1. Kredieten aan bedrijven: Lease, huurkoop en rekening courant
2. Trekken middelen aan spaargeld kunnen ze gebruiken om leningen verstrekken
3. Ze zorgen voor een betalingsverkeer, nationaal en internationaal
4. Ze dekken valuta risico’s valutatermijntransacties
5. Effectenbemiddeling begeleiden aandelenemissie
6. Merchant banking overheid/bedrijven middelen
Banken zijn zeer belangrijk in de economie. Zij verlenen krediet, handelen betalingsverkeer
af, doen bemiddeling in aandelen e.d., en zij treden op als contactpersoon voor het buitenland
11.1
Noem 3 functies van de banken ten behoeve van het bedrijfsleven ?
Het verzorgen van het girale betalingsverkeerd, handel in vreemde valuta’s, denkking valutarisico’s
bemiddeling bij aankoop van effecten.
Noem drie vormen van kredietverlenging door banken aan ondernemingen
krediet in rekening courant, huurkoop, leasing, hypothecair krediet.
11.2 Geld en geldfuncties
Geld = elke ruilmiddel dat in ruime kring wordt geaccepteerd geld splits de ruil in tweeën.
Geld = een ruilmiddel met ongedifferentieerde koopkracht bezit een ruilmiddel als het in alle opzichte als
ruilmiddel wordt geaccepteerd.
Geldfuncties :
1. ruilmiddel ondernemers betalen arbeid in ruil voor geld, de arbeiders betalen geld in ruil van goederen
en diensten.
2 .rekenmiddel geld maakt het mogelijk om goederen te vergelijken rekenen.
3. Oppotmiddel de mogelijkheid vermogen in liquide te bewaren. bewaren
Chartaal geld Giraal geld
- Bankbiljetten - Kortlopende vorderingen op primaire banken
- Munt - courantgoederen
- Geld in elektrische portemonnee
- Chipknip
Banken kunnen de geldhoeveelheid vergroten.
Enge geldhoeveelheid/ m1 = Al het girale en chartale geld dat in handen is van ingezetenen van landen,
verminderd met het geld dat zich bevind in de kassen van de banken en van de centrale overheden.Het geld in de
kassen van de monetaire financiële instellingen en de centrale overheden worden niet tot m1 gerekend.
Geld is te ruilen voor wat men maar wil; het is ongedifferentieerd.
Het heeft een aantal functies:
1
, - Oppotmiddel: je kan het bewaren voor later.
- Ruilmiddel: ruilen voor iets dat je wilt.
- Rekenmiddel: waardebepaling.
Verder onderscheiden we chartaal geld (pinpassen, creditcards, etc.), we kennen giraal geld;
dit gaat digitaal.
Banken kunnen door geld bij te drukken of meer krediet te geven de hoeveelheid geld
vergroten.
We kennen in Europa de ‘enge geldhoeveelheid’ aangeduid als M1. Dit is al het geld dat in
handen is van Europese ingezetenen. Het geld dat in kas is van de monetaire banken en
centrale overheden hoort hier niet bij.
Wat is geld?
Elke ruilmiddel dat in ruime kring wordt geaccepteerd.
Welke drie functies vervult het geld ?
Ruilmiddel, rekenmiddel, oppotmiddel.
Hoe luidt de definitie van de geldhoeveelheid M1?
Al het chartale geld en al het girale geld dat in handen is van ingezetenen van landen in de euroregio, verminderd
met de kassen van de banken en de centrale overheden van de lidstaten.
Wat verstaat men onder een geldscheppende instelling?
Banken en centrale overheid. Zij kunnen de geldhoeveelheid vergroten.
11.3 banken in Nederland.
Bank = een kredietinstelling of andere financiële instelling die :
- er haar bedrijf deposito’s aan te trekken van het publiek
- Voor eigen rekening krediet verstrekt en of belegt in effecten
Banken Geldscheppende bank Centrale bank ------ niet volledig dekken met geld
Primaire bank
Algemene bank
Rabobank spaarbanken
Niet geldscheppende bank hypotheekbanken
Geldscheppende bank = banken die geldhoeveelheid kunnen vergroten. Kortlopende schulden door de crediteur
als betaalmiddel worden gebruikt. ( Rabobank + spaarbanken)
A. Algemene bank = Particuliere banken met een zeer breed werkterrein. ( ING, ABN, FORTIS)
- Het verzorgen van het girale betalingsverkeerd
- Het aantrekken van spaargelden
- Het verlenen van kredieten aan bedrijven en particulieren cliënten
- Het bemiddelen bij aan en verkoop van effecten
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Jina. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.85. You're not tied to anything after your purchase.