100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Financial Accounting M6 $5.89
Add to cart

Summary

Samenvatting Financial Accounting M6

2 reviews
 192 views  19 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van Financial Accounting M6 in het 3e jaar van Finance & Control (voorheen Bedrijfseconomie) op Windesheim te Zwolle. Dit is een samenvatting van Hoofdstuk 12 t/m 19, behalve hoofdstuk 15.

Preview 4 out of 34  pages

  • No
  • Hoofdstuk 12 t/m h19, exclusief h15
  • October 21, 2020
  • 34
  • 2020/2021
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: s1163876 • 1 year ago

review-writer-avatar

By: justineams • 2 year ago

Translated by Google

The summary contains too much text and is not concise enough.

avatar-seller
Financial accounting
Hoofdstuk 12 –




Instandhoudingsdoelstellingen en waarderingsgrondslagen
Een winstbepalingsstelsel is opgebouwd uit twee elementen: de instandhoudingsdoelstelling en de
waarderingsgrondslag.

12.1 Indeling winstbepalingsstelsel
Winst is het bedrag dat aan het einde van een periode aan de onderneming kan worden onttrokken,
zodanig dat die onderneming daarna weer in dezelfde positie is als aan het begin van de periode.
Om de winst te kunnen bepalen, moet dus eerst gedefinieerd worden welk bedrag aan het einde van
de periode in de onderneming dient te blijven om haar in dezelfde positie te houden als waarin zij
zich aan het begin van de periode bevond. Dit bedrag is afhankelijk van de gekozen instandhoudings-
of handhavingsdoelstelling van de onderneming.

Er zijn in theorie de volgende instandhoudingsdoelstellingen denkbaar:
 Het nominalisme -> Handhaving van het eigen vermogen in euro’s. Je wilt in geld dezelfde
uitgangssituatie.
 Het substantialisme -> Handhaving van het complex van materiële activa. Je wilt in goederen
dezelfde uitgangssituatie.
 Handhaving van de koopkracht van het eigen vermogen -> Je kijkt naar het eigen vermogen
en hier laat je de inflatie los.

Nominalisme
De nominalistische winstopvatting houdt in dat de onderneming weer in dezelfde positie is, als in
geld gemeten de beginsituatie hersteld is. Volgens deze wijze is elk overschot boven het nominale
eigen vermogen winst.

Instandhoudingsdoelstelling
De instandhoudingsdoelstelling is in dit geval de handhaving van het eigen vermogen in euro’s.

Winstopvatting
Bij toepassing van het nominalisme maken de gerealiseerde voorraadresultaten onderdeel van de
winst uit.
Het nominalisme houdt bij de winstbepaling geen rekening met de gevolgen van prijswijzigingen van
de voorraad productiemiddelen.
 Nominalisme winst: Omzet – kosten
 Winstbepaling: Verandering van inkoopprijs heeft geen invloed op de aanwezige voorraad en
daarmee de winst.

Substantialisme

,Het substantialisme stelt dat de onderneming in hoeveelheid materiële activa of productiemiddelen
gemeten weer in de beginsituatie dient te zijn, voordat er sprake is van winst.

Instandhoudingsdoelstelling
De instandhoudingsdoelstelling is in dit geval het complex van de materiële activa van de
onderneming.
Winstopvatting
Het substantialisme rekent voorraadresultaten niet tot de winst, omdat ze aan de onderneming
gebonden zijn. Anders gezegd: het substantialisme rekent slecht gelijktijdige verschillen tussen in- en
verkoopprijzen tot de winst.
Bij het substantialisme is niet ieder overschot boven het begin eigen vermogen winst; een gedeelte
van dat overschot is gebonden aan de onderneming om vervanging van het complex van de
materiële activa tegen gestegen prijzen te waarborgen.
Substantialisme winst: Nieuwe verkoopprijs – kosten.

Voorraadresultaat (holding gain) is het verschil tussen beide winstbedragen: het bedrag waarmee de
inkoopprijs is gestegen tussen het moment van inkoop en dat van verkoop. Het betreft het
volgtijdelijke prijsverschil op de inkoopmarkt.

Handhaving van de koopkracht van het eigen vermogen
Wanneer niet de onderneming als uitgangspunt wordt genomen, maar de eigenaren van de
onderneming, zal de instandhoudingsdoelstelling leiden tot de handhaving van de algemene
koopkracht van het eigen vermogen.

De IASB en de RJ onderscheiden in dit kader financiële vermogensinstandhouding en fysieke
vermogensinstandhouding. De financiële vermogensinstandhouding kan worden gemeten in
nominale geldeenheden en in eenheden constante koopkracht. Fysieke vermogensinstandhouding
heeft betrekking op de productiecapaciteit van de onderneming en komt overeen met het
substantialisme.

Waardering van de materiële activa
Bij monetaire activa (liquide middelen en vorderingen) hoeft geen vertaalslag gemaakt te worden,
omdat deze al in een geldbedrag luiden. Dit geldt ook voor monetaire passiva als voorzieningen en
schulden.

Bij materiële activa zijn verschillende waarderingsgrondslagen mogelijk:
 Historische kostprijs (aanschaf, werkelijk betaalde inkoopprijs)
 Actuele waarde of vervangingswaarde
 De voor inflatie gecorrigeerde historische kostprijs (de werkelijk betaalde inkoopprijs,
vermenigvuldigd met een factor die de stijging van het algemeen prijspeil weergeeft)
 Reële waarde of geschatte verkoopprijs

Samenhang tussen waarderingsgrondslagen: De verkoopprijs en de vervangingswaarde kunnen
samenvallen, net zoals de verkoopprijs, directe opbrengstwaarde en indirecte opbrengstwaarde. Zie
tabel hieronder.

