100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Lesnota's rechtspersonenrecht / vennootschappen en verenigingen (Hans De Wulf) $12.95
Add to cart

Class notes

Lesnota's rechtspersonenrecht / vennootschappen en verenigingen (Hans De Wulf)

2 reviews
 355 views  7 purchases
  • Course
  • Institution

Uitgebreide lesnotities van het vak vennootschappen en verenigingen (AJ ), gedoceerd door Prof. dr. Hans De Wulf. Het document bevat overigens mini samenvattingen en voorbeelden die in de les gegeven werden. Ook de slides zitten erin verwerkt.

Preview 10 out of 204  pages

  • October 21, 2020
  • 204
  • 2019/2020
  • Class notes
  • Unknown
  • All classes

2  reviews

review-writer-avatar

By: rowancrevits • 11 months ago

review-writer-avatar

By: dcm • 3 year ago

avatar-seller
3BACH




Vennootschappen en
verenigingen
LESNOTITIES
2019-2020

,DEEL 1. INLEIDING
Vennootschappen & verenigingen zijn overal

o Bv. Apple, Proximus, Volkswagen, AA Gent = vennootschappen
o Maar ook vaak uw bakker of slager op de hoek, de pralines- of boekenwinkel die u later
hoopt uit te baten, uw café, favoriete hotel en restaurant
o Bv. Fanfares en kaartclubs van opa en oma, Amnesty International, Natuurpunt, VRG, maar ook
ziekenhuizen, politieke partijen en vakbonden = verenigingen

Examen

Zie pwp 1 dia 13 e.v.

0. KORTE INLEIDING

Vennootschap – vereniging – stichting

o = Privaatrechtelijke organisaties
o Vennootschap en vereniging
o = Meestal samenwerkingsverband tussen twee of meer personen die één of ander doel
willen bereiken/nastreven.
§ Bv. Smartphones ontwerpen, produceren en verkopen
§ Bv. Samen muziek maken i/d fanfare
o Functies
§ Onderneming structureren en vermogen beheren
o Stichting
o ¹ Samenwerkingsverband!
o = RP aan wie de stichter een deel van zijn vermogen/zijn gehele vermogen heeft gegeven en
dit vermogen heeft een bepaalde bestemming gekregen
§ Opgericht met belangeloos doel (= non-profit)
§ Een v/d grootste stichtingen ter wereld = Bill & Melinda Gates Foundation
o Bij oprichting bepalen we het doel van de stichting
§ Aanstellen v/e bestuur, die in opdracht van oprichter gaat beslissen wat er met
vermogen gaat gebeuren
§ = Stichting heeft vermogen gekregen van minstens 1 NP (= de stichter) en moet dit
gebruiken voor de doelstellingen die de stichter in de oprichtingsakte (= ‘geschreven
stuk’) heeft ingeschreven.
o Sommige vennootschappen en meeste stichtingen niet zozeer op samenwerking of uitbaten van
onderneming gericht, maar op vermogensbeheer
o Bv. Rijke X heeft 30 huizen die hij verhuurt
§ Zowel fiscaal als organisatorisch is het voordelig voor hem om die goederen niet zelf,
als NP te verhuren, maar via een vennootschap waar hij ze in gestopt heeft
(“inbreng”)
o Om bezittingen die iemand heeft op efficiënte manier te beheren, vaak om belastingen te
besparen

