Hoofdstuk 9 Leiderschap en management
9.1 Inleiding:
De definitie van een manager kan omschreven worden als een persoon die het handelen van
andere mensen in een organisatie op gang brengt en stuurt. Een manager is veelal
verantwoordelijk voor het (financiële) resultaat van een afdeling en geeft leiding aan een
groep medewerkers.
9.2 Management
Onder het management wordt de organisatieleiding verstaan die als taak heeft de
onderneming te besturen. Aangezien het vaak om verschillende personen gaat die deze taak
gezamenlijk uitvoeren, wordt er ook wel gesproken van ‘het managementteam’. In het
management kan men managers met verschillende deskundigheden aantreffen, afkomstig
uit de functionele gebieden die in de organisatie worden onderscheiden. Voorbeelden van
deze gebieden zijn: in- en verkoop, human resources, productie, financiering en controlling.
9.2.1 Werkzaamheden van de manager.
De werkzaamheden van het management kan je splitsen tussen het niveau van de
werkzaamheden en de activiteiten van het management.
Als een organisatie groeit ontstaat er een behoefte om een scheiding aan te brengen tussen
uitvoerende werkzaamheden en leidinggeven. Hierdoor ontstaan er verschillende niveaus
waarop managers leidinggeven aan medewerkers.
Bij een klassieke organisatie kom je meestal drie managementniveaus tegen:
topmanagement, middenmanagement en lager management.
• Topmanagement is verantwoordelijk voor de gehele leiding van de organisatie.
• Middenmanagement stuurt de activiteiten aan van uitvoerende werknemers. Bij een
grote klassieke stuurt het middenmanagement het lager management aan.
• Lager management bestaat ui de afdelingschefs of groepsmanagers.
Bij een moderne organisatie wordt het lager management tot het middenmanagement
gerekend. Er zijn twee bestuurlijke taken die de management niveaus kunnen hebben:
Beleidsformulerende en uitvoerende taken.
• Beleidsformulerende taken zijn taken op het gebied van vooruitzien, voorspellen,
plannen en organiseren.
• Beleidsuitvoerende taken hebben vooral te maken met het delegeren van
werkzaamheden en het controleren en motiveren van medewerkers.
,Uit welke activiteiten bestaan de werkzaamheden van het management? Hierbij kunnen
twee typen managers onderscheiden worden: de functionele managers en de algemene
manager. De functionele manager is verantwoordelijk voor één activiteit die binnen een
organisatie verricht moet worden. Voorbeelden van een functionele manager zijn de inkoop-
en marketingmanager.
De algemene manager is verantwoordelijk voor alle activiteiten binnen het organisatorische
gedeelte. Voorbeeld van een algemene manager zijn een business manager en een directeur
van een werkmaatschappij. Binnen de werkzaamheden van het management zijn een aantal
bewegingen zichtbaar:
1) Vanwege een integratie van het lager- en middenmanagement, zijn er minder
managementniveaus en managers in een organisatie (afplatting).
2) De taak van de manager bestaat in toenemende mate uit het coachen van zijn
medewerkers en steeds minder uit het direct leidinggeven, zoals de klassieke manager
dat deed.
3) In organisaties zien we een verschuiving van functionele managers naar algemene
managers.
9.2.2 Rollen van de manager.
De te besteden tijd van managers wordt in beslag genomen door een drietal rollen, die
voortkomen uit zijn functie. Onder een rol wordt verstaan: een gedragspatroon dat verwacht
wordt van iemand. De drie rollen zijn: 1) Interpersoonlijke rollen. 2) Informationele rollen.
3) Besluitvormende rollen.
Interpersoonlijke rollen heeft drie grote rollen: 1) het boegbeeld zijn. 2) leider zijn.
3)liaison officer. Hij geeft leiding aan medewerkers en verantwoordelijk voor de voortgang
en resultaten. Hij is het boegbeeld of wel het gezicht die de belangen van een groep
behartigt en relatienetwerken creëert. Liaison officer houdt in het onderhouden van
contacten buiten de eigen organisatorische eenheid.
Informationele rollen heeft drie grote rollen: 1) Waarnemen. 2) Verspreider. 3)
Woordvoerder. De manager moet op de hoogte blijven van de veranderingen en resultaten
binnen zijn afdeling. Deze informatie moet die door communiceren met belanghebbenden
binnen en buiten de organisatie. Hij is het aanspreekpunt over deze resultaten.
