van alles wat meenemen culturele antropologie opvoedingsstijlen in nederland
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Hogeschool van Amsterdam (HvA)
Maatschappelijk Werk en Dienstverlening
Culturele Antropologie: Diversiteit
All documents for this subject (9)
Seller
Follow
VincentvanG
Reviews received
Content preview
Hoofdstuk 1
3 groepen buitenlanders in Nederland:
1. Arbeidsmigranten en hun gezinsleden (Vroeger uit Spanje, Italië, Turkije en Marokko, nu ook
uit Polen)
2. Inwoners van voormalige koloniën (Uit Indonesië, Surinamer en de Antillen)
3. Asielzoekers en vluchtelingen (Hongaren, Tsjechen, Irakezen, Afghanen, Koerden)
Factoren die het lastig maken een kind op te voeden in een nieuw land:
Culturele bagage, balanceren tussen de opvoedstijlen uit land van herkomst en van het
nieuwe land.
Taalgebruik, zoals impliciet taalgebruik.
Sociaaleconomische situatie, vaak geen geld voor buitenschoolse activiteiten.
Veranderende rollen tussen ouders en kind, vanwege kind dat bijvoorbeeld de taal wél leert.
Verandering van maatschappelijke status, opeens in lagere klasse.
Gedwongen migratie, geen afscheid, veel emotionele factoren beïnvloeden de opvoeding.
Geweldervaringen, trauma’s die niet besproken worden hebben ook invloed op opvoeding.
Verblijf in centrale opvang, veel onzekerheid en geen schone lei.
Allochtonen worden onderverdeeld in:
De eerste generatie: bestaand uit personen die zelf in het buitenland zijn geboren en ten minste één
ouder hebben die in het buitenland is geboren.
De tweede generatie: bestaand uit degene die in NL zijn geboren en tenminste één ouder hebben die
in het buitenland is geboren.
3 uitgangspunten in opvoeding van kinderen in migratiecontext:
1. Het denken en doen van opvoeders vindt plaats in een context van een gezin, buurt en
samenleving.
2. Opvoeders worden geconfronteerd met meerdere referentiekaders, waarin verschillende en
soms aan elkaar tegengestelde idealen kunnen leven.
3. Cultuur is veranderlijk, er vindt aanpassing plaatst in antwoord op nieuwe omstandigheden.
Er kan een worsteling tussen oude en nieuwe land ontstaan, ook in opvoedingsstijlen.
Belangrijk verschil tussen opvoeding autochtonen en allochtonen: bij de opvoeding van autochtonen
wordt de nadruk gelegd op autonomie en sociaal gevoel, en bij allochtonen op conformiteit en
presteren.
,Opvoedingsgedrag bestaat uit ondersteuning (veilige omgeving, belangstelling en emotionele
ondersteuning) en controle (autoritair en autoritatief).
Problemen met opvoedingsondersteuning: vraag en aanbod sluiten nog weinig op elkaar aan; de
wensen van ouders lopen niet parallel met de professionele benadering van de huidige
opvoedingsondersteuning waarin doelen en middelen grotendeels door de professionals worden
bepaald.
Hoofdstuk 2: Marokkanen
Af en toe (en in van Pels onderzoek) wordt gesproken over drie generaties:
De eerste generatie, ouderen die niet in NL zijn geboren, die op of na 16jarige leeftijd zijn
geïmmigreerd en die voor of in 1960 zijn geboren & nieuwkomers die niet in NL zijn geboren,
die op of na 16jarige leeftijd zijn geïmmigreerd en die na 1960 zijn geboren (grootste groep).
Opvoedingsstijl vindt dat vanaf de puberteit alleen nog sturend en controlerend opgetreden
hoeft te worden. Dochters worden beperkt in hun vrijetijdsbesteding en relaties, vanwege
angst voor roddel en schaamte. Jongens daarentegen worden nauwelijks gecontroleerd.
Ouders vinden dat zij geen taak hebben in de onderwijsondersteuning van hun kinderen,
maar het merendeel is wel betrokken.
De tussengeneratie, de mensen die op 6 tot 16-jarige leeftijd zijn geïmmigreerd.
De tweede generatie is in NL geboren of voor het zesde jaar geïmmigreerd. Opvoedingstijl is
meer richting steun en begeleiding gericht. Meisjes studeren langer en hun gewenste
huwelijksleeftijd stijgt.
Arabieren > hoog opgeleid > uit de steden
Berbers > lager opgeleid – platteland
Drie typen gezinnen op basis van taakverdeling:
1. De moeder is de spil van het gezin
Lager opgeleiden, eerste generatie, moeder doet het huishouden en voedt de kinderen op.
Problemen behandelt de vader, die eveneens de kostwinnaar is.
2. De moeder verwacht meer ondersteuning van de vader
Zelfde rolverdeling als hierboven, maar meer steun van vader wordt verwacht. Dit valt in de
praktijk echter tegen.
3. Hoger opgeleide moeders van de jongere generatie
In de ogen van de moeders zouden er minder verschillen moeten zijn. Actievere rol in
opvoeding, maar ook in huishouden van de vader. Wederom deel van de moeders is
, teleurgesteld in de vader. De vaders willen wel helpen, maar vinden dat de moeder de taken
beter kan uitvoeren dan hen.
Tijdlijn klein naar groot:
2 a 3 jaar Mijlpaal in de ontwikkeling, kind leert begrijpen
wat wel en niet mag. Tegen het vierde jaar
wordt gehoorzaamheid verwacht.
4 a 5 jaar Kinderen worden geacht zichzelf te kunnen
vermaken, maar ook moeders gaan wandelen en
dingen doen met hun kinderen.
6 a 12 jaar Meer buiten te vinden, meer optrekken met
leeftijdsgenoten.
12 a 15 jaar Kind hoort zelfstandig gezinstaken te kunnen
verrichten en moet weten hoe het in moreel en
sociaal opzicht hoort. Kinderen worden
mondiger en eigenwijzer.
18 a 20 jaar Kind wordt verwacht volwassen te zijn en de
volledige verantwoordelijkheid voor zichzelf en
anderen aan te kunnen.
Opvoedingsdoelen:
1. Maatschappelijk presteren:
presteren op school, in de maatschappij, opleiding en toekomst.
2. Sociaal conformisme:
Gehoorzamen en respect, eveneens als beleefd zijn.
3. Moreel conformisme en religiositeit
Weten wat goed en niet goed is en een goed moslim zijn. Ook angst voor afdwalen van het
rechte pad.
4. Sociabiliteit:
prettig liefdevol en zorgzaam omgaan met je medemensen. Rustige houding bij ruzies en
spanningen.
5. Autonomie:
Onafhankelijk, je los maken van je ouders en je eigen weg gaan. Minder vanzelfsprekend dan
voor Nederlanders.
Straffen en belonen:
Directere vormen van controle (sancties en verboden)
Bij hoger opgeleide meer ruimte voor onderhandeling
Moeders gericht op autonomie belonen door complimenten, oudere generatie meer in
materiele zin.
Bij conformistische moeders veel sprake van eenrichtingsverkeer. Goed en kwaad.
Fysieke straffen komen minder voor, vaak onder lager opgeleiden
Gezinsgrootte speelt mee: meer kinderen betekent eerder straf
Sekse opvoeding:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller VincentvanG. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.