Grondslagen van het recht: Hoofdlijnen
Hoofdstuk 1: Recht
1: Rechtsregels
In het dagelijks leven zijn we ons er niet van bewust dat we volgens het recht handelen, maar doen
we het omdat we het zo gewend zijn. Pas als er problemen zijn gaan we ons op onze “eigen rechten”
beroepen in een discussie en komt deze in het uiterste geval soms zelfs bij de rechter terecht.
Rechtsregels hebben in het dagelijks leven de volgende functies: verschaffen informatie, geven ons
de kennis hoe te gedragen en hoe anderen zich behoren te gedragen, bepalen en sturen ons leven.
2: Rechtsregels en andere sociale regels
Er zijn naast rechtsregels ook andere sociale regels die het gedrag van mensen bepalen, zoals
algemeen aanvaarde regels in het maatschappelijk verkeer, groepsregels (bepalen hoe leden van de
groep zich hebben te gedragen), morele regels (bevatten normen en waarden die betrekking hebben
op fundamentele levensvragen) en regels van beroepsethiek (bij bepaalde beroepen). Soms
overlappen rechtsregels en sociale regels qua onderwerp, soms verwijzen ze ernaar, soms vullen ze
elkaar aan en soms zijn ze tegenstrijdig. Rechtsregels en sociale regels kunnen ook qua bijvoorbeeld
“sancties” overeenkomen.
3: Rechtssysteem
Juridische regels en juridische instituten vormen een systeem dat de samenleving en het sociale
leven ordent en stuurt, gericht op de verwezenlijking van bepaalde doelstellingen.
3.1: Functies van het rechtssysteem
In de rechtssociologie onderscheidt men de volgende functies van het rechtssysteem:
- Het scheppen van sociale orde.
- Het bevorderen van niet-gewelddadige conflictbeslechting.
- Het garanderen van de individuele ontplooiing en autonomie van burgers.
- Het bewerkstelligen van een zo rechtvaardig mogelijke verdeling van schaarse goederen in
de samenleving.
- Het kanaliseren van sociale verandering.
3.2: Functies van staatsorganen
De overheid (staat) heeft een belangrijke taak bij het verwezenlijken van de doelstellingen van het
rechtssysteem, hiervoor heeft hij verschillende organen in het leven geroepen met als belangrijkste
functies:
- Wetgeving: het vaststellen van algemene regels.
- Bestuur: organen die toezien op het uitvoeren, toepassen of naleving (handhaven) van deze
regels.
- Rechtspraak: rechter is een orgaan dat oordeelt of de overtreding van rechtsregels
daadwerkelijk heeft plaatsgevonden.
4: Soorten rechtsregels
Er zijn verschillende soorten rechtsregels. Belangrijke soorten in rechtsregels vastgelegde normen
zijn: gedragsnormen, sanctienormen en bevoegdheidsverlenende normen.
4.1: Gedragsnormen
Gedragsnormen zijn rechtsregels die een gedraging gebieden, verbieden of toestaan. Deze zijn vooral
terug te vinden in het strafrecht, waar het kenmerkend is dat ze (doorgaans) gekoppeld zijn aan
dwang of straf.
4.2: Sanctienormen
Sanctienormen specificeren welke sanctie kan volgen op een overtreding van de gedragsnorm.
Sanctienormen en gedragsnormen zijn vaak aan elkaar gekoppeld, maar kunnen ook afzonderlijk
,geformuleerd worden. Bij sancties in het strafrecht gaat het meestal om straf, in andere
rechtsgebieden zijn ander sancties, bijvoorbeeld bestuursdwang.
4.3: Bevoegdheidsverlenende normen
Bevoegdheidsverlenende normen geven staatsorganen een bepaalde macht (bevoegdheid),
bijvoorbeeld dat een staatsorgaan rechten en plichten vaststelt of bepaalde handeling verricht. Het is
belangrijk dat deze bevoegdheden zo duidelijk mogelijk zijn vastgelegd om willekeur en aantasting
van de rechtszekerheid te voorkomen. Het privaatrecht kent deze normen ook.
5: Positiviteit, gelding en effectiviteit van het recht
Rechtsregels zijn regels die op een bepaalde tijd in een bepaalde rechtsgemeenschap voorkomen.
Voorkomen heeft te maken met positiviteit, gelding en effectiviteit van recht.
5.1: Positiviteit
Positief recht is recht dat in een bepaalde gemeenschap door mensen is vastgesteld of erkend. Ideaal
recht is geen positief recht omdat het niet is vastgesteld, het verschilt ook per persoon, het kan wel
voor bepaalde personen (deels) overlappen met positief recht. Rechtvaardigheid en het ideale recht
dient als toetssteen van het positief recht, zo bestaat onrechtvaardig positief recht.
5.2: Gelding
Positieve rechtsregels hebben doorgaans gelding, ze zijn verbindend. De rechtsregel legt rechten,
plichten of bevoegdheden vast die in het algemeen juridisch afdwingbaar zijn, als ze in strijd zijn met
een andere rechtsregel kunnen ze door een rechter overbindend verklaard worden. Er zijn dingen
waarvan mensen vinden dat men er recht op heeft, dit zijn echter niet per se regels van positief
recht, maar van ideaal recht.
5.3: Effectiviteit
Met “effectiviteit van recht” wordt bedoeld dat het recht in het algemeen daadwerkelijk
gehoorzaamd wordt dan wel daadwerkelijk toegepast of gehandhaafd wordt. Bij sommige
rechtsregels is dit niet het geval, men spreekt dan van een “gedoogbeleid”. De reden hiervoor kan
bijvoorbeeld zijn dat het recht achterloopt bij de sociale werkelijkheid.
Het gaat bij effectiviteit om gradaties, meer of minder. Soms kan gebrekkige effectiviteit reden zijn
voor de overheid om tot actie te komen, ze kunnen de regel afschaffen of het strikter gaan
controleren en handhaven.
6: Twee betekenissen van “recht”
Er is objectief recht en er is subjectief recht.
6.1: Objectief recht
Het Nederlandse objectieve recht bestaat uit de verzameling van alle Nederlandse rechtsregels, het
geheel van regels.
6.2: Subjectief recht
Bij subjectief recht wordt de bevoegdheid of aanspraak bedoelt, het geeft een “mogen” aan. Dit kan
toe komen aan één of meer personen. Aan veel wetten, die tot het objectieve recht behoren, kunnen
burgers subjectieve rechten ontlenen.
Grondrechten
De grondrechten zijn een bepaalde categorie subjectieve rechten. Er zijn de klassieke grondrechten
(1-17), die een vrije sfeer van het individu ten opzichte van de overheid willen waarborgen, en er zijn
de sociale grondrechten (18-23), die gezien kunnen worden als een opdracht aan de overheid om
essentieel geachte doeleinden na te streven.
Twee kanten van het subjectieve recht
De positieve kant van het subjectieve recht is de betekenis van een “mogen” of een “aanspraak. De
andere kant van het subjectieve recht is dat anderen het moeten respecteren, ze mogen ht gebruik
van het recht niet zonder reden belemmeren.
Subjectief recht en plicht
Er kan ook juist een plicht verbonden zijn aan het subjectieve recht, dat betekent dat een bepaald
persoon een plicht heeft om het subjectieve recht te realiseren. Er staat niet altijd tegenover de
, plicht van de één een subjectief recht van de ander, soms is de plicht er bijvoorbeeld mede als
bescherming van degene die de plicht heeft.
6.3: Subjectief recht en objectief recht
Subjectieve rechten berusten op het objectieve recht. In het Engels worden deze “right” en “law”
genoemd.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller exex. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.