Profit vs. non-profit

o Profit



2

, o = Organisaties die winst nastreven
§ = VENNOOTSCHAP
o Ultieme doel = winst maken met de activiteiten en winst verdelen onder ‘leden’, die men AH
of vennoten noemt
§ Vennoten willen zichzelf verrijken via vennootschap
§ Belet niet dat venn. nog andere doelstellingen kan hebben; maar in elk geval
winstuitkering
o Winst indien opbrengsten > kosten
§ Deel v/d winst bestaat uit opbrengsten die geen kosten zijn
§ Bv. Kantoorgebouw: winst van 2 miljoen maar geen inkomsten (geen verkoop, geen
huur,…)
• Boekhoudkundig kan men zeggen dat deze gebouwen vorig jaar bv. €15.000
waard waren en nu €17.000
o Non-profit
o = KUNNEN winst maken maar mogen winst niet verdelen onder lezen
§ = VERENIGING
• Bv. VRG Gent = vzw, maakt mss winst met organiseren van feestjes, maar
VRG is verplicht winst te herinvesteren in andere studentenactiviteiten
o Samenwerking voor een belangeloos doel: om het even wat, maar niet de verrijking van de
leden, dus geen winstuitkering
§ Bij stichting ook belangeloos doel
• Maar zij is gesticht door 1 stichter, die er een deel van zijn vermogen aan
heeft gegeven (bv. Bill & Melinda Gates Foundation)
o Doel = irrelevant

Wat gaan we zien?

o In deze cursus bestuderen we vennootschappen, verenigingen en stichtingen
o Vooral vennootschappen, omdat:
o Geen tijd om alle technische regels van de drie vormen te overlopen
o Vennootschapsrecht is ingewikkelder: eens u vennootschap recht begrijpt, zal je op eigen
kracht het non-profitrecht kunnen leren kennen

HERHALING BOEKHOUDRECHT

o Passiefzijde (= financieringsbronnen) geeft aan hoe activa (= bezittingen) gefinancierd worden.
o Eigen vermogen en vreemd vermogen (= passiva)
o Eigen vermogen
§ = Werkingsmiddelen v/d vennootschap die niet moeten teruggegeven worden
zolang de venn. bestaat
• Kan nooit verplicht worden tijdens bestaan om deze terug te geven
§ Bevat kapitaal en inbreng
• Ook reserves: = winsten die men gemaakt heeft en niet heeft
uitgekeerd a. AH’s (= gereserveerde winsten)
o Vreemd vermogen
§ Moet je uiteindelijk teruggeven à is niet echt van jou
o Faillissement?
o De failliet verklaarde onderneming mag geen betalingen doen/ontvangen
o SE’s zullen op voet van gelijkheid claims indienen om toch een deel terug te krijgen.




3

,H1. DEFINITIES

1. ALGEMEEN

2 Belangrijkste functies

o Onderneming structureren
o Bv. NV Perrigo wil geneesmiddelen produceren
o Vermogen beheren
o Bv. NV Immo Janssens beheert het onroerend patrimonium v/d familie Janssens, teneinde
aan- en verkopen en verhuur vlot te laten verlopen, fiscale toestand te optimaliseren inclusief
besparing op belastingen bij overdracht naar volgende generatie

Organisatie

o Niet echt juridisch begrip, in de economie gebruikt men dit begrip wel.

Onderneming

o Geen uniform juridisch begrip
o Onderneming ¹ vennootschap
o Wel algemeen begrip i/h WER
o = Alle RP’n en NP’n met zelfstandige beroepsactiviteit
§ Ook entiteiten zonder RPH, tenzij ze op winstuitkering gericht zijn
• Bv. Feitelijke verenigingen ¹ onderneming want niet gericht op
winstuitkering
o Belang van algemene WER-definitie?
§ Afwijkend bewijsrecht (cf. vroegere handelsrechtelijk bewijs)
§ Toepasselijkheid insolventieprocedures
§ Registratieplichten in KBO
§ Toepassingsgebied marktpraktijken
• Onderneming vs consument
• Vervangt eeuwenoud onderscheid handelsrecht – burgerlijk recht
o + Profit – non profit
o Ook bijzondere definities in verschillende boeken v/h WER
o Specifieke definities buiten WER
o Milieuwetgeving
o Sociale wetgeving
o = “Geheel van mensen en middelen dat ingezet wordt om G/D’n te produceren voor een markt”
o Impliceert: minstens tegen een kostprijs, om going concern te zijn
§ Want onderneming wil zichzelf in stand houden
o Impliceert: afnemers buiten onderneming

Vennootschap

o Art. 1.1. WVV
o Wordt opgericht door één of meer personen bij een RH
§ Oprichters = “vennoten”
o ó Vroegere recht: vennootschap = contract, moet door minstens 2 personen worden
opgericht
o Vennoten doen een inbreng



