief gebleken bij
angststoornissen. Deze twee vormen hebben de voorkeur boven klassieke antidepressiva zoals
tricyclische antidepressiva (TCA’s) en MAO-remmers omdat ze beter te verdragen zijn en bij
overdosering minder gevaarlijk is. Ze krijgen ook de voorkeur boven benzodiazepinen (alprazolam,
diazepam, lorazepam) omdat deze snel verslavend zijn gebleken.
Psychologische behandeling: cognitieve gedragstherapie
Vanaf het begin van de behandeling worden registratieopdrachten meegegeven, het doel is hierbij
tweeledig:
- Beeld verkrijgen van aard en frequentie van de problemen, en van omstandigheden waarin
deze zich voordoen.
- Leveren van gegevens die gebruikt kunnen worden om de casusconceptualisatie op te stellen.
De zelfregistratie leidt vaak al op zichzelf tot een afname van angst en/of probleemgedrag.
Om de specifieke angstklachten nader te analyseren kan binnen CGT gebruik worden gemaakt van
betekenis- en functieanalyses. Problematische situaties of problematische emoties worden met behulp
van een betekenisanalyse geanalyseerd, probleemgedrag en negatieve gevolge3n van dat gedrag
worden met behulp van een functieanalyse geanalyseerd.
Betekenisanalyse is de klinische vertaling van het klassieke leerparadigma (conditionering), en is
gericht op het begrijpen van het verkregen problematische karakter van bepaalde situaties en de
daardoor optredende problematische emotionele reacties in vergelijkbare situaties. Het gaat om
onderzoek naar het ontstaan van samenhangen tussen oorspronkelijk neutrale stimuli en betekenisvolle
stimuli. De aanname is dat door een bepaalde leerervaring de neutrale stimulus (CS) een speciale
betekenis (US) heeft gekregen, waardoor een ongeleerde respons wordt opgeroepen (UR). Door
klassieke conditionering wordt een associatie gevormd tussen CS en US en daarmee UR! Bij
confrontatie met de CS wordt een geheugenrepresentatie opgeroepen van US en UR, die wordt
aangeduid als US/UR-representatie. Activering hiervan leidt tot het oproepen van een CR. Dus kunnen
op zichzelf niet-beangstigende situaties of objecten angstaanjagend worden ( angststoornis).
Het kan gaan om verschillende soorten verbanden bij de CS en US/UR:
- Sequentiële verbanden: ene situatie/gebeurtenis voorspelt een andere situatie/gebeurtenis.
- Referentiële verbanden: een situatie activeert de herinnering aan een andere gebeurtenis.
De aard van het verband tussen de CS en US/UR heeft aanzienlijke consequenties voor de keuze van
de interventies die ingezet gaan worden. Exposureoefeningen worden aangewezen bij sequentiële
verbanden. Als er sprake is van referentiële verbanden dan liggen interventies gericht op herevalulatie
van US-UR-representatie meer voor de hand (specifieke cognitieve herstructureringstechnieken of
EMDR). Meestal sprake van sequentiële verbanden.
De functieanalyse is gebaseerd op het leerparadigma van operante conditionering, dat de factoren
bestudeert die bepalen of onder bepaalde omstandigheden (probleem)gedrag optreedt of juist afneemt.
De omstandigheden waarin het gedrag optreedt worden de discriminatieve stimuli genoemd (Sd), het
gedrag de operant (R), de (vermeende) positieve consequenties van het gedrag de Sr-pos en de
negatieve consequenties de Sr-neg. Iemand doet R in de context Sd omdat hij verwacht dat dit tot
positieve consequenties zal leiden, ook al leidt het tot negatieve consequenties.
