1.1. Wat is mijn probleemstelling?
Analyse van het praktijkprobleem kan aanleiding zijn tot één of meerdere onderzoeksvragen en soms
ook tot meerdere onderzoeken. Deze onderzoeken kunnen zowel kwantitatief als kwalitatief van
aard zijn. Onderzoeker is alleen een informatieleverancier. Er moeten een aantal dingen vastgesteld
worden voor er in zee gegaan wordt met opdrachtgever.
a-wat is het probleem? Eerst managementprobleem
b- hoe groot is het probleem? Eerst literatuur onderzoek en kijken of je er vertrouwen in hebt
c- wat is de aanleiding? Duidelijk afspreken wie opdrachtgever is
d- voor wie is het een probleem? Inventariseren wie er allemaal bij het probleem betrokken zijn.
e- wat zijn de gevolgen van het probleem?
Na vaststelling probleem kijken hoe je het onderzoek verder uitvoert. Doel van onderzoek
formuleren in doelstelling
1.2. Is er al info aanwezig?
Voordat je aan het onderzoek begint, kijken wat er al bekend is. Vooral proefschriften, reviews en
meta-analyses.
1.2.2. wat is het nut van het gebruik van bestaande info?
Het gaat bij literatuuronderzoek om de volgende vragen;
a-waar baseren andere onderzoekers hun theorie op?
b-wat voor onderzoeksopzet gebruiken andere onderzoekers?
c-hoe definiëren en meten andere onderzoekers?
1.2.3. hoe ga je op zoek naar info?
Zoekproces bestaat uit een aantal stappen:
-het vertalen en definiëren van onderzoeksbegrippen: thesaurus is een goed middel om op de juiste
zoekterm te komen. Descriptors zijn officiële vaktermen die als labels aan publicaties worden
gehangen en bij keywords hoeft het niet perse onderwerp van de tekst te zijn.
-waar ga je zoeken: zoekmachines met wetenschappelijke artikelen(google scholar, scirus, ifacnet,
econlit) of zoekmachines met wetenschappelijke boeken en rapporten/grijze publicaties(google
books, picarta)
-wat is mijn zoekstrategie?
-hoe controleer je of je volledig bent? Neem het recentste artikelen als je minstens 80% van de
daarin vermelde bronnen hebt gevonden en verwerkt dan up-to-date.
1.3. wat is mijn onderzoeksvraag?
Op basis van analyse formuleer je één of meer onderzoeksvragen. Worden ontwikkeld via
stappenplan:
1-formuleer een voorlopige onderzoeksvraag
2-is er sprake van sub- of deelvragen
3-is het een vraag
4-is het een gesloten vraag
5-alternatieve formuleringen bv breder of smaller formuleren
6-formuleren van definitieve onderzoeksvraag
1.4.Wie of wat zijn onderzoekseenheden
Eenheden kunnen mensen, groepen, bedrijven, organisaties of situaties zijn waar je een uitspraak
over wilt doen. Deze eenheden hebben ook weer kenmerken of eigenschappen. De respondenten
zijn niet noodzakelijk de eenheden.
De populatie is een verzameling van alle eenheden. Bij grotere populaties wordt er met steekproeven
gewerkt. Voor steekproeftrekking is het belangrijk om van de voren goed vast te stellen over wie je
uitspraken wilt doen. Ook moet er gekeken worden naar representativiteit. Externe validiteit is in
welke mate je de onderzoeksresultaten kunt genereren naar de beoogde populatie.
, Om te bepalen wie de populatie en eenheden zijn handig om gebruik te maken van een
splitsingstechniek. Je begint met het breedste concept van de populatie, dan ga je na of je dit kunt
splitsen.
1.5 Wat zijn de kenmerken en wat is hun onderlinge relatie?
Een kenmerk is een abstracte eigenschap. Het wordt een variabele als het in meetbare termen is
geformuleerd. Variabelen kennen scores, kenmerken en begrippen niet. Bij kenmerken wordt er
onderscheid gemaakt tussen construct en concept. constructen hebben vaak verschillende dimensies
en concepten niet. Er zijn drie groepenkenmerken:
Directe onafhankelijke kenmerken- hebben meestal gevolgen en zijn geen gevolg van andere
kenmerken. Het is belangrijk om na te gaan of er sprake is van een oorzakelijke verband en of
je die oorzakelijkheid ook wilt en kunt toetsen. Een voorwaarde voor een causale relatie is
dat er een relatie is tussen het onafhankelijke en afhankelijke kenmerk.
Directe afhankelijke kenmerken- een afhankelijk kenmerken is altijd na een onafhankelijke
kenmerken dus ook causale relatie. Er kan ook sprake zijn van wederkerende relatie.
Indirecte controlekenmerken- moderatorkenmerk is een kenmerk die de relatie kan
beïnvloeden zoals geslacht.
1.6.1. wat zijn ethische problemen
Er zijn bepaalde richtlijnen
1.6.2. wat zijn de belanghebbende bij een onderzoek?
Drie partijen die belang hebben bij het onderzoek namelijk;
Respondent- mag geen negatieve invloed hebben
Opdrachtgever-
Onderzoeker
Privacy wetgeving
1.6.3. wanneer is je onderzoek ethisch verantwoord
Eisen betreffende de respondent
1. Informed consent(expliciet toestemming
2. Juiste voorlichting over het doel en de werkwijze
3. Gegevens anoniem verwerken
4. Uitkomsten geen nadelige effecten
Eisen betreffende onderzoeker
1. Onderzoek op een eerlijke en wetenschappelijke en verantwoorde manier (geen fraude of
plagiaat)
2. Geen gegevens aan derden verstrekken zonder toestemming
3. Onderzoeker functioneert volledig onafhankelijk van de opdrachtgever.
1.7. is het onderzoek haalbaar?
Hangt af van tijd, geld, bereidheid en bereikbaarheid respondenten en risico analyse
1.7.1. is er voldoende tijd?
Eerst globaal en daarna bijschaven. Beginpunt bepalen door terugrekenen vanaf eindpunt
1.7.2. is er voldoende geld
Vooral arbeidskosten. Belangrijk om een begroting te maken, vaak uurtarief.
1.7.3. is er voldoende bereidheid om aan het onderzoek mee te werken?
Dit hangt af van de wijze waarop men wordt benaderd, de tijd die het kost, aantrekkelijkheid van het
onderwerp en betrokkenheid respondenten, nut van het onderzoek, blijk van waardering. Motiveren
kan door het bieden van incentives.
1.7.4. welke risico’s zijn er?
Mogelijke knelpunten kunnen zijn;
Onvoorziene activiteiten
Onvoldoende tijd
Onverwachte kosten
Niet beschikbaar zijn van middellen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Ginamoor. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.88. You're not tied to anything after your purchase.