Jeugdcriminaliteit en jeugdbescherming (200600036)
Institution
Universiteit Utrecht (UU)
Book
Studieboeken Criminologie
Een samenvatting voor het vak 'jeugdcriminaliteit en jeugdbescherming' voor het eindtentamen. Deze samenvatting bevat alle hoofdstukken die nodig zijn voor het tentamen, namelijk H1, H2, H3, H5, H6, H7, H8, H9, H10, H11, H12, H14, H15, H18, H19, H21, H24 en H25. Deze samenvatting bevat niet de arti...
Jeugdcriminaliteit en jeugdbescherming (200600036)
All documents for this subject (9)
4
reviews
By: sam_schreuders • 3 year ago
Translated by Google
Very concise and lacks a lot of important information.
By: mc1998 • 4 year ago
By: tesselmarijn • 4 year ago
By: annemaaikeverhoef • 4 year ago
Seller
Follow
psy99
Reviews received
Content preview
1 of 25
Samenvatting Jeugdcriminologie
H1: Jeugdcriminaliteit: Wetenschap, media en politiek
Overal neemt de jeugdcriminaliteit af en toch is er een algemene paniek dat het de verkeerde kant
op gaat met de jeugd. Deze paniek hangt samen met de rapportages van de media, die meer
incidenten rapporteert ondanks dat de hoeveelheid incidenten over het algemeen is afgenomen.
De media en de politici maken gebruik van incidenten rondom jeugdcriminaliteit om urgentie te
creëren die er in werkelijkheid helemaal niet is. Er zijn drie biases in de berichtgeving van de
media over jeugdcriminaliteit:
- Bias 1: de hoeveelheid berichtgeving
- Bias 2: de proportie aandacht die wordt besteed aan high impact crimes (ergere misdaden)
komt niet overeen met de werkelijke incidenten van high impact crimes die plaatsvinden (deze
zijn namelijk erg afgenomen)
- Bias 3: er worden veel associaties gemaakt tussen de Marokkaanse jeugd en straat terreur. Dit
is begonnen bij de PVV, maar wordt nu ook door de algemene media overgenomen.
Er zijn verschillende bronnen die ons informatie geven over jeugdcriminaliteit. Elke bron heeft zo
zijn voordelen en zijn nadelen. Deze bronnen zijn
- Politiecijfers: de media baseert haar cijfers vooral op de politie. Deze zeggen echter weinig over
werkelijke toenames en afnames van jeugdcriminaliteit, omdat ze onder anderen worden
beïnvloed door hoeveel agenten er rondlopen, waar agenten de nadruk opleggen, hoeveel
slachtoffers aangifte doen, enzovoort. Ook zijn veel misdaden voor de politie niet zichtbaar:
ofwel het dark number (niet gerapporteerde misdaden) is klein.
- Zelfrapportage: deze vorm laat veel zien over welke vormen van criminaliteit bij jongeren
voorkomen. Het lastige is wel dat veel daders niet bereikbaar zijn voor enquetes en dat ernstige
delicten vaak niet gerapporteerd worden. Volgens deze auteur is zelfrapportage dan ook het
minst betrouwbaar bij geweldsdelicten.
- Slachtoffer enquetes: deze geven een goede indruk van de ontwikkeling van aantallen. Een
nadeel is echter dat ze weinig informatie geven over de dader en dat een stijging of daling in
slachtoffers ook kan komen omdat slachtoffers meer bereid zijn om aangifte te doen.
Wat betreft geweld zijn er wel een aantal zorgelijke ontwikkelingen. Gruwelijk geweld zoals
overvallen en steekincidenten nemen toe. Echter wordt het uithalen van kattenkwaad
tegenwoordig ook steeds meer gecriminaliseerd. Nu en dan over de schreef gaan hoort bij
adolescentie en dit moet niet meegenomen worden in de cijfers over crimineel gedrag. Het is
belangrijk dat onderzoekers zich realiseren dat vuurtjes stoken, pesten op het schoolplein, niet
betalen voor openbaar vervoer en het uitschelden van voorbijgangers niet moeten worden
meegenomen als gesproken wordt over de term ‘jeugdcriminaliteit’.