Besluitvormende rollen heeft vier grote rollen: 1) Ondernemer. 2) Oplosser van
strubbelingen. 3) Toewijzer van middelen. 4) Onderhandelaar. De manager moet aan de
hand van de sterkte en zwakte van de organisatie en de kansen en bedreigingen vanuit de
omgeving beslissingen maken. Telkens weer zal de manager beslissingen moeten nemen
over een optimale inzet van mensen en middelen voor de realisatie van de doelstellingen.
De manager heeft zijn medewerkers nodig om te komen tot een goede besluitvorming.
Van een manager wordt verwacht dat die op verschillende terreinen beschikt over
deskundigheid en vaardigheid. Er zijn acht belangrijke werkzaamheden die een manager
moet kunnen: 1) Plannen. 2) Nemen van beslissingen. 3) Organiseren. 4) Communiceren.
5) Personeelsbeleid. 6) Motiveren. 7) Leidinggeven. 8) Controleren.
9.2.3 Topmanager.
Voor heen heette de hoogste baas van een onderneming de directeur, tegenwoordig kan de
directeur ook wel de topman genoemd worden. De topman is de topmanager van een
, organisatie. Topmanagers zijn verantwoordelijk voor successen of faillissementen van
organisaties en hebben een symboolfunctie. De topman moet een goede communicator zijn
die zijn medewerkers inspireert. Verder kenmerkt die zich door zijn creativiteit,
enthousiasme en open geest.
9.2.4 Middenmanagement.
Met het middenmanagement worden alle leidinggevende onder de topmanager aangeduid,
zoals afdelingshoofden, adjunct-directeuren, bedrijfsleiders en divisiemanagers. Het
middenmanagement is belangrijk, aangezien dit management uitvoering moet geven aan
het algemene beleid en veelal direct leiding moet geven aan de uitvoerenden.
Het middenmanagement heeft met name een sleutelpositie in organisaties waar het gaat
om het doorvoeren van veranderingen. De topmanagement kan prachtige plannen hebben,
maar het middenmanagement zal deze moeten overbrengen naar de medewerkers en hen
hiervoor moeten motiveren.
Een ontwikkeling waarmee het middenkader nu en in de toekomst te maken heeft en krijgt
is verplatting van organisaties.
Verplatting is het verminderen van het aantal managementlagen. Een consequentie van de
verplatting van organisaties is dat een doorgroei naar een hoger management niveau slechts
voor enkele mensen mogelijk is. De middenkader bij (vele) organisaties verminderd of
verdwijnt tegenwoordig doordat de traditionele werkzaamheden worden overgenomen
door computers.
9.2.5 Managers bij de overheid.
Leiderschapsfuncties bij de overheid kunnen worden onderverdeeld in die van bestuur en
die van ambtelijke top. Aan topambtenaren bij ministeries en centrale overheidsorganen
worden andere eisen gesteld dan aan topmanagers in de marktsector. Enkele redenen
hiervoor zijn:
1) De overheid kent geen marktgerichte organisatie. Het richtsnoer voor handelen wordt
niet direct bepaald door de afnemer van de dienst maar door de wil van de
volksvertegenwoordiging, Provinciale Staten of de gemeenteraad.
2) Er is bij de overheid een grotere onduidelijkheid voer de te leveren producten. De
producten met bijbehorende prijzen komen tot stand onder invloed van steeds
wisselende politieke en bestuurlijke besluitvorming.
3) Bij de overheid is de bijdrage van het management aan het financiële eindresultaat
minder goed aan te geven dan in de marktsector. In het bedrijfsleven worden deze
effecten zichtbaar in de financiële positie van de onderneming.
4) Aan de overheid wordt een aantal eisen gesteld met betrekking tot de wijze van
inrichting en de uitvoering van het werk, die niet in de marktsector worden gesteld.
Op grond van deze redenen kunnen aan topambtenaren de volgende drie eisen worden
gesteld:
1) Ze dienen inzicht te hebben in maatschappelijke en bestuurlijke verhoudingen en
democratisch gelijkheid.
2) Ze dienen te kunnen omgaan met belangentegenstelling.
3) Ze moeten beschikken over een zeer grondige kennis van de beleidsterreinen waarop zij
werkzaam zijn.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller chantalvlierman. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.64. You're not tied to anything after your purchase.