Praktisch Goederenrecht
Hoofdstuk 1
Goederenrechtelijke rechtsrelatie: de rechtsrelatie tussen goederen en een persoon.
Vermogensrecht: goederenrecht en verbintenissenrecht samen.
Goederenrecht is tussen goed en persoon.
Verbintenissenrecht is tussen personen.
Goederen: alle zaken en vermogensrechten.
Zaak: alle voor de mens beheersing vatbare stoffelijke objecten.
Dieren zijn geen zaken.
- Regels met betrekking tot zaken zijn in beginsel wel op dieren van toepassing.
Vermogensrecht: een recht met een bepaalde waarde die in geld is uit te drukken.
1. Het zijn rechten die afzonderlijk of tezamen met een ander recht overdraagbaar zijn.
Eigendomsrecht of een vorderingsrecht.
2. Of die ertoe strekken de rechthebbende stoffelijk voordeel te verschaffen.
Recht op smartengeld, recht van gebruik.
3. Of die verkregen zijn in ruil voor verstrekt of in het vooruitzicht gesteld stoffelijk
voordeel.
Buurman doet boodschappen voor mij omdat ik slecht te been ben. Ik geef
hem wekelijks 20 euro.
Onroerend goed: goederen die niet verplaatsbaar zijn.
Verschillende soorten:
De grond. Park, weiland, tuin.
Delfstoffen die nog niet zijn gewonnen.
Beplantingen die met de grond zijn verenigd. Bomen, struiken, planten en gewassen.
Gebouwen die duurzaam met de grond zijn verenigd.
Werken die duurzaam met de grond zijn verenigd. Kunstwerken, stellages.
Gebouwen en werken die door vereniging met andere gebouwen of werken
duurzaam aan de grond zijn verenigd.
Roerende zaak: alles wat niet onroerend is.
Hoofdzaak en bestanddeel
Bestanddeel: alles wat volgens verkeersopvatting deel uitmaakt van een zaak.
Als het niet meer van de hoofdzaak verwijderd kan worden, zonder dat er schade aan
komt.
Een boom kan ook een bestanddeel zijn van de grond.
,Registergoederen en niet-registergoederen
Registergoederen: goederen voor welke overdracht of vestiging inschrijving in daartoe
bestemde openbare registers noodzakelijk is.
- De registers zijn openbaar toegankelijk; iedereen kan deze raadplegen.
Onroerende goederen zijn altijd registergoederen.
Vliegtuigen en bepaalde categorieën schepen zijn ook registergoederen.
Scooters of andere zaken die in bepaalde specifieke registers worden geregistreerd, zijn
geen registergoederen. De overdracht hoeft namelijk niet in openbare registers.
Natuurlijke en burgerlijke vruchten
Natuurlijke vruchten: zaken die volgens verkeersopvatting als vruchten van andere zaken
worden aangemerkt. (Appel, puppy)
- Natuurlijke vruchten worden een zelfstandige zaak op het moment dat deze wordt
afgescheiden.
- Een puppy is een zelfstandig dier als die wordt geboren. (Dieren zijn geen zaak)
Burgerlijke vruchten: vermogensrechten die volgens verkeersopvatting als vruchten van
goederen worden aangemerkt. (Rente van een spaarrekening, huuropbrengst van een
woning).
Een burgerlijke vrucht wordt een zelfstandig recht op het moment dat deze opeisbaar wordt.
Goede trouw
Er is geen goede trouw van een persoon als:
1. Wanneer iemand de feiten of het recht waarop zijn goede trouw betrekking heeft,
kende.
- Je koopt een 2e hands telefoon waarvan je weet dat die gestolen is.
2. Wanneer iemand de feiten of het recht waarop zijn goede trouw betrekking heeft,
behoorde te kennen.
- Wanneer je had moeten weten dat iets niet klopte, maar je niets hebt ondernomen
om dit te achterhalen.
Bij een situatie waarin onderzoek niet mogelijk was, dan betekent dat niet automatisch dat je
te goeder trouw bent.
Goeder trouw: wanneer je niet wist en niet hoefde te weten dat feiten of het recht waarop zijn
goeder trouw betrekking heeft niet juist waren.
,Hoofdstuk 2
Absolute rechten: rechten die een persoon op een goed kan hebben.
