Hoorcolleges Nederlandse (Vaderlandse) Geschiedenis Deeltentamen 1
16 views 3 purchases
Course
Hoorcollege Vaderlandse Geschiedenis
Institution
Universiteit Leiden (UL)
Samenvatting hoorcolleges Nederlandse (voorheen Vaderlandse) Geschiedenis Deeltentamen 1 (Tentamencijfer 8,9). Zeer uitgebreid en in goed Nederlands. Samenvatting hoorcolleges Deeltentamen 2 ook beschikbaar op mijn account.
Robert Fruin: eerste hoogleraar vaderlandse geschiedenis in Leiden in de negentiende eeuw.
Doel van het vak: liefde voor de Nederlandse geschiedenis bevorderen (ook liefde voor het
vaderland).
● Geschiedenis bedrijven op een wetenschappelijke manier.
In de tijd van Fruin was vaderland een politieke kwestie. Men maakte zich toen al zorgen over:
● De Nederlandse identiteit (wat is de Nederlandse identiteit na het verlies van België en
Luxemburg)
● Binding met de monarchie
● Verhouding met religieuze erfenissen (hoe geven we allerlei geloven een plaats in onze
natie?)
Aannames die Fruin deed:
● Onze ‘vaders’ woonden hier al eeuwenlang
● Liefde voor geschiedenis gerelateerd aan gemeenschappelijke identiteit
● Liever trots dan schaamte
Fruin wilde de geschiedenis laten beginnen in de Bourgondische tijd.
● Vraag of geschiedenis vastligt of dat zij meebeweegt met de geschiedenis zelf en steeds
geherformuleerd moet worden wanneer nieuwe gebeurtenissen zich voordoen.
Vijftiende eeuw: hertogen van Bourgondië erven en veroveren steeds meer Nederlandse gewesten.
Dit gebeurt enerzijds door fysieke verovering, maar liever door huwelijken.
1500-1543: Karel V van Habsburg erft de Nederlanden en verwerft Utrecht, Gelre en het
Noordoosten. Zo ontstaat een gesloten territoriaal geheel.
1548-1549: Pragmatieke Sanctie die vastlegt dat de Nederlandse gewesten een eenheid zijn en
zullen blijven. Niet alleen Karel V, maar ook de Nederlanders zelf willen dit.
Aan het begin zijn er zeventien vaderlanden (gewesten) die dynastiek bij elkaar gevoegd zijn, maar
die elk een eigen verleden hebben (denk aan onderlinge oorlogen). Ze zijn verbonden door een
dynastie, een personele unie, maar hechten aan hun onderlinge verschil.
Er worden drie talen gesproken in de Nederlanden: Nederlands, Frans en varianten van oostelijke
talen (zeker van het Nederlands worden zeer veel dialecten gesproken). Dit bemoeilijkt
communicatie.
Er is een belangrijk verschil tussen het westen dat maatschappelijk en economisch sterk ontwikkeld
is en dichtbevolkt (Vlaanderen, Brabant, Holland) en het oosten waar nog een sterk agrarische
samenleving is met een machtige adel. Alle gebieden hebben eigen wetten. Gemeenschappen,
steden en groepen hebben eigen rechten (de privileges) en hechten daaraan.
,Pogingen tot de integratie van het bestuur in de Nederlanden
● Recht wordt gecodificeerd (opgeschreven)
● Centrale rechtbank in Mechelen (Grote Raad)
● Oprichting van de drie collaterale raden in 1531
○ Raad van State: politiek advies (adel en juristen). Pogingen om de adel aan de
kant van de koning te krijgen.
○ Geheime Raad: bestuur (juristen en ambtenaren)
○ Raad voor financiën (adel en juristen)
De Nederlanden zijn in het rijk van Karel V maar een los onderdeel in een ‘samengestelde
monarchie’. Zelf zijn ze al samengesteld en samen maken ze deel uit van een nog grotere
composite/polycentric monarchy.
1516: Karel was namelijk ook koning van Spaanse koninkrijken, delen van Italië en de Nieuwe
Wereld.
1519: Karel was keizer van het Heilige Roomse Rijk (Duitsland en deel centraal Europa)
Dit leidde tot heel veel macht, prestige, middelen maar tot ook veel zorgen.
Wat betekent dit alles voor de ‘Nederlander’?
● Er wordt geprofiteerd van de economische samenwerking en een goed rechtssysteem.
● Het gewone volk heeft geen stem, maar wordt wel vertegenwoordigd in de
Staten-Generaal door lokale afgevaardigden.
● Nederlanders voelen zich wel onderdaan, maar geen ‘Nederlander’ en aan dit gevoel is
ook geen behoefte.
● De landsheer (Karel V) is vaak afwezig door zijn vele taken en vraagt vaak geld voor verre
oorlogen.