4

, o = Overdragen a/d vennootschap v/e vermogensbestanddeel dat in geld waardeerbaar is, in
ruil voor een juridische aanspraak op deel v/d winst die de vennootschap ev. zou genereren
§ Of je ooit winst gaat maken ¹ zeker, is risico dat vennoot altijd loopt
o Inbrengen vormen minstens deel v/h startvermogen v/d vennootschap
§ ó Veel vennootschappen beginnen te werken met bankkrediet & dus met schulden
• Bv. A en B brengen €600.000 in in een bakkerij en gaan ook lening aan
• Bakkerijk wordt dus enerzijds met inbrengen gefinancierd en anderzijds met
leningen
• Boekhoudkundig kunnen we stellen dat de vennootschap met EV & VV
gefinancierd wordt
§ Maar ook mogelijk dat vennoten zelf een lening a/d vennootschap verstrekken
• Ratio? Bv. A en B richten vennootschap op
o Gaan €100.000 aan vennootschap verstrekken
§ Niet in de vorm v/e inbreng, maar een lening
o Wanneer vennootschap failliet gaat à SE’s zoveel mogelijk betalen
o Aangezien ze lening hebben verstrekt: A & B = ook SE’s
§ Kunnen terugbetaling claimen
o Regel = eerst SE terugbetalen, dan pas AH
§ Daardoor geven AH liever een lening à zijn SE.
o Maatschap
o = Enige soort vennootschap dat geen RPH heeft
§ Hebben WEL een vermogen
o = Soort mede-eigendom v/d vennoten
§ Hebben deel v. privévermogen ingebracht in maatschap
• Dit kan geen eigendom zijn v. maatschap want heeft geen RPH.
§ Men noemt maatschapsvermogen ‘doelvermogen’
o Voorwerp v/d vennootschap
o = Activiteiten die de vennootschap van plan is uit te oefenen
§ = Verschillend per vennootschap
• Bv. Telecombedrijf, auto’s produceren, bakkerij,…
o Eén v/d doelen = uitkering v/e vermogensvoordeel a/d vennoten (= winstuitkering)
o Profit vs. non-profit
o Vennootschappen zijn gericht op winst ó verenigingen mogen geen winst uitkeren

Vereniging (art. 1.2 WVV)

o Opgericht bij OK tussen 2 of meer personen
o Oprichters = “leden”
o Activiteiten die met belangeloos doel w nagestreefd
o Om het even wat, gewoon belangeloos
§ Bv. Samen sporten.
o Niet de bedoeling om winst uit te keren a/d leden of de leden te verrijken
§ !!! Men mag wel uitkeringen doen voor een i/d statuten bepaald belangeloos doel!
• Bv. Vereniging die in heel Vlaanderen ziekenhuizen gaat uitbaten
o Baten ook rusthuizen uit
• Elk ziekenhuis en elk rusthuis = aparte vereniging
• I/d statuten van elk ziekenhuis staat dat het doel v/h ziekenhuis medische
zorgverlening & medische voortuitgang is




5

, o In dit geval verdedigbaar dat men geld zou uitkeren a/e andere
vzw onder dezelfde koepel die zich bezig houdt met
wetenschappelijk onderzoek
o DUS: Geen uitkeringen, TENZIJ voor VERWEZENLIJKING v/e belangeloos doel

Stichting (art. 1:3 WVV)

o Heeft geen leden
o Oprichters = “stichters”
o = Rechtspersoon
o = Vermogen met RPH
o Maar ook stichtingen zonder RPH
o Vermogen = bestemd voor belangeloos doel
o Winst mag niet worden uitgekeerd
o TENZIJ dit nodig is voor verwezenlijking v/e in de statuten bepaald belangeloos doel
§ Bv. Stichting voor bestrijding v. malaria mag zijn winst uitkeren aan ziekenhuizen die
zich bezig houden met genezing van malaria
§ Cf. Vereniging
o Eenzijdige rechtshandeling

