Antwoorden formeel belasting recht: p. 2 – 11.
Antwoorden loonbelasting: p. 12 – 24.
Antwoorden omzetbelasting: p. 25 – 32.
Antwoorden inkomstenbelasting: p. 33 – 43.
Antwoorden aanmerkelijk belang: p. 44 – 49.
Antwoorden eigen woning: p. 50 – 55.
Antwoorden vennootschapsbelasting: p. 56 – 63.
Antwoorden schenk- en erfbelasting: p. 64 – 68.
De antwoorden in het zwarte lettertype zijn van mijzelf. De aantekeningen van de docent +
aanvulling van de antwoorden zijn in het groen. Antwoorden die fout zijn, zijn in het rood
verbeterd.
1
, ANTWOORDEN FORMEEL BELASTINGRECHT
Opgave 1:
A: Om te bepalen of Pim en Lara zijn aan te merken als fiscaal partner in de zin van de AWR
dient er te worden gekeken naar art. 5a AWR. In art. 5a AWR wordt het begrip partner
omschreven. Partners zijn:
Sub a: de echtgenoot
Sub b: de ongehuwde meerderjarige persoon waarmee de ongehuwde meerderjarige
belastingplichtige een notarieel samenlevingscontract is aangegaan en met wie hij staat
ingeschreven op hetzelfde woonadres in de basisregistratie personen of een daarmee naar
aard en strekking overeenkomende registratie buiten Nederland.
Art. 2 lid 6 AWR bepaalt dat het geregistreerde partnerschap (fiscaal) gelijkgesteld wordt
met huwelijk, maar dat speelt hier geen rol, want er is geen sprake van een huwelijk of
geregistreerd partnerschap.
Pim en Lara zijn wel als fiscaal partner in de zin van de AWR aan te merken conform art. 5a
lid 1 sub b AWR. Zij staan ingeschreven op hetzelfde woonadres is de basisregistratie en
hebben een notarieel samenlevingscontract. Dus combinatie van 2 vereisten waar je aan
moet voldoen! Dit zijn de vereisten die in sub b worden gesteld en hier wordt door Pim en
Lara aan voldaan, waardoor zij zijn aan te merken als fiscaal partner in de zin van de AWR.
Pim en Lara zijn vanaf 1 juli 2018 aan te merken als fiscaal partner in de zin van de AWR.
Klopt! Art. 5a lid 2 AWR gaat hier niet op; degene die ex lid 1 voor een deel van het
kalenderjaar als partner wordt aangemerkt, wordt ook als partner aangemerkt in andere
perioden van het kalenderjaar, voor zover hij in die perioden op hetzelfde woonadres als de
belastingplichtige staat ingeschreven in de basisregistratie personen. Pim en Lara hadden
eerst een notarieel samenlevingscontract op 1 mei 2018 en pas op 1 juli 2018 is Lara
ingeschreven in de basisregistratie personen. Dus vanaf dan zijn zij fiscaal partner.
Notarieel samenlevingscontract + in hetzelfde woonadres ingeschreven in de basisregistratie
personen + meerderjarig cumulatief!
B: Kijkend naar lid 2 van art. 5a AWR verandert het antwoord op vraag a. Aangezien Pim en
Lara reeds in november 2017 zijn gaan samenwonen op hetzelfde woonadres en dit uit de
daartoe dienende basisregistratie personen blijkt, worden zij vanaf 1 januari 2018
aangemerkt als fiscaal partner in de zin van de AWR. Pim en Lara hebben op 1 mei 2018 een
notarieel samenlevingscontract, dus vanaf dan zijn zij ex lid 1 sub b AWR partner, maar door
lid 2 wordt dit ook voor andere perioden van het kalenderjaar toegepast en dus is het 1
januari 2018.
In 2017 kunnen zij geen partner zijn, want er is geen notarieel samenlevingscontract.
Lid 2 breidt periode dat je partner bent uit. Als je hele jaar op zelfde adres in registratie bent
ingeschreven en samenwoont en in loop van het jaar notarieel samenlevingscontract dan
ben je gehele jaar partner. Uitbreiding kan dus, omdat zij in de loop van 2018 notarieel
samenlevingscontract sluiten.
