ALLE aantekeningen alle hoorcolleges NSBED - zin voor zin uitgetypt!
282 views 26 purchases
Course
NSBED (201300351)
Institution
Universiteit Utrecht (UU)
Book
The Student\'s Guide to Social Neuroscience
Alle hoorcolleges van het vak Neuroscience of Social Behavior and Emotional Disorders. Ik heb de colleges zin voor zin uitgetypt!
Daarnaast zijn er tabellen toegevoegd om het duidelijker en overzichtelijker te maken. De aantekeningen zijn in het Nederlands geschreven (de colleges zijn in het Engels...
,Hoorcollege 1 – 02/08/2020
Sociale neurowetenschappen is een combinatie van:
- Sociologie
- Sociale psychologie
- Neurowetenschappen
Deze drie gecombineerde vormen zijn verschillende levels waarop een sociale wetenschapper
uitspraken kan doen.
De sociologie onderzoekt sociaal gedrag of gemeenschappen, met zijn eigen afkomst,
ontwikkelingen, netwerken en instellingen.
-> we zijn goedgezind voor onze “eigen groep” en we zijn niet goed gezind voor andere groepen. Wij
hebben allemaal een vooroordeel over andere groepen, dit maakt ons niet racistisch: dit is een
onderdeel van groepsgedrag.
Martin Luther King
Om een vorm van vooroordeel te begrijpen, moeten we op de hoogte zijn van de sociale,
economische en historische context. Deze contextuele factoren zullen bepalen welke vorm van
vooroordelen er ontstaan.
De sociale psychologie doet een poging om te begrijpen hoe onze gedachtes, gevoelens,
gedragingen van individuen worden beïnvloed door de daadwerkelijke, voorgestelde of automatische
impliciete aanwezigheid van anderen. Het onderzoekt hoe motivatie en emotie ons sociaal gedrag
beïnvloeden. Emotie en motivatie kunnen invloed hebben zowel voor daadwerkelijk sociaal gedrag,
voorgesteld sociaal gedrag of impliciete aanwezigheid van anderen.
-> dehumanisation: buitensporige vooroordelen, geassocieerd met slavernij, gewelddadig
terrorisme. Dehumanisation lijkt op de content van vooroordelen: dus als je zegt dat je
dehumanisation onderzoekt, zeg je dat je erachter probeert te komen hoe de onderliggende
automatische motivatie en emoties kunnen leiden tot vooroordelen. Om deze vooroordelen te
begrijpen, moet je erachter komen welke automatische motivatie en emoties een rol hebben
gespeeld bij het vormen van deze vooroordelen.
-> dus als een terrorist een aanslag heeft gepleegd, moet je erachter komen welke onderliggende
emoties en motivatie hebben gezorgd voor deze vooroordelen waardoor hij deze daad heeft
uitgevoerd.
Neurowetenschappen onderzoekt het menselijke gedrag op hersenniveau: onderzoek naar
onderliggende schakelingen in de hersenen.
-> om vooroordelen te begrijpen moeten we de neurale mechanismen van de onderliggende
automatische motivatie en emoties kennen.
Tak v/d sociale neurowetenschap Niveau van onderzoek naar sociaal Wat ten grondslag ligt aan de
gedrag vorming van vooroordelen
Sociologie Gemeenschapsniveau Gevormd over andere groepen door
de overtuiging “onze groep is beter,
andere groepen zijn niet goed
gezind”.
Sociale psychologie Individueel niveau Gevormd over andere groepen of
individuen, gedreven door
onderliggende automatische
motivatie en emoties
Neurowetenschap Hersenniveau Gevormd door neurale mechanismen
die ten grondslag liggen aan
automatische motivatie en emotie.
2
,Is er iets als een “sociaal brein”
De vraag:
Is het brein modulair? zijn er gespecialiseerde routines en hersenstructuren die hele specifieke
functies uitvoeren?
Of is het brein niet-modulair? zijn specifieke functies het resultaat van verschillende routines en
structuren die samenwerken?
-> In het algemeen is het brein non-modulair: een netwerkview van sociaal gedrag in de hersenen is
een betere visie dan te kijken naar specifieke gebieden voor specifieke sociale functies.
-> sociaal en niet sociale cognitie hebben zich samen geëvolueerd.
Hypothese:
1. Grotere hersenen leiden tot veranderingen in zowel sociale als niet sociale intelligentie.
2. Sociale druk van het leven in groepen en het vechten voor een positie heeft geleid tot het
vergroten van de intelligentie: algemene cognitie is een product van sociale cognitie.
Triune brain model (MacLean)
Het menselijke brein is een opstapeling van hersengebieden dat grof gedeeld kan
worden in de volgende drie polygenetische stadia, volgens de evolutie:
1. Het reptielenbrein (subcortex): actie-reactie. Dit hersendeel is gevolueerd
zodat wij snel kunnen reageren wanneer er een dreiging heerst. Fight-flight
modus.