Kunnen rechten zijn op een zaak of een vermogensrecht.
Zijn tegen iedereen inzetbaar.
Geeft de rechthebbende heerschappij over het betreffende goed.
Relatieve rechten: rechten die slechts tegenover een bepaalde persoon werken.
Kenmerken absolute rechten
8 absolute rechten:
1. Vruchtgebruik (3)
2. Pand (3)
3. Hypotheek (3)
4. Eigendom (5)
5. Erfdienstbaarheid (5)
6. Erfpacht (5)
7. Opstal (5)
8. Appartement (5)
Zaaksgevolg: droit de suite
- Het absolute recht blijft op een goed bestaan, ook al bevindt dat goed zich niet meer
in de macht van de rechthebbende.
- Rust op het goed.
Prioriteitsbeginsel: droit de priorité
- Ingeval er meer dan één absoluut recht op een goed rust, dan gaat het eerder
gevestigde absolute recht vóór een later gevestigd absoluut recht.
Bevoorrechte positie: proit de préference
- Een bevoorrechte positie in bij een faillissement van een ander.
- Wanneer er goederen zijn waar tijdens een faillissement een derde een absoluut
recht op heeft, vallen deze goederen niet in het faillissement.
- Ze kunnen dan door de rechthebbende buiten het faillissement worden gehouden.
Onderscheid volledige en beperkte rechten
Absolute rechten kunnen volledig of beperkt zijn.
Eigendomsrecht is het enige absolute volledige recht. De rest is absoluut beperkt.
Volledig: de rechthebbende kan binnen de grenzen van de wet, alles met de zaak doen waar
het volledige recht op rust.
Beperkt: je mag niet alles met het goed doen.
Volledige rechten: eigendom
Een eigenaar mag met zijn eigendom geen hinder veroorzaken of de wet op andere wijze
overtreden. (Wietplantage in je woning)
, Beperkte rechten
Vruchtgebruik
Het recht om goederen die aan een ander toebehoren, te gebruiken en daarvan de vruchten
te genieten.
Het lijkt alsof de vruchtgebruiker de eigenaar is. Maar dit is niet zo.
Vruchtgebruik is niet hetzelfde als bruikleen.
Natuurlijke vruchten: appels, peren ect.
Burgerlijke vruchten: rente, divident, huuropbrengst ect.
Vruchtgebruik wordt gevestigd of ontstaat door verjaring.
Een bezitter te goeder trouw kan een recht op roerende zaken, niet-registergoederen,
verkrijgen door een onafgebroken bezit van 3 jaar.
Bij andere goederen is dit 10 jaar.
Een natuurlijk persoon kan maximaal een vruchtgebruiker zijn voor de duur van zijn leven.
Bij overlijden wordt het automatisch beëindigt.
Als een rechtspersoon vruchtgebruiker is, kan hij dat maximaal 30 jaar zijn. Wanneer de
rechtspersoon ophoudt te bestaan, vervalt het recht van vruchtgebruik.
Verdieping
Voorbeeld: een vrouw en haar kinderen wonen samen met haar nieuwe vriend (niet vader
van de kinderen) samen in 1 huis. Zij vestigt een recht van vruchtgebruik op het huis zodat
de vriend en de kinderen na haar overlijden nog in het huis kunnen wonen. Maar als hij
overlijdt gaat het huis niet naar zijn familie, maar naar haar kinderen.
Voorwaarden vestiging recht van vruchtgebruik:
1. Vestiging (in plaats van levering)
2. Geldige titel
3. Beschikkingsbevoegdheid
De vruchtgebruiker mag de goederen gebruiken en verbruiken en is bevoegd tot het beheer
daarvan. Hij wordt eigenaar van de vruchten.
De vestigingsformaliteiten zijn gelijk aan de leveringshandeling bij overdracht van de zaak
waarop het erfdienstbaarheidsrecht is gevestigd. (Soms is notariële akte vereist)
Bevoegdheden vruchtgebruiker:
Vervreemden
Beleggen van geld
Verteren en vervreemden
Verhuren en verpachten
Doen van een verzoek om een rechterlijke uitspraak betreffende het recht van
vruchtgebruik
Overdracht en bezwaren recht van vruchtgebruik.
Sommige bevoegdheden kunnen worden beperkt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller noemigroeneveld. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.