Uitgebreide en overzichtelijke samenvatting van H5 Goederenrecht.
De samenvatting is gemaakt uit het boek Hoofdlijnen Nederlands recht, 14de druk.
In de samenvatting staan artikelnummers uit de wettenbundels en er worden voorbeelden weergeven.
In de samenvatting staan ook tabellen met kleurtje...
Hoofdlijnen Nederlands recht samenvatting H5
Goederenrecht
Onderscheid tussen verbintenissenrecht en goederenrecht
- Vermogensrecht bestaat uit:
o Verbintenissenrecht 1
o Goederenrecht
- Bij het verbintenissenrecht is er een juridische relatie tussen twee partijen.
o Verbintenissen ontstaan uit de wet (rechtmatige en onrechtmatige daad) en uit
(obligatoire) overeenkomsten
- Bij het goederenrecht is er in de eerste plaats een juridische relatie tussen een persoon en
zijn goed.
Absoluut en relatief recht
- Relatief recht: recht dat uitsluitend op toepassing is op en van belang voor bepaalde
personen die met elkaar een rechtsrelatie hebben.
o De verbintenis is een relatief recht
o Relatieve rechten hebben een prestatie tot object
Vb. koopovereenkomst.
Je koopt een chinees servies. Uit de koopovereenkomst komen
relatieve rechten, namelijk rechten en plichten tegenover de
wederpartij.
De onrechtmatige of rechtmatige daad.
- Absoluut recht: recht dat in beginsel tegenover iedereen te handhaven is.
o Absolute rechten hebben een goed als object.
Vb. je hebt eigenaar over je porseleinen servies. Je kunt je eigendomsrecht
tegenover iedereen handhaven, niemand is gerechtigd om inbreuk te maken
op jouw eigendomsrecht.
Goed, zaak en (vermogens)recht
- Goed: goederen zijn alle zaken en vermogensrechten. Art. 3:1 BW
- Vermogensrecht: recht dat financiële waarde in zicht draagt en geen zaak is. . Art. 3:6 BW
o Alle rechten (en plichten) die op geld waardeerbaar zijn
o Kunnen relatieve en absolute rechten zijn.
o Heeft twee betekenissen:
1. Alle op geld waardeerbare plichten (en rechten)
2. Een niet-stoffelijk object (naast de zaak) dat geldswaarde heeft.
- Zaken: zaken zijn de voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten. Art. 3:2 BW.
o Materiële dingen
o Huizen, stoelen, auto’s, vliegtuigen, bedden, eten enzovoort.
o Geen zaak: dieren, gas ( is niet stoffelijk), satelliet die uit zijn baan is geraakt ( niet
meer voor menselijke beheersing vatbaar)
- Zaken vallen uiteen in twee categorieën:
1. Onroerende zaken
o art. 3:3 BW geeft aan welke zaken onroerend zijn:
grond
nog niet gewonnen delfstoffen
1
Verbintenissenrecht kun je vinden in H2,3 en 4 van het boek Hoofdlijnen Nederlands recht
, met de grond verenigde beplanting
gebouwen en werken die rechtstreeks of indirect duurzaam met de grond
verenigd zijn.
2. Roerende zaken
o alle zaken die niet onroerend zijn.
Vb. auto’s. horloges, snoepjes, bed.
o Natrekking is belangrijk bij roerende zaken.
o Een kleinere zaak gaat deel maken van grote zaak. De kleinere zaak valt nu onder het
eigendom van de grotere zaak. Je wordt eigenaar van alle bestandsdelen.
De bel hoort bij de fiets.
o De eigenaar van een zaak is eigenaar van al haar bestandsdelen. Art. 5:3 BW
o Bovendien gaat het eigendom van een roerende zaak(automotor) dat een
bestandsdeel wordt van een andere roerende zaak (auto), dat als hoofdzaak wordt
aangemerkt, over naar de eigenaar van de hoofdzaak. Art. 5:14 BW
Dus de eigenaar van de auto wordt door natrekking ook de eigenaar van de
automotor.
De automotor is namelijk een bestandsdeel van de hoofdzaak, de auto.
o Iets is een bestandsdeel wanneer een zaak niet ‘volwaardig’ is zonder dit ‘iets’.
Een auto is niet volledig zonder motor.
Een fiets is niet volledig zonder wielen.