Waarderingsgrondslag Instandhoudingsdoelstelling
Nominalisme Substantialisme Handhaving
koopkracht eigen
vermogen
Historische kostprijs Historische kostenstelsel

, Vervangingswaarde Modern nominalisme Vervangingswaarde Stelsel-bakker
Voor inflatie General price-level
gecorrigeerde accounting
historische kostprijs
Geschatte verkoopprijs Reële-waardestelsel
Hoofdstuk 13 – Historischekostenstelsel
13.1 – Toepassing van historische kosten op de vaste activa
De waardering en winstbepaling geschieden tegen de oorspronkelijke betaalde prijs verminderd met
de reeds gedane afschrijvingen, die gebaseerd zijn op de oorspronkelijke aanschafprijs.
Het resultaat wordt nominalistisch bepaald.

13.2 Toepassing van historische kosten op de voorraden
Binnen het historischekostenstelsel kunnen de voorraden op 3 manieren berekend worden:
 First In First Out (FIFO)
 Gemiddelde inkoopprijzen (GIP)
 Last In First Out (LIFO)
 Ijzerenvoorraadstelsel -> een vaste voorraad waarderen tegen de prijs waar ze het ooit voor
ingekocht hebben.

FIFO
Bij de FIFO-methode geldt de boekhoudkundige veronderstelling dat de eerst ingekochte goederen
ook weer het eerst worden verkocht.
De gerealiseerde voorraadresultaten worden tot de winst gerekend; er is dan ook sprake van een
nominalistische winstbepaling. Voorraadresultaten worden in het bedrijfseconomische jargon als
schijnwinsten aangeduid.

Gemiddelde inkoopprijzen
Bij de gemiddelde inkoopprijsmethode wordt als basis voor de waardering en winstbepaling de
gewogen gemiddelde inkoopprijs van de voorraad genomen. Deze wordt dus na iedere inkoop
aangepast.
De voorraadresultaten worden hierbij nog grotendeels tot de winst gerekend; de winstberekening is
daarom als overwegend nominalistisch te beschouwen.

LIFO
Bij de LIFO-methode wordt uitgegaan van de boekhoudkundige veronderstelling dat de laatst
ingekochte goederen het eerst worden verkocht. Hierbij worden twee varianten onderscheiden:
 Individueel LIFO: Hierbij wordt per transactie bekeken welke voorraad op het moment van
verkoop het meest recent is ingekocht. Deze variant is gedeeltelijk substantialistisch (wel
voor de voorraden, niet ten aanzien van duurzame productiemiddelen).
 Collectief LIFO: Hierbij wordt aangenomen dat de laatst in de betreffende periode ingekochte
voorraden in die periode zijn verkocht, ongeacht de volgorde van in- en verkopen. Aan het
einde van de periode worden de inkoopprijzen bepaald. Deze variant is grotendeels
substantialistisch.
o Collectief LIFO is bedoeld als periodewinstbepalingssysteem: de kostprijs wordt in
totaliteit voor een bepaalde periode bepaald door deze af te leiden uit het verband
tussen beginvoorraad, inkopen en eindvoorraad.

Ijzerenvoorraadstelsel
De ijzeren voorraad is de voorraad die noodzakelijk is om de normale bedrijfsactiviteiten uit te
kunnen oefenen. Ten aanzien van deze voorraad worden de voorraadresultaten geheel geëlimineerd

, door deze voor een vaste prijs in de balans op te nemen. Als vaste prijs wordt de voor de ijzeren
voorraad betaalde inkoopprijs (historische kostprijs) genomen. Bij oplopend prijspeil wordt er op de
ijzeren voorraad dan ook geen winst geconstateerd.

Het ijzerenvoorraadstelsel is dan ook substantialistisch.
Een hoge waardering leidt tot een hogere winst. Een lage waardering leidt tot een lagere winst. De
waardering is in de afbeelding weergegeven.




13.3 – Vermogensbepaling
Stille reserves: Reserves die ontstaan wanneer een materieel actief voor een lager bedrag dan op dat
moment geldende inkoopprijs op de balans staat. Dit zal plaatsvinden in tijden van prijsstijging
wanneer de historische kosten toegepast worden.

Voor de voorraden geldt dat de grootte van deze stille reserves afhankelijk is van de aanname over
het verloop van de voorraad.
Bij FIFO bestaat de voorraad uit de meest recente inkopen en zal de stille reserve relatief gering zijn.
Bij de gemiddelde inkoopprijs en LIFO zijn in de situatie van prijsstijgingen de stille reserves steeds
groter. Bij het ijzerenvoorraadstelsel hebben we gezien dat de voorraadwaardering op de balans zelfs
negatief kan zijn.
Hoe beter bij een methode de voorraadresultaten uit de winst worden geëlimineerd, hoe slechter die
methode scoort ten aanzien van de vermogensbepaling. Zie figuur 13.2.




13.4 - Prijsdalingen
In geval van dalende prijzen kan het historischekostenstelsel niet worden toegepast, omdat we te
maken krijgen met de minimumwaarderingsregel. De minimumwaarderingsregel geeft aan dat

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nicolevdberg. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52355 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.89  19x  sold
  • (2)
Add to cart
Added