Hoorcolleges Nederlandse (Vaderlandse) Geschiedenis Deeltentamen 2
23 views 8 purchases
Course
Hoorcollege Vaderlandse Geschiedenis
Institution
Universiteit Leiden (UL)
Samenvatting hoorcolleges Nederlandse (voorheen Vaderlandse) Geschiedenis Deeltentamen 2 (7-12). Zeer uitgebreid en in goed Nederlands. Samenvatting hoorcolleges Deeltentamen 1 staat ook op mijn account.
In 1813 ontstaat er een machtsvacuüm opgevuld door Van Hogendorp. Men gaat op zoek
naar prins Willem Frederik, die al langere tijd aan het lobbyen was om een koninkrijk te
krijgen. De belangen van de koning gaan niet altijd samen met de belangen van Nederland,
een koning heeft namelijk ook nog dynastieke belangen. De Engelsen steunen de terugkeer
van de Oranjes naar Nederland. Hij wordt vorst van de vroegere Republiek en de zuidelijke
Nederlanden. De internationale grootmachten zien dit zitten, zodat een sterkere bufferstaat
ontstaat om Frankrijk tegen te houden.
Willem Frederik vocht zeer heldhaftig bij Waterloo tegen Napoleon. Hij wilde alleen regeren
als er een wijze constitutie kwam. Van Hogenboom had de grondwet van 1815 voorbereid.
De eerste kamer bestaat uit een ménagerie du roi, gekozen door de koning. De tweede
kamer wordt indirect gekozen met het systeem van coöptatie. Willem I moet eens in de 10
jaar zijn begroting laten goedkeuren door deze parlementen. De koning regeert vooral via
het koninklijk besluit, wat inhoudt dat de ministers de besluiten van de koning niet hoeven te
ondertekenen. Het parlement ziet zichzelf niet als een politiek lichaam. Aan het eind van de
achttiende eeuw zagen we echter een toename van de politisering. Nu lijkt men een
tegengestelde beweging te zien en wil men terug naar eenheid. De debatcultuur en
politisering van de Patriottentijd wordt afgewezen. De oorzaak hiervoor is waarschijnlijk de
chaos van de Franse tijd.
De cultus van het dierbare vaderland = iedereen moet een bijdrage leveren aan een
eensgezinde poging om het vaderland op te stuwen in de vaart der volkeren. Gematigdheid
en deugdzaamheid staan centraal. Juist Nederlanders waren geschikt voor zo’n gematigde
cultus. De Engelsen waren te sceptisch, de Fransen te emotioneel en de Duitsers te
ingewikkeld en te duister. Deze ontwikkelingen passen in de Restauratie van oude politieke
verhoudingen.
Oranje en onafhankelijkheid keren terug. In deze zin is er sprake van een restauratie. Er is
nu sprake van een koninkrijk en men acht dat de monarch boven de partijen staat, wat nooit
het geval was bij de monarch. De Republiek wordt een eenheidsstaat en de
Staten-Generaal haar functie verandert, omdat ze niet meer de gewesten vertegenwoordigt.
Er zijn in de Franse tijd bovendien allerlei unificerende veranderingen opgetreden. Er komt
een constitutie die er nooit geweest is en er is een vereniging van noord en zuid.
Willem I ziet zichzelf als de vader van het land. Zijn erfcharisma van Oranje gaf hem meer
aanspraak op macht dan de constitutie. Dit leidde ertoe dat Willem I weinig moeite deed om
draagvlak te creëren of om de elite aan zich te binden. Willem I kweekt wel goodwill door de
economie te stimuleren en de eenwording van het koninkrijk na te streven.
,Economisch beleid
● Verbetering infrastructuur
● Industrialisatiepolitiek
● Handelspolitiek: driehoek van zuidelijke industrie, noordelijke handel en koloniale
producten en afzetmarkt
● Middelen: Societé generale, NHM
Culturele eenwording
● Taalbeleid: Nederlandse taal doordrukken in België met name in bestuur. Dit leidt
vooral tot verzet bij de elite, die zeer fanatiek Frans spreekt.
● Religie: overheidstoezicht
● Onderwijsbeleid met de intentie vaderlandslievende burgers te kweken
Groeiende onvrede
● Amortisatiesyndicaat: moet staatsschuld oplossen maar is zo ondoorzichtig dat
men het vermoeden krijgt dat de staatsschuld alleen maar groter wordt.
