Belangrijke begrippen van het vak Sociale Diversiteit
Sociale mobiliteit
- is iedere verandering in de sociale positie van een individu of groep.
- heeft vier soorten:
1. Horizontale sociale mobiliteit Sociale mobiliteit kan plaatsvinden zonder dat de positie
duidelijk verbeterd of verslechtert, afgemeten aan criteria als maatschappelijk aanzien of
welstand. We spreken dan van horizontale sociale mobiliteit. Denk in dit verband
bijvoorbeeld aan landarbeiders of kleine boeren die stedelijke fabrieksarbeiders werden.
Kortom, de beweging van de ene positie naar de andere binnen dezelfde sociale laag.
2. Verticale sociale mobiliteit: Indien de verandering van positie wel duidelijk verbetering
(statusverhoging, welstandsvermeerdering) of verslechtering (statusdaling,
welstandsvermindering) inhoudt, wordt gesproken van verticale sociale mobiliteit.
Kortom, stijging en daling op de beroeps/sociale ladder.
3. Intrageneratiemobiliteit: mobiliteit binnen een generatie, de positieverandering van
personen in de loop van hun (beroeps)leven.
4. Intergeneratiemobiliteit: mobiliteit tussen generaties, in het bijzonder van kinderen ten
opzichte van hun ouders.
Stratificatie
- Met de term stratificatie of gelaagdheid wordt de maatschappij voorgesteld als een
opeenstapeling van lagen waarop de hoog-laagmetafoor van toepassing is. Hierbij wordt niet
gedoeld op ongelijkheid naar sekse of leeftijd en ook niet binnen kleine groepen of
organisaties. Sociale stratificatie omschrijven we als de verdeling van de maatschappij in
omvangrijke, uit gezinnen, families of huishoudens bestaande groeperingen waartussen
ongelijkheidsverhoudingen bestaan en waarvan het lidmaatschap althans ten dele sociaal
erfelijk is.
Macht en privilege
- Sociale ongelijkheid kunnen we kortweg beschrijven als verschillen in macht en daarmee
verbonden sociale privileges (beloningen).
Macht
4 typen binden (de basis van machtuitoefening):
• Economische: de beschikking over schaarse goederen waar anderen op aangewezen zijn,
in het bijzonder productiemiddelen.
• Politiek: de beschikking over middelen tot reguleren uitoefening van geweld.
• Affectief: het vermogen anderen emotioneel aan zich te binden.
• Cognitief: De beschikking over speciale kennis die ook voor anderen waardevol is.
Privilege
4 typen sociale privileges:
• Materiële beloningen: beschikking over schaarse goederen (bezit, inkomen), daarmee
verbonden kansen op comfort en gezondheid en mogelijkheden om onaangename arbeid
te vermijden.
• Politieke bevoegdheden en rechten
• Status (prestige, aanzien, populariteit, respect)
• Toegang tot kennis en informatie
, Discours
- Een discours is een geformaliseerde manier van denken, een sociaal gevormde grens over wat
je wel en niet over een bepaald onderwerp kan zeggen. Hier gaat het om wat we vinden dat je
mag zeggen over iets en wat niet geaccepteerd wordt (= wat we normaal vinden).
- Door verschillende vaak grote of significante veranderingen in een samenleving kan een
discours wel veranderen.
- Een discours beïnvloedt dus hoe we denken over een onderwerp en hoe we daarnaar
handelen. Om sociale verhoudingen en dus sociale ongelijkheid te begrijpen helpt het om
dominante discoursen en het proces die deze discoursen produceren te onderzoeken.
Voorbeeld: mensen die rondkomen van een uitkering of hun inkomen aangevuld krijgen staan
lager op de sociale ladder.
- Een discourse is een manier waarmee de werkelijkheid betekenis krijgt en tegelijkertijd de
werkelijkheid beïnvloedt (hoe geformaliseerd over iets gesproken wordt, iets afgebeeld wordt
etc.)
Empowerment discours
- Twee soorten:
Het gaat om een proces van verandering Het gaat hier niet langer meer om het
van het niet hebben van erkennen dat er machtsverschillen zijn
keuzemogelijkheden naar het wel hebben en sturen op veranderingen van
van deze mogelijkheden. Om deze keuzes machtsverhoudingen, maar om het
te kunnen maken moet iemand eerst aanspreken van individuen op hun eigen
macht verkrijgen. krachten en deze inzetten voor
veranderingen in hun persoonlijke leven.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller acp18. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.35. You're not tied to anything after your purchase.