C: De aanslagbelastingen worden geheven door middel van het vaststellen van een aanslag,
die op grond van art. 11 AWR door de inspecteur wordt vastgesteld. Door middel van de
aanslag stelt de inspecteur de belastingschuld vast. De belastinginspecteur moet de aanslag
2
, binnen 3 jaar na het ontstaan van de belastingschuld opleggen (art. 11 lid 3 AWR). De
inspecteur kan uitstel verlenen voor het indienen van een aangifte.
Pim en Lara moeten voor 1 mei 2019 aangifte inkomstenbelasting doen over het jaar 2018.
Op 31 december 2018 ontstaat de inkomstenbelastingschuld. Volgens art. 11 lid 3 AWR
heeft de inspecteur na het ontstaan van de belastingschuld 3 jaar de tijd om de aanslag op te
leggen. De aanslag moet dus uiterlijk op 31 december 2021 zijn opgelegd. MAAR Pim en Lara
hebben uitstel van aangifte gekregen, nu moeten zij voor 1 augustus 2019 aangifte doen. Dit
is een uitstel van 3 maanden. Pim en Lara betalen echter na 1,5 maand al. Maar voor de
verlenging van de 3-jaarstermijn is uitsluitend van belang voor welke periode uitstel is
verleend. Dit is dus 3 maanden. Daarom heeft de inspecteur nu tot 31 maart 2022 de tijd om
de aanslag definitief vast te stellen. Voor 1 april 2022 moet de aanslag zijn opgelegd! Klopt!
Art. 11 AWR er is aangifte gedaan (niet altijd verplicht), en bij aanslag wordt
belastingschuld vastgesteld door inspecteur.
Bij art. 11 AWR gaat het om aanslagbelastingen, inkomstenbelasting is aanslagbelasting!
De 3 jaren beginnen te lopen vanaf het moment dat belastingschuld ontstaat. Is lastig, want
inkomstenbelasting wordt gedurende 2018 opgebouwd. Zie lid 4: belasting wordt geacht te
zijn ontstaan aan einde van het tijdvak; 31 december 2018 om 00:00.
Opgave 2:
Art. 4 lid 1 AWR stelt: waar iemand woont en waar een lichaam gevestigd is, wordt naar
omstandigheden beoordeeld.
Om de woonplaats van een natuurlijk persoon te bepalen, zijn de feitelijke omstandigheden
van belang. Belangrijke vragen hierbij zijn:
Waar is de persoon ingeschreven in het bevolkingsregister?
Waar verblijft het gezin?
Waar gaan de kinderen naar school?
Waar is de persoon lid van (sport)verenigingen?
Op deze manier wordt voor de belastingplichtige het duurzame middelpunt/duurzame band
van persoonlijke aard van zijn persoonlijke levensbelangen bepaald. Alle omstandigheden
worden gelijkelijk meegewogen, geen enkele omstandigheid is doorslaggevend.
De fiscale woonplaats van Matthias is Uithoorn in 2018 en 2019. Matthias werkt in
Nederland, woont vanaf juli 2018 in Nederland en ging alleen ’s weekends naar Duitsland.
Dat hij lid is van de sportclub in Frankfurt doet daar niet aan af. Zijn middelpunt is in
Uithoorn. Als een gezin besluit om naar Nederland te verhuizen, en 1 van de gezinsleden
gaat alvast eerder dan de rest en gaat in NL wonen, en de rest voegt zich later bij de eerste
die naar Nederland is gekomen, dan wordt ervan uitgegaan dat de eerste die er komt wonen
in Nederland woont vanaf het moment dat hij er ook gaat wonen; in casu juli 2018. Matthias
is vanaf juli 2018 geacht in Nederland woonachtig te zijn. Gebaseerd op vaste rechtspraak.
Het feit dat hij regelmatig naar Frankfurt gaat, doet daar niet aan af.
De fiscale woonplaats van Helena en de kinderen is in 2018 Frankfurt. Zij werkt in Frankfurt,
de kinderen gaan daar naar school en Helena is lid van de sportclub.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Elsemiek61. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.