100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Etnografie varken $4.82
Add to cart

Summary

Samenvatting Etnografie varken

 24 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting voor de cursus etnografie in de 1e bachelor diergeneeskunde. In deze samenvatting wordt de desbetreffende soort uitgebreid besproken, inclusief de belangrijkste rassen die gekend moeten zijn voor het examen. Ook wordt er aangegeven wat de belangrijke punten zijn voor het examen.

Preview 2 out of 5  pages

  • October 18, 2020
  • 5
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Het varken
3 onder families van de varkens  alleen degene van sus scrofa is belangrijk.
Het wilde varken is het sus scrofa ferus  everzwijn. Heeft een grotere voorhand dan achterhand. Er
zijn problemen met over populatie. Ze hebben geen natuurlijke vijanden.

Van everzwijn naar huidig klassiek landvarken = enorm doorgefokt. Voorbeeld van hoe selectie en
evolutie in zijn werk gaat.
Varkens laten zich niet voortdrijven in kuddes dus kan je ze alleen beheren als je op een vaste plek
woont. Chinezen en verre Oosten hebben een grote rol gespeeld in de explosie en expansie van
varkensvlees. Varkens eten alles, zelfs zijn eigen jongen als het moet. Nu krijgen ze varkensmeel.
Vanaf het oosten de varkens naar ons krijgen.

In China eet men ook het vet van varkens. Ze smelten dat en verwerken in voeding. Varkensvlees kan
veel goedkoper geproduceerd worden. Heeft te maken met voederconversie. Je hebt geen land
nodig om varkens te produceren, ze worden in stallen gehouden. Je moet wel land hebben om van je
mest af te komen.

Met maakt onderscheid naargelang het varkensvlees na het slachten wordt verwerkt. Je hebt:
- Spekvarkens  magere varkens die gebruikt worden voor het bereiden van vleeswaren.
- Magere slagersvarkens  de karkassen worden aan de slagerij verkocht en daar verkopen ze
ze in zijn geheel. Dus je kan dan nog wel herkennen dat het varken is.
- Vette varkens  komt minder voor. Consumenten willen dat niet.
Varkens hebben een relatief dikke speklaag onderhuids.

In Amerika worden ze geslacht als ze 120 kg zijn. In NL zijn ze 90 kg. Het scheelt veel in vetaanzet. De
laatste 10 kg is dikwijls puur vet. De uitbatingsomstandigheden zijn ook anders in Noord-Amerika. Ze
willen daar niet investeren in huisvesting. Animal welfare is zo goed als niks daar. Ze houden de
varkens op de plaats waar de voeding geproduceerd wordt. Dat scheelt in uitbatingskosten. Ze
produceren daar snelgroeiende, vette, slecht vruchtbare varkens.
Er zijn ongeveer 8 miljoen varkens in België. In 1974 hadden we 50.000 bedrijven en nu nog 5.000.
Het neemt af met 6% per jaar. De bedrijven die overblijven worden alleen maar groter en groter.
Van de 8 miljoen varkens is 90% om ze op te eten en 10% zijn zeugen die biggen produceren.
Een heel klein aantal zijn beren (10.000 in België). De genetica van de beren wordt enorm bewaakt.
Zeugen worden geïnsemineerd.
Wij zijn afhankelijk van import van voer. Dit is zeer belastend voor het milieu en het enige wat het
oplevert is werk.

Parmaham komt gewoon uit België. De ham wordt naar Italië geïmporteerd om daar bewerkt te
worden en dan gaat het weer terug.

Everzwijnen hebben als biggetje een bepaald jeugdhaarkleed of livrei.
Nu zien de varkens er al uit als een worst. Hebben veel sterkere achterhand met veel vet. Long en
hartvolume is drastisch verminderd. Zijn geen atleten meer. De buikholte is veel groter omdat er 14
biggen in moeten kunnen.

Wilde varkens zijn laatrijper dan onze varkens. Bij ons worden ze vanaf 9 maanden ingeschakeld in de
productie. In China is dat zelfs soms 3 maanden. Sterk toegenomen vruchtbaarheid.
Zeugen zijn heel het jaar vruchtbaar.

Blz 4 bovenaan belangrijk!

, Een zeug kan gemiddeld 2,3 worpen per jaar produceren. Worp-index is aantal worpen dat zeug per
jaar produceert. Aantal worpen x aantal biggen per worp = productie getal.
Er zijn aantal biggen die kleiner zijn. Daar heeft de boer niks aan.
Productie getal = het aantal gespeende biggen per jaar. Is het aantal biggen dat de 5 weken behaalt.
Worp index & productie getal moet je kennen
Met deze getallen worden diagnoses gesteld.
We houden varkens alleen voor de vleesproductie en niks anders.

Vlees- of slachtvarkens zijn zeer homogeen. Allemaal zelfde uiterlijk wat het slachten makkelijk
maakt. Ze zetten dezelfde leeftijd bij elkaar als ze na 5 weken bij hun moeder weggaan. Worden in
hokjes van 10-12 varkens bij elkaar gezet en dan vetgemest. Boeren zorgen goed voor varkens want
willen zoveel mogelijk winst maken.

Leeftijdsbepaling mag tussen haakjes.

Bespreking van de lichaamsstreken:
 Snuit is beweegbaar, oorschelpen en lippen niet
 Afhankelijk van het ras gaan de oren recht staan of niet
 Neusspiegel moet recht zijn en symmetrisch, anders heb je kans op ademhalingsproblemen.
Scheve neus zorgt voor ademhalingsproblemen.
 Verschrompelde oren is een indicatie van onrust in de stal. Kan ook komen als ze met te veel
zijn in een hok. Gaan dan ook wel aan elkaars staart bijten.
 Fokberen worden gehouden voor sperma en krijgen de kans om door te groeien
 Zeugen moeten 14 tepels hebben. Is redelijk erfelijk.
 Sterk ontwikkelde achterhand voor ham
 Bij voorkeur weinig buikvolume want dat is veel vet en daar heb je niks aan.
 Lange rug  dikke koteletten

Afwijkingen:
 Pathologiën hoef je niet te kennen
 Let op rug, ingevallen rug wijst op spieratrofie. Is een erfelijke aandoening.
 Asymmetrie van de hammen. Problemen als varken zit en wil opstaan. Dan kan de femurkop
uit de kom geschoten zijn.
 Ham buik en vetbuik hebben we niks aan
 Onder breuken verstaan we navelbreuken, liesbreuken en scrotumbreuken. Dat is een defect
in de afdekking van de buikholte. De liesring kan wel eens niet volledig dicht zijn waardoor er
darmslingeringen in het scrotum belanden. Bij een navelbreuk sluit de navel niet goed, kan
onderhuids een darm lus in zitten. Als de darm draait wordt hij afgekneld. Bij liesbreuk zit er
darm in de liezen.
 Specifiek bij de beer moet je kijken of die gecastreerd is. Castreren doen we vanwege de
berengeur.
 Ledematen moeten droog staan en goede standen zijn belangrijk. Ze worden gehouden op
roosters dus het pootwerk moet goed zijn.

Beoordeling van de karkassen niet belangrijk. Het wordt alleen in het slachthuis beoordeeld met
ingewikkelde technieken. Wordt high-tech aangepakt om te kunnen weten of er veel of weinig vet in
zit.
SEUROP-classificatie is ook bij varkens.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller laurenkoster. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.82
  • (0)
Add to cart
Added