2. NADERE ANALYSE V/E VANNOOTSCHAP

Juridische essentiële bestanddelen

o INBRENG – inbrengen vormen het vermogen
o = Overdracht vermogensbestanddeel
§ In geld waardeerbaar
§ Voorwerp = in de handel
o = Ruil voor winstdeelname
§ Onderscheid
• Inbreng in geld
• Inbreng in natura
o Bv. Gebouw, schuldvordering,…
o Moet worden gewaardeerd door onafhankelijke expert
o Subvorm: inbreng in nijverheid
§ = Inbreng in toekomstige prestaties
§ Onderhevig aan risico
o Kunnen zowel materieel als immaterieel als een prestatie zijn
§ Moeilijkere gevallen: kennis, knowhow, rechten of licenties, niet-concurrentie,
kredietwaardigheid
o = Verbintenis iets te geven of iets te doen
o In eigendom of in genot
§ Meestal inbrengen in eigendom
• Als ik gebouw inbreng à inbreng in eigendom want overdrage van
eigendom aan vennootschap
§ ó Inbreng in genot
• Ik geef gebruiksrecht v/h gebouw a/d vennootschap
o Ik (inbrenger) blijf eigenaar v/h gebouw
• Gevolg: indien vennootschap failliet, heb ik revindicatierecht en kan ik
gebouw gewoon terugnemen



6

,o UITKERING - doel = winstuitkering
o Doel: doelstelling, oogmerk, de drijfveer die hen/leden animeert
o Recht op uitkering als gevolg van inbreng
§ Normale uitkeringsmethode = uitbetaling van dividend in cash
§ = Louter eventueel recht
• Onzeker: uitbetaling van dividend = afhankelijk v/d vraag of er winst
gemaakt is en zelfs indien er winst is, kan vennootschap beslissen om geen
dividenden uit te keren maar winst als reserve te houden (= overdragen
naar volgend boekjaar)
• AV van AH’s beslist hierover
§ Geen automatische of eenzijdig afdwingbare afspraak
§ Voor de rest is er geen tegenprestatie
o Dividend
§ Uitbetaling in geld
• = In cash
§ Uitbetaling in natura
• Bv. In de vorm van bijkomende aandelen
o = “Stock dividend”
• Vooral methodes om met zo weinig mogelijk belastingen geld uit de
vennootschap te halen
o Andere georganiseerde manieren om geld uit venn. te halen:
§ Inkoop aandelen
§ Kapitaalvermindering
§ Uittrede
§ …
o Onrechtstreekse uitkering (art. 1.4)
§ = Transacties tussen een RP en een lid, bestuurder of derde, die op zich juridisch
geen winstuitkeringen zijn, maar economisch gezien wel hetzelfde effect hebben
doordat ze gebeuren met een manifeste wanverhouding
• = Gebeuren tegen manifest niet-marktconforme voorwaarden
§ Bv. VZW mag geen winst uitkeren want is een vereniging
• Bestuurder v/d vzw die ook lid is van vzw
• VZW maakt veel winst en bestuurder vindt het jammer dat hij hier niet van
kan profiteren à zoekt manieren
• Bestuurder heeft kantoorgebouw à gaat dit verhuren aan vzw
o Normale huurprijs = €10.000/maand, maar contracteert met vzw
voor €50.000/maand
o Er is dus voor €40.000 onrechtstreekse uitkering à mag niet
• Wanneer fiscus dit vaststelt, zal hij dit behandelen als winstuitkering
o Zal vzw behandelen als vennootschap en onderwerpen a/d
vennootschapsbelasting

o VOORWERP - Men streeft activiteiten na
o Voorwerp: activiteiten doorheen dewelke het doel gerealiseerd wordt
§ = Verwarrend: voor WVV werd “doel” gebruikt als shorthand voor ‘statutair doel’ =
(in verleden) voorgenomen activiteiten