, Bij het opstellen van FA’s bij angststoornissen ligt de nadruk op het vermijdingsgedrag en het
veiligheidsgedrag van de patiënt. Vermijdingsgedrag is gericht op het voorkomen (positieve
vermijding) of opheffen (actieve vermijding) van confrontatie met gevoelsmatig maar niet
daadwerkelijk bedreigende situaties. Veiligheidsgedrag is gericht op het voorkomen van het optreden
van de gevreesde ramp als confrontatie met de beangstigende situaties niet voorkomen of opgeheven
kan worden. Een belangrijk onderdeel van CGT bij angststoornissen is het doorbreken van
vermijdingsgedrag en het opheffen van veiligheidsgedrag. Alleen dan kan de patiënt noodzakelijke
corrigerende ervaringen opdoen (aan den lijve ervaren).
Taxatie met behulp van BA’s en FA’s leidt tot het formuleren van een behandelplan.
CGT-behandelprogramma’s voor de verschillende angststoornissen bestaan uit verschillende
interventies, maar kennen veel overlap. Meest voorkomende interventies van CGT voor angst:
- Psycho-educatie: gericht op geven van informatie over angst(stoornissen), het presenteren van
een cognitief model over angst, het bespreken van behandelopties.
- Registratieopdrachten: registreren van ernst van angstgevoelens of frequentie van
probleemgedrag.
- Relaxatietechnieken: ademhalings- of ontspanningsoefeningen, gericht op reduceren van
lichamelijke symptomen van angst.
- Cognitieve herstructurering: gericht op het corrigeren van verstoorde informatieverwerking:
o Verbale methoden zoals socratische dialoog en gedachteschema, waarbij door stellen
van vragen argumenten worden verzameld voor en tegen de angst oproepende
gedachten.
o Gedragsexperimenten om angst oproepende gedachten of opvattingen ‘in het echt’ te
onderzoeken op hun houdbaarheid.
- Exposure aan de gevreesde stimuli, gericht op het ontkrachten van disfunctionele angst
oproepende verwachtingen:
o In vivo: blootstelling aan gevreesde situaties/objecten.
o Imaginair: blootstelling aan nare herinneringen of aan gevreesde toekomstige rampen
door deze in gedachten op te roepen.
o Interoceptief: blootstelling aan gevreesde lichamelijke sensaties door deze zelf op te
wekken.
- Responspreventie: niet langer uitvoeren van veiligheidsgedrag, met als doel disfunctionele
verwachtingen optimaal te kunnen testen in exposure oefeningen.
- Vaardigheidstraining: sociale vaardigheidstraining of training in probleemoplossing, gericht
op toerusten van patiënten met adequaat gedrag om angst oproepende situaties tegemoet te
treden.
- Transfer of change en terugvalpreventie, gericht op stimuleren en evalueren van zelf
toepassen van het geleerde buiten de therapiesessies en voorkomen van terugval door
opstellen van plan met maatregelen en interventies om toe te passen bij risicosituatie of
signalen van mogelijke terugval.
Cognitieve herstructureringstechnieken
Deze zijn gericht op de correctie van verstoorde informatieverwerking die bij angststoornissen een rol
speelt. Globaal zijn er twee groepen basisinterventies: verbale interventies en aanzetten tot
gedragsverandering. De bekendste verbale methode is de socratische dialoog, waarin gedachten en
opvattingen van de patiënt opgevat worden als een hypothese die de behandelaar en patiënt samen
gaan onderzoeken om te kijken in hoeverre dit klopt. Met gedachtenschema’s wordt de patiënten zelf
geleerd hun beangstigende gedachten te identificeren en te onderzoeken, ook buiten therapiesessies.
Daarnaast interventies op gedragsverandering, dit is van essentieel belang aangezien strikt rationele
kennis zelden voldoende is voor daadwerkelijke verbetering. Idealiter wordt hier meteen mee gestart,
maar in de praktijk vaak eerst verbale methoden om de geloofwaardigheid van angstige verwachtingen
te laten dalen zodat de patiënten de interventies aan durven. De meeste van de interventies op
gedragsverandering vallen onder gedragsexperimenten, de essentie hiervan is het daadwerkelijk
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller EviSchoot. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.98. You're not tied to anything after your purchase.