, 2 of 25
H2: Een historisch perspectief op jeugdcriminaliteit
Vroeger werd hinderlijk, ongepast gedrag en vechten veel minder gecriminaliseerd. Geweld
hoorde bij het kattenkwaad dat door jongeren werd uitgehaald en een stevige knokpartij kon af en
toe prima plaatsvinden.
Tot het begin van de 20e eeuw werd een minderjarige gewoon nog hetzelfde behandelt in de
rechtbank als een volwassenen. Na de verlichting kwam er in de 19e eeuw namelijk veel zorg en
bescherming voor kinderen. Doordat de aandacht voor kinderen groeide, kwam ook
jeugdcriminaliteit meer in zicht. Er ontstond hierdoor de behoefte om minder vrijblijvend te
reageren op jongeren die sociale grenzen overtraden. Al snel werd duidelijk dat kinderen opsluiten
in de gevangenis tussen criminelen niet bevorderend was voor hun terugkeer naar de normale
maatschappij. Gelukkig kwamen er in 1905 aparte, relatief lichte en kindvriendelijke sancties,
zodat de jeugd beschermd kon worden tegen zichzelf en zodat ook de maatschappij beschermd
werd tegen gevaarlijke jeugd. Criminele jeugd was niet zelf meer de schuldige met een vervelend
karakter en veel verantwoordelijkheid, het kind was juist altijd onschuldig en het slachtoffer van
achterliggende problemen.
Ook vond er in de twintigste eeuw een belangrijke verandering plaats wat betreft weglopen. In de
19e eeuw was het normaal dat kinderen van huis wegliepen en op straat gingen zwerven. In de
20e eeuw veranderde dit om twee redenen. Allereerst kwam er een verbod op kinderarbeid,
waardoor jongeren die wegliepen minder snel een baan kregen. Daarnaast kwam er in deze
periode een leerplicht, waardoor kinderen ook problemen kregen met school als ze wegliepen en
daardoor dus ook met de maatschappij. Tot slot werd weglopen ook een teken van
maatschappelijk falen voor zowel het kind als het gezin.
In de tweede helft van de 20e eeuw kwam er over het algemeen wel een toename in
jeugdcriminaliteit. De naoorlogse jeugd zou een gebrek aan discipline hebben en er zou een crisis
zijn wat betreft normen en waarden. Ook leefde een groot deel van de mensen na de oorlog op
straat of zonder ramen en deuren, wat de kans op crimineel gedrag groter maakte. Ook maakte
dit het weglopen weer aantrekkelijker, omdat de kwaliteit van leven toch al slecht was.
Vanaf de zeventiger jaren was er sprake van een sterk toegenomen tolerantie en weinig stevig
corrigeren vanuit het OM. Jongeren werden in deze periode zelfden betrapt en gecorrigeerd door
hun ouders en de politie. Hierdoor namen vooral kleinere delicten vaker voor, zoals stelen uit
supermarkten en diefstal van fietsen. In deze periode werd er een steniging van crimineel gedrag
onder jongeren zichtbaar. Dit komt allemaal door het idee van ‘diversie’, dit betekent het zoveel
mogelijk vermijden van justitiële bemoeienis met jeugdigen die over de schreef gaan. Er kwamen
hierdoor alternatieve sancties voor jongeren met problemen. Uiteindelijk werkte dit concept echter
niet, omdat veel meer jongeren alternatieve sancties kregen, ook voor dingen waar ze anders niet
voor in aanraking zouden komen met justitie. Zo kregen dus uiteindelijk meer jongeren
alternatieve sancties, terwijl het idee was om de jongeren juist met rust te laten.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller psy99. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.91. You're not tied to anything after your purchase.