7

,Nut v. vennootschappen

o Samenwerking zonder ondergeschiktheid
o Manier om samenwerking tussen mensen te organiseren
o Samenvoeging geld & talent
o Gemak van RPH
o Zelfstandig rechtssubject, onderscheiden van vennoten
§ = Handig, want betekent dat een organisatie die bestaat uit hele hoop mensen als
één geheel in het recht kan optreden
§ Venn. kan hierdoor bvb een proces beginnen
• Bv. Indien Apple geen RPH zou hebben en je Apple wilt dagvaarden moet je
5 miljard AH apart dagvaarden
o = Voorrecht dat de wet u ter beschikking stelt
o Aansprakelijkheidsbeperking
o SE’s van vennootschap kunnen geen beslag leggen op privévermogen van AH’s
§ = Alles wat ze bezitten en NIET i/d vennootschap hebben ingebracht
o Alleen de RP kan worden aangesproken voor de schulden
§ Bv. Aankoop van koelingsinstallatie (€7000) door A (= eigenaar slagerij)
• Slagerij = BV
o = Beperkte AH
• Ctt wordt gesloten door BV
o €3000 wordt direct betaald, €4000 later.
• Overige €4000 wordt niet betaald
• Leverancier kan verhaal nemen op leverancier
o Kan in beslag nemen wat BV bezit
• BV bezit slechts €2000
o Kan deze al nemen, maar moet nog €2000 krijgen
o A kan NIET worden aangesproken voor overige €2000
de
§ Gebeurt wel vaak dat vennootschap 2 contract sluit
• Bepaalt dat, indien vennootschap niet betaalt, jij zal betalen.
o Fiscaliteit
o Vennootschapsbelasting
§ Indien organisatie (vennootschap) winst maakt, wordt deze belast
§ Indien ze dividenden uitkeert, wordt de AH op deze dividenden belast
o Aanslagvoet dat wordt ingehouden op de winst is heel stuk lager dan in personenbelasting
§ Bv. Schoenen verkopen
• Je gaat als NP schoenen verkopen à maakt €100.000 winst
o €50.000 moet je aan belastingen geven
• Je gaat als vennootschap schoenen verkopen
o Slechts 25 à 30% aan belastingen
§ Dit fiscaal voordeel geldt in de eerste plaats wanneer u zich kan permitteren om een
groot deel van de winst i/d vennootschap te houden
• Indien je voortdurend winst van vennootschap moet uitkeren aan jezelf is
het vanuit fiscaal oogpunt niet altijd aantrekkelijk om vennootschap te h.
o Vennootschap sterft niet
o Continuïteit v/d organisatie ¹ niet bedreigd door overlijden v/d betrokken personen
o Bv. Boerderij
§ Boer + zijn vrouw + hun 3 kinderen baten boerderij uit als NP
• Bij †boer + vrouw à kinderen erven elk 1/3



8

, § Indien uitbating in vennootschapsvorm en samen 100% aandelen
de
• Bij overlijden krijgt elk kind 1/3 v/d aandelen
• Boerderij ¹ niet opgesplitst & zet activiteiten gwn verder (=interessanter)
• Zelfs wanneer kinderen geen interesse hebben kunnen aandelen gewoon
verkocht worden
o Aandeel = risicokapitaal ipv vaste vergoeding voor financier
o Soms interessant voor jonge onderneming
o Aandeel overdraagbaar, los van bestaan vennootschap
o Aandeel = juridisch gezien bundel van rechten & verplichtingen die je kan
verkopen/wegschenken aan iemand zonder de continuïteit en eenheid i/d vennootschap te
beïnvloeden
de
o Bv. Spoorwegen i/d 19 eeuw
§ A wilt commercieel spoorwegen uitbaten
• Moet grond kopen om lijnen op te bouwen
• Veel betalen voor treinen, stations,… à enorme investering
§ Moet geld halen bij heel veel ¹ investeerders
• Deze zijn geïnteresseerd i/d winst
o Maar niet zeker dat dit winstgevend zal zijn à meeste mensen
zullen risico proberen te beperken
• Zullen ook liefst gevoel hebben dat hun geld niet vast zit in bedrijf
o Men kan aandelen verkopen en herinvesteren
o Indien je als investeerder weet dat je uw aandelen meer liquide
kan maken zal je sneller bereid zijn om ergens geld in te steken

3. DE FUNCTIES VAN HET VENNOOTSCHAPSRECHT

o Faciliterend: modelsjabloon voor samenwerking
o Paternalistisch: dwingend recht