Karel V geeft in 1555 aan zijn broer het Duitse deel van het rijk en aan zijn zoon, Filips II, het Spaanse
en Nederlandse deel van het rijk. Filips II was een Spanjaard en was totaal niet reislustig.
De vaderlandse interpretaties van de Opstand
Voor het volk voelt Filips II aan als een ‘vreemde’ vorst. Het volk verzet zich tegen de Spaanse
overheersing om voor zijn eigen vrijheid of het eigen geloof te vechten. Willem van Oranje wordt
gezien als vader des vaderlands en hij leidt het volk door de heroïsche fase van de Opstand
(1572-1584).
Nu denken we
We zien de opstand meer als een burgeroorlog omdat hij in de Nederlanden begint en in eerste
instantie geen verband houdt met de Spaanse gebieden. Er is conflict tussen burgers van
verschillende religies en burgers met verschillende politieke ideeën. Daarnaast denkt men dat het
resultaat door niemand bedacht of gewenst was. Willem van Oranje wenste niet dat er een schisma
in de christelijke kerk kwam of dat de Nederlanden zich afgescheiden van Filips II. Het idee van een
Nederlands vaderland is in eerste instantie een oplossing voor het propagandaprobleem. Van Oranje
heeft dit beeld gecreëerd om zo veel mogelijk steun voor zijn zaak te verwerven. Het idee dat wij
allemaal Nederlanders zijn tegenover een vijand moet de katholieken meekrijgen in de Opstand. Zij
, hadden namelijk geen affiniteit met de religieuze zaak zoals de calvinisten. Deze calvinisten zaten
niet oorspronkelijk in het noorden, maar vooral in de grote steden waar ideeën zich makkelijker
verspreiden.
Het wonderjaar 1566
Een Verbond der Edelen biedt het ‘smeekschrift’ aan bij Margaretha van Parma. Ze willen dat de
ketterijwetgeving opgeschort wordt. Deze groep van Geuzen (Gueux), de lage edelen, wordt enorm
populair. De geuzen gaan veel geweld gebruiken, in tegenstelling tot de hoge adel waar het protest
eigenlijk begon. Zij wilden zich niet associëren met dit geweld. Zodra de beeldenstorm uitbreekt,
distantiëren zij zich dan ook.
Twee perspectieven op 1566
1. Perspectief van de koning: de hoge adel en stadsbesturen hebben dit laten gebeuren
2. Perspectief van de hoge adel: wij hebben het land gered van een burgeroorlog
Filips II wil eerst hard straffen en vervolgens pas genade. Hij als vorst moest laten zien dat hij de bron
van al het gezag was. Dit leidt tot de strafexpeditie van de Hertog van Alva (1567-1570). Alva stelt de
Raad van Beroerten in om de beeldenstormers te veroordelen. Van Oranje gaat in ballingschap en
doet pogingen troepen te verwerven zonder veel succes. In 1570 zijn de Nederlanden gepacificeerd.
Van Oranje begint met zijn propaganda waarin de Nederlanden als gemeenschappelijk vaderland
worden gepresenteerd en hijzelf als vader des vaderlands. Deze propaganda was gericht tegen Alva
maar niet tegen Filips II. Filips II was niet het probleem, maar de mensen die hem omringden. De
propaganda was dus anti-Spaans maar niet antikatholiek.
Probleem van Alva
Alva voert belastingen in om de Spaanse schatkist te vullen en hemzelf en zijn eigen leger te kunnen
betalen. Dit leidt tot heel veel verzet. De Nederlanden zijn niet de prioriteit van Filips II dus hij steekt
zijn geld er ook niet fanatiek in.
Na 1572 verzandt Alva’s politiek van ‘shock and awe’ in een langzame dure oorlog die de koning niet
meer wil/kan bekostigen (veel tijd en geld gaat ook naar de oorlog met Turkije). Dit leidt tot
muiterijen en hierdoor eisen de Zuidelijke Nederlanden het vertrek van de Spaanse troepen uit hun
gebieden. Dit leidt tot de Pacificatie van Gent.
Willem van Oranje presenteert zich ook in het zuiden als patriot en krijgt een grote aanhang maar hij
vindt geen oplossing voor de godsdienstpolitiek. In het zuiden radicaliseren de belangrijke steden en
hier ontstaan calvinistische regimes. De elite in deze steden ziet dit niet zitten en zij willen weer in
overleg met Filips II.
Historiografisch debat: gedeelte in tekst waarin historici met elkaar in discussie gaan over wat er al
bekend is over het onderwerp.
Constitutie
Ten tijde van Filips II betrof dit het geheel van rechten en privileges van adel, geestelijkheid en
steden. Het vraagstuk in de tijd van Filips ging over van wie de macht was: respecteert de landheer
deze privileges of gaat hij over tot centralisatie.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sophiedeleeuwx. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.88. You're not tied to anything after your purchase.