Uitwerking absoluut recht
- Er zijn 8 absolute rechten, de rechten worden uitgewerkt in de Boeken 3 en 6 van het
Burgerlijk Wetboek.
- Deze absolute rechten hebben betrekking op een goed, dit kan dus een zaak of een
vermogensrecht zijn.
Eigendom
Erfdienstbaarheid
Enkel op een zaak Erfpacht
Boek 5 BW Opstal
Absolute rechten Appartementsrecht
Vruchtgebruik
Zowel op een zaak als op een vermogensrecht Pand
Boek 3 BW Hypotheek
o Vb. het recht van hypotheek kan gevestigd worden op opstal(een vermogensrecht)
Opstal is een vermogensrecht, want het recht van opstal is niet stoffelijk.
o Het recht van hypotheek kan ook gevestigd worden op een stuk grond (zaak)
Grond is stoffelijk en dus een zaak.
o Je kunt geen eigenaar zijn van een vorderingsrecht (vermogensrecht)
Een vorderingsrecht is een vermogensrecht en geen zaak. Hierdoor kun je
geen eigenaar zijn van een vorderingsrecht.
Behandelen van de absolute rechten
Het recht van eigendom
- Meest omvattende recht van de absolute recht
- het is ook het meest omvattende recht dat iemand op een zaak kan hebben. Art. 5:1 BW
- Je mag gebruik maken van je eigendom, zo lang dit gebruik niet in strijd is met de rechten
van anderen en je de wettelijke voorschriften en de ongeschreven regels in acht neemt.
1. Rechten van anderen
, Als je je huis verhuurt aan iemand anders, moet je rekening houden met de
bevoegdheden van de huurder. Je mag je huis niet zomaar meer in.
2. Wettelijke voorschriften
Een wet kan een inbreuk maken op je eigendomsrecht.
Ook de lagere overheden kunnen regels uitvaardigen die het eigendomsrecht
aantasten.
Vb. de Omgevingswet. Je kunt als eigenaar niet altijd zelf beslissen of
je een dakterras op je huis wil laten plaatsten. Hiervoor heb je een
omgevingsvergunning nodig.
Vb. bestemmingsplan. Als de grond de bestemming heeft voor
agrarische landbouw, kun je hier geen huis op bouwen.
3. Regels van ongeschreven recht
Een situatie waarbij je door de uitoefening van je eigendomsrecht een
onrechtmatige daad pleegt.
Kun je onderscheiden in twee leerstukken.
1. Hinder
Art. 5:37 BW
Het moet gaan over hinder die een onrechtmatige daad oplevert.
Vb. een werkloze man die van vroeg tot laat op zijn drums speelt in
een flatgebouw.
Soms begaat iemand toch een onrechtmatige daad op grond van
hinder, terwijl hij precies heeft gedaan wat er in de vergunning
stond. Dan kijkt de rechter naar de omstandigheden.
2. Misbruik van eigendomsrecht
Artikel 3:13 BW noemt drie categorieën die misbreuk opleveren. In
het boek worden er twee behandeld.
1. het recht van eigendom wordt gebruikt met het doel om een
ander schade toe te brengen
o Vb. een nutteloze watertoren in de tuin bouwen, zodat de
buurman geen zicht meer had.
2. Een te grote onevenredigheid optreedt tussen het belang tot
uitoefenen van het eigendomsrecht en het belang dat als gevolg
daarvan wordt geschaad.
o vb. je buurman heeft een stukje van zijn garage gebouwd op
zijn grond. Jij wilt je eigendomsrechten opeisen van die
grond. Hierdoor moet de garage afgebroken worden. De
belangen zijn hier onevenredig. De garage mag blijven staan.
Jouw belang weegt niet op tot het belang van je buurman-
de garage behouden. Je kunt wel een schadevergoeding
vorderen.
Het recht van erfdienstbaarheid
- Art. 5:70 BW
- Er wordt bij erfdienstbaarheid onderscheid gemaakt tussen het
heersende erf en het dienende erf.
- Een erfdienstbaarheid is een last, waarmede een onroerende zaak
(vaak grond met huis) het dienende erf , ten behoeve van een
andere onroerende zaak , het heersende erf, is bezwaard.
o Vb. het recht van overpad. Over de grond van iemand
anders (dienende grond) naar de grond (heersende grond)
gaan dat niet aan de openbare weg ligt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Ilse2000. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.29. You're not tied to anything after your purchase.