4. RECHTSPERSOON OF NIET?

Algemeen

o Organisatie of vermogen wordt erkend als rechtssubject: genots- en handelingsbekwaam
o Alle vennootschappen hebben RPH
§ Behalve de maatschap
o Voordeel dat alleen OH kan verlenen
o Voordeel: zelfstandige drager van rechten & plichten
o Vennootschap heeft in juridische zin een eigen vermogen
§ = Bezittingen die van haar zijn & GEEN medebezitting zijn v/d vennoten
o Uit RPH volgt normaal gezien beperkte AH
o Wordt ook procesrechtelijk erkend: actieve en passieve procesbekwaamheid
o Sommigen zien het als nadeel: willen niet als dusdanig gedagvaard kunnen worden
o Voorbeelden
o Golfclub Knokke
§ Had zich niet georganiseerd als vennootschap of vzw à geen RPH
§ Had voorzitter en groot clubhuis
• Probleem 1: wie is eigenaar van clubhuis dat mss miljoenen waard is?
o Zonder afspraken zouden alle leden eigenaar zijn
o Hadden afgesproken dat voorzitter eigenaar was


9

, • Clubhuis = ingebracht in club maar heeft geen RPH
§ Voorzitter = eigenaar
• Maar is eigenlijk slechts fiduciaire eigenaar
o Moet clubhuis gebruiken voor activiteiten v. golfclub
• MAAR hij had clubhuis ingebracht in venn. met RPH die TOTAAL VREEMD
was a/d golfclub
o Mocht niet volgens clubOK
o Clubleden konden AH-vordering instellen t. voorzitter, o.g.v.
clubOK, maar aangezien hij eigenaar was konden ze hem niet
verbieden te verkopen want was van hem
§ Men had dit kunnen voorkomen door dit in een vennootschap te steken
o Proces RvS
§ 2 Grote aannemersbedrijven
• Gingen tunnel graven in opdracht van OH onder een kanaal
§ Zwarte storm à tunnel in aanbouw stroomt onder water
• °Kosten voor aannemers
• Maar onweer werd erkend als ramp door rampenfonds
o S’o kunnen vergoeding krijgen
§ Aannemers: “we hebben soort tijdelijke vennootschap want samengevoegd voor
die ene activiteit”
• MAAR samenwerkingsverband had geen RPH
§ Eén v/d bedrijven gaat naar rampenfonds en vraagt vergoeding
• Rampenfonds: neen, want er is geen RPH
o Allebei de bedrijven hadden aanvraag moeten indienen
§ Rampenfonds had gelijk
• Entiteit zonder RPH kon dus geen claim indienen
o Vakbonden
§ = Feitelijke vereniging: geen RPH om 2 redenen
• Entiteit mét RPH kan makkelijk voor rechter gedaagd worden
• RP’n moeten jaarrekening opmaken die inzicht geeft in hun
vermogenstoestand à willen ze niet
§ In zo’n vereniging zweven wel vzw’s rond
• Worden bestuurd door vertrouwelingen v/d organisatie

Hoe verkrijgt vennootschap RPH?

o Bv. Je studeert af en wilt met vrienden een advocatenkantoor oprichten
o Wil BV oprichten
o Je moet geschreven oprichtingsakte maken
§ Statuten van vennootschap op schrift stellen
§ Oprichtingsakte neerleggen op griffie v. ondernemingsRB
• Op moment van neerlegging, ontstaat RP.
o Bekendmaking uittreksel (bijlagen BS)
o Om buitenwereld te informeren over bepaalde kenmerken van vennootschap
o Bekendmaking van gegevens zorgt voor tegenwerpelijkheid v. inhoud
§ Bv. Advocatenkantoor met 3 vennoten en 1 bestuurder
• Clausule dat A als enige van de 3 de vennootschap mag vertegenwoordigen
= tegenwerpelijk d.m.v. publicatie
• Venn. kan clausule dan juridisch inroepen tegen derden




10

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller srp15. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $12.95. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$12.95  7x  sold
  • (2)
Add to cart
Added