Theorie vs. Hypothese
- Theorie: vb. Mensen met een narcistische
persoonlijkheid doen eerder auditie voor
Big Brother
- Hypothese: een voorspelling vanuit de
theorie die getest kan worden door de
wetenschap.
Falscificatie: wanneer de theorie niet geldig is, het weerleggen van een theorie of een
hypothese
2 soorten variabelen:
- Onafhankelijke variabelen: een vaststaande variabele, de oorzaak van iets.
- Afhankelijke variabelen: de gemanipuleerde variabele, hiervan wordt het effect
gemeten en hij wordt dus geobserveerd.
Meetniveaus:
Categorische variabelen (bestaan uit categorieën) :
- Binaire / dichotome variabelen: 2 categorieën. vb. man / vrouw, ja / nee
- Nominale variabelen: meer dan 2 categorieën. vb. veganist / omnivoor / vegetariër
- Ordinale variabelen: categorieën worden logisch geordend. vb. cum laude etc.
Continue variabelen (geeft een score per persoon en kan iedere waarde aannemen op
meetschaal)
- Interval variabelen: schaal van 1 – 5 en alle intervallen zijn gelijk. Vb. graden celsius
- Ratio variabelen: scale heeft een nulpunt. De verhouding van alle scores heeft een
betekenis, bv 2 keer zoveel.
Continue variabelen kunnen discreet zijn, de waarden zijn gelimiteerd en precies. Bv. Op een
schaal van 1 tot 5 kun je alleen hele getallen kiezen.
Meetfouten: het verschil tussen de werkelijke waarde en de geobserveerde waarde. Bv.
Badkamer weegschaal
Validiteit: wanneer een instrument meet wat het beoogt te meten
Betrouwbaarheid: wanneer een instrument meerdere keren dezelfde waarden aangeeft
Test-hertest betrouwbaarheid: de mate waarin een instrument dezelfde uitkomsten
produceert als dezelfde personen op 2 verschillende tijden worden getest.
1
, - Criteriumvaliditeit: mate waarin een test daadwerkelijk gedrag kan voorspellen
o Predictieve validiteit (bijvoorbeeld je VWO-diploma).
o Concurrent validiteit (samenhang met een al gevalideerd instrument).
- Inhoudsvaliditeit: de mate waarin de inhoud van de test het beoogde construct
representeert
- Ecologische validiteit: mate waarin de test resultaten geldig zijn buiten de testsetting
Hoe te meten?
- Cross-sectioneel onderzoek: data wordt op 1 tijdstip verzameld. Observatie wat er
gebeurt zonder dat je daar invloed op uitoefent.
o Correlationeel onderzoek: je correleert observaties met elkaar
- Experimenteel onderzoek: een of meer variabelen wordt gemanipuleerd om effect
daarvan te meten op uitkomst variabele
o Tertium quid: een derde variabele beinvloedt de correlatie
Experimentele onderzoeksdesigns:
- Oorzaak en gevolg. Oorzaak en gevolg moeten in dezelfde tijdspanne zitten
(aansluitend). De oorzaak moet voorafgaan aan het effect. Het effect mag niet
optreden zonder de aanwezigheid van de oorzaak.
- Storende variabelen: het tertium quid (de derde variabele) heeft een derde (al dan
niet gemeten) variabele, niet zijnde de predictor variabele. Mogelijk heeft het een
effect op de uitkomstvariabele.
- Het uitschakelen van storende variabelen. Een effect moet aanwezig zijn als de
oorzaak aanwezig is en als de oorzaak afwezig is, moet ook het effect afwezig zijn. De
controleconditie is dat de oorzaak afwezig is. Dit voor het onder controle brengen
van storende variabelen.
Methoden van dataverzameling:
- Between – subject – design / independent samples: Je zit of in de controlegroep of
in de experimentele groep. Personen nemen deel aan één experimentele conditie.
- Within-subject-design/paired samples: eén groep krijgt meerdere behandelingen.
Personen nemen deel aan meer dan één experimentele conditie. Het voordeel is
economisch, want er zijn minder subjecten. De nadelen zijn leereffecten en
vermoeidheid.
Typen variatie:
- Willekeurige variatie: verschillen in uitkomsten zijn het gevolg van onbekende
factoren, zoals leeftijd, IQ, geslacht
- Systematische variatie: verschillen in uitkomsten zijn het gevolg van een specifieke
experimentele manipulatie
Randomisatie: minimaliseert willekeurige variatie:
- Boredom effects: proefpersonen presteren anders in de tweede conditie, omdat ze
moe of verveeld zijn na de eerste
- Practice effects: proefpersonen presteren anders in de tweede situatie waardoor ze
bekend zijn met de experimentele situatie
- Counterbalancing: volgorde waarin een proefpersoon de conditie krijgt.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller communicatieenbeinvloeding. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.26. You're not tied to anything after your purchase.