Alle collegestof en literatuur van New Media & Society in één document.
Literatuur:
Week 1: Manovich, Deuze, Jenkins
Week 2: Scott, Welbers, Opgenhaffen
Week 3: Gillespie, Frissen, d'Haenens & Opgenhaffen, Kreiss & McGregor, Wells (en meer)
Week 4: Van Aelst (en meer), Park, Opgenhaffen en d'Hae...
NMS Tentamenvoorbereiding (18/10/20)
Tentamen semester 1. Woensdag 21 oktober 14:45-17:00.
Week 1
Onderwerp: kenmerken van nieuwe media en convergence culture
Manovich (2001). The language of new media
Hoofdkenmerken van nieuwe media:
(De laatste drie zijn afhankelijk van de eerste twee).
1. Numerieke representatie:
= digitaliteit. Alle nieuwe media zijn gemaakt van digital code. Alles wat we op
bijv. iPads en smartphones te zien krijgen, is op basis van algoritmen, codes
en formules. Er zijn digitale formules waardoor alles bijvoorbeeld een
bepaalde vorm of kleur krijgt. Op die manier gemaakt + gemanipuleerd.
n direct numeriek.
Onderscheid: digitalisering e
Digitalisering = Van analoog naar numeriek. Iets analoogs wordt digitaal gemaakt.
Bijvoorbeeld oude tapes of foto’s digitaal maken.
Direct numeriek = Direct bijvoorbeeld een digitale foto maken.
Voordeel digitaal: online meer capaciteit, grotere opslag, betere kwaliteit (online
foto’s kun je niet verkreukelen), manipuleerbaar (foto’s kun je aanpassen online,
denk aan kleurbewerking).
2. Modulariteit:
Sociale media zijn opgebouwd uit verschillende stukjes. (Denk aan een object
invoegen in Word of een YouTube-video embedden op een (nieuws)site.)
Websites bestaan ook uit delen: het internet / nieuwsmedium kan dan gezien
worden als meta-medium dat bestaat uit een nieuwssite, pluszone, blogs,
videozone, sociale media accounts. Kortom: aparte delen.
3. Automatisering:
Verschillende processen geautomatiseerd: boek hoeft niet meer, zoals
vroeger, handmatig gekopieërd en verspreid te worden. Die verspreiding kan
nu automatisch online.
Automatisering vindt plaats op verschillende niveau’s:
a) Creatie:
Low level: photoshop, word, cms (wordpress)
High-level: artificial intelligence (A.I.) in games, deepfakes,
robotjournalism
, b) Acces: Bijvoorbeeld Google, iBeacon (kortingscode ontvangen als je
een winkel binnenloopt)
c) Storage: Automatische opslag in cloud
4. Transcoding:
Iedere unit/ eenheid online, dus elk aspect dat we online zien, heeft zowel een
menselijke als een computer-betekenis. Die betekenissen raken steeds meer
verstrengeld met elkaar!
- Human meaning
- Computer meaning
“Logic of the computer influences how we understand and represent ourselves.”
- Bijvoorbeeld Facebook en Google databases geven je resultaten op basis van
voorgaande zoekopdrachten (filter bubble / filterbubbel) en op basis van de
plek waar je woont, wie je bent ect. Dat bepaalt daardoor ook weer hoe jij (de
lezer) denkt / welke informatie jij opneemt.
- Bijv. disinhibitie-effect bij online communicatie door anonimiteit,
asynchroniteit. (Je krijgt niet meteen een reactie als je bijv. iemand uitscheldt.
Door het wegvallen van die directe communicatie en een autoriteit ga je als
gebruiker anders communiceren.
Computergedrag heeft invloed op het echte leven, maar andersom heeft het echte
leven ook invloed op je computer gedrag (bijv. Siri of je mobiel als vriend.)
5. Variabiliteit:
Niets is vaststaand; alles is variabel (verschillende versies). (Variabiliteit is gestoeld
op modulariteit).
Bijvoorbeeld van LP’s naar CD’s en nu naar losse mp3’s en een eigen playlist.
Productie en consumptie on demand. (Inhoud vorm en platform van online media
kan zelf bepaald worden. De consument bepaald de inhoud, de vorm en/of het
platform!)
Bijvoorbeeld: e-news (elinea, blendle) en muziek (iTunes, Spotify).
Hypermedia: van ene medium naar andere medium kunnen. Zelf de volgorde kiezen
waarin je nieuws/entertainment consumeert. Consumptie on demand. Iedereen surft
anders op het web, er is daarom sprake van non-lineariteit.
Vergelijk: de maatschappij individualiseert. Daarmee ook een meer individuele
mediaconsumptie. Niet meer met je hele familie voor de buis / tv. Nu op je eigen
toestel naar je eigen programma’s kijken, op een door jou gekozen medium (zoals
YouTube, Netflix of op de tv).
Mediaconsumptie op maat:
Als media-gebruiker heb je de keuze uit verschillende platformen en waar en
wanneer je kijkt.