-> Het reptielenbrein denkt niet na en onthoudt ook niets, het reageert instinctief
en automatisch. Het is gefocust op 1 ding: overleven.
2. Het zoogdierenbrein (limbische systeem): emotionaliteit: gedragsmatige
flexibiliteit. Emotie is een manier om gedrag flexibeler te maken, vergeleken met
fight/flight. Hierdoor hebben we drive/motivatie om iets te doen.
-> Dit deel van je hersenen screent alle zintuiglijke informatie op emotionele
relevantie en vergelijkt deze met opgeslagen herinneringen en gedrag gebaseerd
op positieve en negatieve ervaringen. Het zoogdieren brein helpt je op die manier om gedrag te
herhalen dat gelukkig maakt (seks, lekker eten, lachen, knuffelen) en onplezierige ervaringen (pijn,
verdriet en angst) te vermijden.
3. Het primaten (menselijke) brein (neo-cortex) / cognitieve brein: rationaliteit: gedragsmatige
controle.
-> Het is vooral verantwoordelijk voor alle rationaliteit en nuchterheid. In dit deel van je hersenen
maak je weloverwogen beslissingen, doe je kennis op, denk je logisch na en analyseer je
problemen. Dit deel van je hersenen laat zich het beste omschrijven als je gezonde verstand.
Het reptielenbrein Fight-flight: instinctief en automatisch Heel modulair
reageren, puur om te overleven
Het Drive-motivation: is de informatie die ik Modulair achtig, dus half
zoogdierenbrein binnenkrijg emotioneel relevant, herinner ik
me deze informatie, zal ik dit herhalen of
vermijden?
Het primatenbrein Rationaliteit en nuchterheid: weloverwogen Niet-modulair, maar let op:
beslissingen maken, logisch nadenken en spiegelneuronen gevonden
analyseren van problemen: gezonde verstand
Uitzondering/bevinding op modulariteit.
Er zijn spiegelneuronen gevonden in het primatenbrein. Deze spiegelneuronen kunnen een specifieke
sociale functie hebben.
3
, Elke nieuwe laag ondersteunt meer complexe functies en voegt een vorm van controle uit over de
oude lagen. Oudste is reptielenbrein, daarna zoogdierenbrein, daarna primatenbrein.
Spiegelneuronen
Neuronen die actief zijn bij het doen van iets of wanneer je ziet dat een ander iets doet. Deze
spiegelneuronen worden ook actief wanneer je zelf gedrag uitvoert. Er wordt gedacht dat deze
gediend worden om observationeel te leren.
-> op deze manier leren wordt ook wel een higher order learning skill genoemd wat wel is ontwikkeld
in de mens maar niet in andere primaten.
-> spiegelneuronen zijn niet gelokaliseerd in een bepaald herengebied: dit gaat tegen de uitspraak in
van dat spiegelneuronen in het sociale brein gevestigd zijn, want deze spiegelneuronen zijn niet in
een bepaald specifiek gebied gevestigd.
Samenvatting
-> Het sociale brein is een mix van modular, modele-like en non-modular, gebaseerd op de specifieke
functie.
-> In het algemeen wordt er gesuggereerd om een netwerkbenadering te gebruiken i.p.v. het
toeschrijven van discreet sociale functies aan hersengebieden.
Methodes van sociale neurowetenschappen om gedrag te meten
Psychologische methodes: gedragsmatige en cognitieve metingen
1. Subjectieve metingen:
a. Emotionele beleving
-> vragenlijst, interview, POMS
b. Persoonlijkheidsvragenlijst
-> STAI, LSAS, EQ-SQ, BIS/BAS
Subjectieve metingen kan je gebruiken als een controle variabele, als een correlatie met andere
metingen en om verschillende onderzoeken te vergelijken.
2. Observatie metingen: tellen hoe vaak gedrag voorkomt en wat de participant zal doen.
-> Wordt vooral gebruikt bij onderzoeken naar kinderen en naar dieren.
-> Wordt ook vaak met de camera opgenomen, zodat bv. de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid
toeneemt.
-> Oogbewegingen meten is ook een observatieve meting.
3. Prestatie metingen:
a. Reactietijd, nauwkeurigheid
-> hoe sneller iemand reageert, hoe meer fouten hij maakt dus hoe minder nauwkeurig hij is.
-> je kan dit manipuleren door iemand in een emotionele of sociale situatie te zetten om te kijken
hoe dat de snelheid beïnvloedt.
-> dit is een begrensde methode, maar het meet wel echt gedrag.
-> het is ook een stabiele uitkomst/meting: omdat je het erg vaak meet.
b. IQ-test
c. (emotionele) herkenningstaak
d. selectieve aandacht
-> impliciete associatie test, IAT.
-> gaze cuing task: je hebt gezichten waarvan de ogen naar links of rechts kijken, jij kijkt dan ook mee
naar links of rechts in dezelfde richting. Deze gezichten vertonen een emotie die het effect
versterken of verminderen.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dk24. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.
