100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Jurisprudentie bij ondernemingsrecht jaar 2 HBO-rechten Inholland $5.91   Add to cart

Summary

Samenvatting Jurisprudentie bij ondernemingsrecht jaar 2 HBO-rechten Inholland

1 review
 69 views  4 purchases
  • Course
  • Institution

In dit document staan alle jurisprudentie die je moet weten voor de toets ondernemingsrecht jaar 2 op Inholland. Bij elke uitspraak staat een korte samenvatting en de rechtsregel die je moet weten. Zie mijn account voor de samenvatting van het boek. Succes!

Preview 2 out of 10  pages

  • October 21, 2020
  • 10
  • 2018/2019
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: xlobles • 3 year ago

avatar-seller
Jurisprudentie bij ondernemingsrecht

De Bakkerij vof
- HR 7 juni 2013
- Onderwerp: oprichting (vof)
- Art. 22 WvK

Casus: X heeft sinds 2002 een bakkerij. A werkt hier in 2006 en 2007. Volgens A zijn partijen op juni
2006 een mondelinge overeenkomst tot het oprichten van een vof overeengekomen onder
voorwaarde dat A bij aanvang van zijn dienstverband een bedrag zou betalen en vervolgens een jaar ‘
om niet’ arbeid en deskundigheid zou inbrengen in de bakkerij. X zou deze afspraken vervolgens niet
zijn nagekomen. In 2006 is A aangemeld bij de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het
bakkersbedrijf. A heeft over 2006 en 2007 jaaropgaven van zijn loon ontvangen. X heeft in maart
20707 een werkgeversverklaring voor A ondertekend. De arbeidsovereenkomst met A wordt op een
gegeven moment op zijn verzoek schriftelijk en met wederzijds goedvinden beëindigd.
A vordert bij de rechtbank onder meer X (en Y) te bevelen de bakkerij in de vorm van een vof
bestaande uit vier vennoten, zijnde A en B en X en Y, in te schrijven bij de KvK, of X (en Y) te bevelen
de bakkerij in de vorm van een vof bestaande uit twee vennoten, zijnde A en X, in te schrijven bij de
KvK.

De rechtbank wijst de vordering af. De rechtbank oordeelt dat een inschrijving van een vof in het
handelsregister slechts mogelijk is als partijen gezamenlijk een vof hebben opgericht of deze op korte
termijn zullen oprichten. In casu is door partijen geen authentieke of onderhandse akte in de zin van
art. 22 WvK opgesteld, waardoor er geen vof is opgericht, noch hebben A en B een vordering tot
(medewerking aan) oprichting van een vof c.q. opstellen van een oprichtingsakte ingesteld. Een
verplichting tot inschrijving is dan ook niet mogelijk.
Het hof bekrachtigd het vonnis van de rechtbank en de HR verwerpt het cassatieberoep.

Doetinchemse ijzergieterij
- HR 1 april 1949
- Onderwerp: vennootschappelijk belang

Casus: NV Uitgevers Maatschappij C. Misset bezit de absolute meerderheid van de aandelen in de NV
Doetinchemse IJzergieterij. Art. 3 van de statuten van deze vennootschap bepaalt dat de RvC beslist
over tijd en voorwaarden van het uitgeven van de aanvankelijk niet geplaatste aandelen. Op de
algemene vergadering van 23 augustus 1947 verneemt Misset dat zonder haar medeweten 600
ongeplaatste aandelen onderhands zijn uitgegeven. De RvC vond dit noodzakelijk om na de
verliesjaren 1942-1945 het bedrijf weer op gang te brengen. Hierdoor bezit Misset echter niet meer
de absolute meerderheid van de aandelen, maar een andere groep aandeelhouders (waaronder
leden van de RvC).
Misset is van mening dat de aard van de vennootschapsovereenkomst, de billijkheid en de goede
trouw zich verzetten tegen het emitteren van aandelen, zonder Misset, als grootste aandeelhouder,
in de gelegenheid te stellen om deel te nemen aan deze emissie. Misset wil derhalve bij de rechter in
een bodemprocedure een vordering aanhangig maken tot nietigverklaring van de emissie. In de
tussentijd vordert zij in dit kort geding een verbod om enige rechten op de nieuw geplaatste
aandelen uit te oefenen totdat ten principale over de rechtmatigheid van de emissie is beslist.