● Liberale wensen in noord en zuid: meer macht van de vorst naar het kabinet en
het parlement, meer transparantie en verantwoording van de financiën
● Specifieke wensen van het zuiden: de liberalen willen geen taaldwang, de
katholieken willen dat de overheid zich niet bemoeit met de kerk en het onderwijs.
Men wil geen overheersing door noorderlingen meer, die sterk
oververtegenwoordigd zijn in leger en bestuur.
De groeiende onvrede leidt tot het monsterverbond tussen katholieken en liberalen. Er
ontstaat een politisering van de maatschappij.
Belgische afscheiding
In Parijs breekt de Julirevolutie uit tegen de macht van Karel X. Die gebeurtenis maakt grote
indruk in de zuidelijke Nederlanden. Er was sprake van opstandigheid bij de armen,
vanwege de verhoging van accijnzen en de algehele malaise. Het weifelend en verwarrend
optreden van vorst en prinsen maakte de opstand enkel erger. Er gaat een leger naar
Brussel en de koning legt geen plan voor aan de Staten-Generaal. Tevens werpt de
kroonprins zich op als vorst van de zuiderlingen, wat leidt tot spanningen. In de zuidelijke
Nederlanden leidt dit tot verkiezingen voor een congres, dat uiteindelijk de onafhankelijkheid
uitroept.
De grote mogendheden gaan akkoord met de afscheiding omdat zij de vrede willen
bewaren. In 1831 aanvaardden de Belden de ‘achttien artikelen’ met ongunstige
voorwaarden voor de noordelijke Nederlanden.
Willem I houdt vast aan een volhardingspolitiek tot 1838. Hij geloofde namelijk niet in kleine
koninkrijken en wilde niet dat anderen iets te zeggen hadden over zijn rijk. Een conflict over
het functioneren van de monarchie wordt een nationalistisch conflict tussen noord en zuid op
deze manier. Aerts stelt dat dit nationalisme een gevolg is van de scheiding, geen oorzaak
ervan. De Belgen willen een liberaal, anti-monarchaal bestuur en in het noorden schaart
men zich volledig achter de vorst.
De volhardingspolitiek heeft het land op de rand van de afgrond gebracht en Nederland is
net niet bankroet. De schuld is dramatisch gegroeid, wat leidde tot enorme rentesommen.
, De grondwetswijziging van 1840 geeft enige concessies aan het parlement. De kamer krijgt
inzage in de financiën, er komt een tweejaarlijkse begroting en er ontstaat strafrechtelijke
ministeriële verantwoordelijkheid. Hiermee zijn ministers minder geneigd zich volledig te
schikken naar de wil van de vorst, want ze kunnen er zelf voor vervolgd worden. Willem I
kon dit niet verkroppen. Er ontstond ook een privéschandaal, hij trouwt een katholieke
Belgische gravin in plaats van zijn minnares.
Willem II volgt Willem I op. Dit is een zeer impulsieve man (koningschap België overnemen)
zonder duidelijke politieke overtuiging. In tegenstelling tot zijn vader vond hij dat een vorst
populair moet zijn.
Politiek landschap
● Conservatieven: principieel tegen verandering
● Moderaten: pragmatischer. Zij willen meer controle op de vorst maar stellen
verder geen eisen.
● Doctrinairen: grondwetsherziening, heldere principes, nieuw elan (liberalen en
intellectuelen, minder deftig)
1848
De Februarirevolutie in Parijs maakt van Frankrijk een republiek. Deze onrust breidt zich uit
naar Duitsland. Willem II geeft te midden van deze gebeurtenissen plotseling opdracht voor
een liberale grondwetswijziging. Mogelijk werd hij gechanteerd, bijvoorbeeld met zijn
biseksualiteit.
● De koning is onschendbaar
● Ministers zijn verantwoordelijk
● Vrijheid van pers en vergadering
● Scheiding kerk en staat
● Directe verkiezingen
● Jaarlijkse begrotingen
● Nieuwe rechten kamer: recht van amendement, onderzoek en inlichtingen
Men wil dat de politiek veel meer publiek wordt.
De zoon van Willem II, Willem de kroonprins, wil zijn vader niet opvolgen vanwege de
grondwet van 1848 die hij belachelijk vindt. Hij accepteert uiteindelijk de troon met grote
tegenzin maar hij accepteert niet dat zijn vorstelijke macht ingeperkt is.
HC 8 Vaderlandse geschiedenis
In de late negentiende eeuw worden liberalen steeds progressiever en linkser. Deze periode
wordt gekenmerkt door de wederzijdse doordringing van staat en maatschappij. Steeds
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sophiedeleeuwx. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.85. You're not tied to anything after your purchase.