,Place shifting = de gebruiker consumeert waar hij wil.
Time shifting = d e gebruikers consumeert wanneer hij wil
Format shifting = d e gebruiker kiest uit het media-aanbod op welke manier hij wil
consumeren. Bijv. via een film, videoclip, een liedje of alleen een bepaalde scène /
een bepaald fragment. (De manier waarop je kijkt wat je wil zien / het tot je komt kun
je zelf bepalen.
Gevolgen digitalisering
1) Divergentie
Het gebruik van verschillende platformen om media te presenteren en
consumeren.
Televisieserie kun je kijken op televisie, in bioscoop, op YouTube, op je
mobieltje, op Facebook, op Netflix.. De serie is uit elkaar getrokken en te
consumeren op verschillende platformen, tools ect. Normaal / voorheen alleen
op klassieke tv, nu uit elkaar op verschillende platformen.
2) Convergentie
Samenspel van oude en nieuwe media en technologieën.
- Tv kijken en krant lezen kan nu ook op smartphone; internet kun je
gebruiken op tv; de radio kun je gebruiken via het internet; chatten via
Xbox.
- Tekst (vroeger alleen in krant), foto (bijv. uit tijdschrift) en video
(voorheen vooral op tv) kunnen nu in één bericht online (functies te
combineren op verschillende devices).
Individualisering vs groepsbeleving
Enerzijds is er sprake van individualisering. Maar: mensen willen meer en meer als
individu uitmaken van sociale evenementen / hypes.
Succes van sociale (media-)fenomenen waar een gebruiker als (anoniem) individu
aan kan deelnemen. Het leven in media is hetzelfde als een silent disco (Een goede
tijd hebben samen maar toch alleen zijn in je eigen ervaring (met je eigen muziek
op)).
Deuze (2001). Media Life.
Media zijn altijd en overal. Wij zijn altijd en overal verbonden. Media zijn daardoor
vaak onzichtbaar. We leven in i n plaats van met m edia. We maken onze eigen ‘ik’
via nieuwe media, maar ook anderen doen dit.
Networked individualism:
Verschuiving van kleine, hechte groepen (bijv. familie, gezin of dorp) naar grotere,
losse, gefragmenteerde netwerken (vaak online).
, - Het individu is de hoofdrolspeler, niet de groep. Het individu bepaalt zelf wat
hij doet / kan laten.
- Relaties zijn meer gespecialiseerd en partieel (in verschillende netwerken).
Op tal van sociale media zijn mensen genetwerkt met familie, partner,
voetbalclub, vrienden, kennissen ect.
- Minder hiërarchie, meer vrijheid (zelden een ‘baas’, geen politie online).
- Vaak aangespoord door technologische vernieuwingen.
Gevolg networked individualism: Bestaande, klassieke actoren en media hebben het
moeilijk hieraan te beantwoorden. Mogelijk disruptie: het volledig omvallen van
klassieke principes naar nieuwe actoren die wél weten hoe ze kunnen inspelen op
het networked individualism.
- Vergelijk: Kruideniers (nu: online shopping, Hello Fresh),
vervoersmaatschappijen (nu: Uber), plaatsen/filmmaatschappijen (nu:
Napster, Torrents, Popcorn Time, Spotify, televisie (nu: facebook live,
facebook watch, YouTube series, Apple TV, IGTV en Netflix).
Vraag bij networked individualism mbt journalistiek: op welke manier is journalistiek
onderhevig aan deze onderhandelingen? Welke concurrenten opgekomen? Op
welke manier disruptie ook in journalistiek aanwezig? Welke bedrijven spelen daar
goed op in? Welke minder?
De onzichtbaarheid van sociale media
Door de eigenschappen van sociale media (modulair, variabel, partieel, automatisch,
transcoding, numeriek, invidueel, vrij) zijn sociale media in alle facetten van ons
leven binnengedrongen.
- Nieuwe media dus in snel tempo evident, vanzelfsprekend en min of meer
onzichtbaar geworden.
- Vroeger media gebruiken voor entertainment op bepaald moment van de dag.
Nu hele dag door.
-
Convergence culture= De grens tussen het maken van media en het gebruiken
ervan is onduidelijk geworden.
Social media life: eigen tijdlijn vastleggen op facebook en terugblikken.
(Vb: Vrouw deelde foto van haar embryo op Facebook met daarbij: ‘I’m pregnant’.
De baby leeft daardoor al een facebooklife.)
(Vb: Ja-woord geven via een tweet. Delen dat je weeën hebt via een contraction
timer app. Zelfmoord delen via internet. Live mensen vermoorden - Christchurch
Livestream).
Truman Show met Jim Carrey: Truman continu in de gaten gehouden door
camera’s; soap van zijn leven. Hij weet dat niet. Vergelijking met nieuwe media: we
leven daar niet zo goed in zonder het te beseffen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller loesxloes. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.26. You're not tied to anything after your purchase.