, De rechtbank wijst de vordering van Misset af. Het hof overweegt dat vergroting van het
vennootschappelijk kapitaal door uitgifte van ongeplaatste aandelen meebrengt, dat de winsten van
de vennootschap over meerdere aandelen moeten worden verdeeld. De belangen van de bestaande
aandeelhouders zijn hierbij direct en in belangrijke mate betrokken. Vervolgens overweegt het hof
dat naar de aard van een vennootschappelijke overeenkomst de doelgerechtigheid van de
aandeelhouders in de winst van de vennootschap hun eerste en voornaamste belang in de
vennootschap is. Dit belang moet volgens het hof worden aangemerkt als grondrecht van iedere
aandeelhouder en derhalve worden geëerbiedigd. Commissarissen dienen bij besluiten met dit
grondrecht rekening te houden en conform dit grondrecht te goeder trouw te handelen. De RvC
heeft hier tegen ingebracht dat hij een beroep doet op het belang van de vennootschap, omdat hij
gegronde reden tot vrees meende te hebben dat Misset, indien zij grootste aandeelhouder bleef,
haar privébelangen voor die van de vennootschap zou laten gaan. Samenwerking zou hierdoor niet
mogelijk zijn geweest. Het hof overweegt hieromtrent dat zelfs indien het belang van de
vennootschap zou mogen prevaleren boven het recht van de aandeelhouders op eerbiediging van
hun recht om te delen in de winst, daarvoor ernstige en dringende reden moet zijn, waarbij ook nog
eens geen andere mogelijkheden voor handen mogen zijn. Het hof acht dit in de casus niet het geval,
vernietigt het vonnis in kort geding van de rechtbank en wijst de vordering van Misset toe.

In cassatie is aangevoerd dat het hof miskend heeft dat de commissarissen bij hun handelen en het
nemen van besluiten slechts rekening dienen te houden met het belang van de vennootschap.

De HR overweegt dat, indien de statuten bepalen dat de RvC over de uitgifte van niet-geplaatste
aandelen beslist, de RvC bevoegd is om de plaatsing van de aandelen te bewerkstelligen op de wijze
die hij in het belang van de vennootschap acht. Vervolgens overweegt de HR dat de wetgever geen
recht van voorkeur voor een aandeelhouder heeft willen voorschrijven, maar aan belanghebbenden
heeft overgelaten of zij voor hun vennootschap al dan niet een dergelijk voorkeursrecht willen
scheppen. De RvC dient zich, bij de uitoefening van de rechten die hem als orgaan zijn toegekend,
te richten naar het belang van de vennootschap. De RvC dient dit vennootschappelijk belang te
overwegen, indien dit naar zijn oordeel in botsing komt met de belangen van welke aandeelhouder
ook. Het enkele feit dat iemand tijdens het bestaan van een vennootschap, waarin de RvC beslist
over de uitgifte van ongeplaatste aandelen, de meerderheid van de stemmen weet te verwerven,
ontneemt de RvC niet van zijn vrijheid om een beslissing te nemen. Het HR vernietigd het arrest van
het hof en bekrachtigt, zij op andere gronden, het vonnis van de rechtbank.

 het vennootschappelijk belang bestaat uit verschillende deelbelangen, zoals het belang van de
aandeelhouders, van de werknemers en van de crediteuren. De RvC dient een overweging te maken
van alle deelbelangen om tot de vaststelling van het vennootschappelijk belang te komen.

Playland
- HR 20 september 1996
- Onderwerp: doeloverschrijding
- Art. 2:7 BW

Casus: Playland BV exploiteert een aantal speelautomaathallen in Nederland. Tot 18 juli 1990 is
Joosten statutair bestuurder van Playland BV. De aandelen van de BV zijn in handen van Joosten en
Snow Investment Ltd. In oktober 1989 heeft Joosten aan advocaat S opdracht gegeven voor rekening
van de vennootschap juridische werkzaamheden te verrichten met het oog op een voorgenomen
overdracht van de aandelen door beide aandeelhouders.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller catoverver. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.91. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.91  4x  sold
  • (1)
  Add to cart