Hoofdstuk 4 Internationalisering
4.1 Internationalisering inleiding:
Na de 2de wereld oorlog heeft in de 20e eeuw de internationalisering een enorme vlucht
genomen. Door de ontwikkeling van het internet is dit alleen maar sneller gegaan.
In hoofdstuk 2 ging het al heel even over outsourcing (uitbesteden). In paragraaf 4.4 gaat het
er dieper op in en wordt er uitgelegd hoezo er uitbesteed wordt aan voornamelijk -
lagelonenlanden.
2 begrippen die vaak genoemd worden bij internationalisering zijn import en export.
Redenen voor import voor bedrijven en landen kunnen zijn:
- De producten kunnen in het buitenland goedkoper geproduceerd worden (onder andere
door lagere loonkosten).
- De kwaliteit van de buitenlandse producten is beter dan de binnenlandse producten.
- De ingevoerde producten worden binnenlands niet geproduceerd.
Redenen voor export voor bedrijven en landen kunnen zijn:
- Het marktterrein wordt groter, waardoor er meer schaalvoordelen en
concurrentievoordeel behaald kan worden.
- De binnenlandse producten hebben een betere kwaliteit dan de buitenlandse producten.
- Er bestaat overcapaciteit voor de binnenlandse markt.
Internationalisering gaat alleen over producten en diensten, maar je hebt ook nog
globalisering/mondialisering. Hierbij gaat het vooral om een proces van wereldwijde
economische, politieke en cultuurintegratie tussen landen en werelddelen. Globalisering en
mondialisering heeft raakvlakken met de onderstaande thema’s.
- Handel. - Transport. - Internationaal handelsbeleid (denk aan import- en
exportheffingen en douaneregelgeving). - Internationale financierings- en
kapitaalstromen (denk aan de hoogte van de rentestand en afspraken over buffers bij
banken en verzekeraars). - Internationaal organiseren van productie van goederen en
diensten. - Informatie- en communicatietechnologie. - Politiek. - Toerisme.
4.2 Vijf vormen van economische integratie:
De éénwording van Europa en een verschuiving van de politieke macht zijn factoren
waarmee organisaties geconfronteerd worden. Van éénwording zal sprake zijn wanneer de
lidstaten hun economische en politieke soevereiniteit in grote mate overdragen aan
gemeenschappelijke instituties. Er wordt dan gesproken van een economische unie. Er zijn
vijf vormen van economische integratie: vrijhandelszone, douane-unie, gemeenschappelijke
markt, economische en monetaire unie, volledige politieke en economische unie. Deze vijf
vormen stimuleren de internationalisering van de landen onderling.
Bij vrijhandelszone worden onderlinge handels belemmeringen afgeschaft tussen de
deelnemende landen. Wel geldt eigeninvoertarieven voor landen buiten de vrijhandelszone.
Voordelen van een vrijhandelszone zijn:
- Efficiënte inzet van productie factoren.
- Stimulans van de concurrentie
- Voorkoming van handelsoorlog
, - Bevordering van handel en investeringen
- Bevordering van welvaart
Voorbeelden van vrijhandelszones zijn de EVA (IJsland, Liechtenstein, Noorwegen en
Zwitserland), Mercosur (Zuid-Amerikaanse landen), NAFTA (Canada, Mexico en de VS) en de
ASEAN (Aziatische landen).
Bij een douane-unie is er sprake van vrijhandel. Verder hebben ze een geharmoniseerde
handelspolitiek door middel van gemeenschappelijke invoer- en uitvoertarieven bij niet
deelnemende landen. Voorbeelden van douane-unies zijn:
- Zwitsers tolgebied (tussen Zwitserland en Liechtenstein) en de SACU (tussen
verschillende Afrikaanse landen).
Een gemeenschappelijke markt is een interne markt. De basis is een douane-unie met vrij
verkeer van goederen, personen, kapitaal en diensten. Dit kan alleen als de volgende
belemmeringen worden opgeheven:
- Fysieke belemmeringen → Geen douanecontroles + papierwerk.
- Technische belemmeringen → verschillen in product normen en dergelijke.
- Fiscale belemmeringen → verschillen in BTW tarieven en accijnzen.
Binnen EU is er sprake van een gemeenschappelijke markt. Daarnaast vormen 19 van de 28
(27 na brexit) lidstaten een economische en monetaire unie. Negen landen hebben de euro
(nog) niet ingevoerd.
Bij een volledige politieke en economische unie gaan landen geheel samen. Een voorbeeld is
de vorming van de Verenigde Staten van Amerika.
Binnen de EU vind er vrij verkeer van goederen, diensten, personen en kapitaal. Je zou
kunnen zeggen dat we op weg zijn naar een verenigd Europa. Dit zal grote gevolgen hebben
voor de concurrentie- en politieke verhouding. Thema’s als vrijheid en veiligheid zal dan veel
aan de orde komen. Binnen de EU zijn een vijftal gemeenschappelijk instellingen aanwezig
die ervoor zogen dat alles binnen de EU geregeld word.
• De Europese Commissie neemt initiatieven om te komen tot nieuwe wetgeving en houdt
toezicht op de naleving van de afgesloten verdragen. EC is te zien als ‘dagelijks’ bestuur
van de EU, gevestigd in Brussel.
• De Europese Raad is verantwoordelijk voor de politieke besluitvorming binnen de EU,
gevestigd in Straatsburg.
• De Raad van de Europese Unie (De Raad) houdt zich samen met het Europees Parlement
bezig met de wetgevings- en begrotingstaak, gevestigd in Brussel & Luxemburg.
• Het Europees Parlement bestaat uit 750 gekozen leden en neemt samen met De Raad
besluiten over wetgeving en begrotingen gevestigd in Brussel, Straatsburg & Luxemburg.
• Het Europese Hof van Justitie heeft als taak erop toe te zien dat de wetten en regels
binnen de EU goed worden uitgevoerd, gevestigd in Luxemburg.
4.3 Internationale organisaties:
Om globalisering te bevorderen zijn er allerlei internationale organisaties opgezet. De vijf
belangrijkste zijn:
1) Verenigde Naties (VN), incl. Wereldbank en het internationaal monetair fonds (IMF).
2) Wereldhandelsorganisatie (WTO).
3) Organisatie voor economische samenwerking en ontwikkeling (OESO).
4) World Economic Forum (WEF).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller chantalvlierman. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.