1.2 Waarom recht?
Functies van het recht:
o Normatieve: iedereen vindt dat je deze normen (gedragsregels) moet nastreven.
(Voorbeeld: straf op diefstal).
o Geschil oplossende: eigen richting verboden, rechterlijke organisatie bepaald de
straffen.
o Additionele: Als partijen vergeten zijn op een bepaald punt afspraken te maken,
geeft het recht aan welke regel geldt. Hebben zij dit wel gedaan, dan gaat die
afspraak vóór en is de wettelijke regeling niet meer van toepassing
o Instrumentele: De wetgever bepaalt op welke wijze dingen gebeuren.
(Voorbeeld: alledaagse gebeurtenissen zoals rechts rijden in het verkeer).
1.3 Waar vinden we het recht?
Rechtsbronnen in het Nederlands recht:
1. De wet;
2. Het verdrag;
3. De jurisprudentie;
4. De gewoonte.
1.3.1 De wet
Privaatrecht (ook wel het civiele recht of het burgerlijk recht):
o Personen- en familierecht: regelt zaken als geboorte, huwelijk, geregistreerd
partnerschap, echtscheiding, adoptie, ondercuratelestelling en de regeling van het
vermogen tussen echtgenoten. BW boek 1
o Vermogensrecht: binnen dit rechtsgebied vallen alle op geld waardeerbare
handelingen tussen burgers en onderling waaraan juridische gevolgen verboden
zijn. BW boek 3, 5 & 6
o Ondernemingsrecht: het rechtsgebied dat alles regelt wat ondernemingen en
bedrijven betreft. BW boek 2
o Burgerlijk procesrecht: de regels voor het uitvoeren van juridische procedures op
het terrein van privaatrecht. Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
Procederen: naar de rechter gaan om een geschil te laten beslechten.
Publiekrecht:
o Straf (proces) recht: de staat treedt d.m.v. het OM actief op om sancties te
eisen bij overtreding van de normen. Bij strafrecht bezit de staat een
monopoliepositie: alleen het OM kan tot vervolging van stafbare feiten over gaan,
zo luidt de hoofdregel. het Wetboek van Strafrecht
o Staatsrecht: regelt ruwweg gesproken de wijze waarop het Nederlandse
staatsbestel wordt vormgegeven en de invloed die de burgers daarop kunnen
uitoefenen. Op het terrein van staatsrecht komen de Eerste en Tweede Kamer, de
regering, verkiezingen en de totstandkoming van wetten aan de orde. Een
belangrijke wet op dit gebied is de Grondwet, waarin de basisregels van ons
staatsbestel staan opgesomd. De wetten die op grond van een dergelijke opdracht
tot stand komen noemen we organieke wetten. (Voorbeeld: de Kieswet).
o Bestuur(proces)recht: heeft betrekking op de mogelijkheden die de overheid
heeft om regulerend op te treden ten aan zien van de maatschappij. De algemene
wet bestuursrecht (Awb) is de kernwet hiervoor. (Voorbeeld: de
Werkloosheidswet).
Als de overheid zich meer terugtrekt spreken wij van privatisering en deregulering (van
nachtwakerstaat sociale verzorgingsstaat)
1
, Hoofdlijnen Nederlands Recht – Privaatrecht
Rechtsgebieden Wetten
Personen- en familierecht BW boek 1
Privaatrecht Vermogensrecht BW boek 3, 5, 6
Een aantal losse wetten
Ondernemingsrecht BW boek 2
Een aantal losse wetten
Strafrecht Wetboek van strafrecht
Wetboek van Strafvordering
Een aantal losse wetten
Bestuursrecht Algemene Wet Bestuursrecht
Een aantal losse wetten
Wie zijn bevoegd wetten uit te vaardigen?
o Nationale wetgever: de regering en de Staten-Generaal (die uit de Tweede en
Eerste Kamer bestaan).
o Decentrale wetgevers: provinciaal en gemeentelijk niveau.
Provinciaal: Provinciale Staten zijn bevoegd verordeningen voor hun
provincie tot stand te brengen.
Gemeentelijk: de gemeenteraad is bevoegd voor de gemeente in kwestie
regels te maken.
o Andere instanties:
de Sociaal-Economische Raad, die op grond van de Wet op de
bedrijfsorganisatie verordeningen tot stand kan brengen, evenals product-
en bedrijfschappen op grond van diezelfde wet.
Waterschappen kunnen regels uitvaardigen. Deze regels (verordeningen)
dragen in de praktijk vaak de naam ‘keuren’.
Rangorde tussen wetgevende organen
1. Hogere regels gaan boven lagere regels
2. Bijzondere regels gaan boven algemene regels
3. Jongere regels gaan boven oudere regels.
Wet in formele zin: een wet die tot stand is gekomen door de regering en de Staten-
Generaal.
Wet in materiële zin: iedere regeling van een wetgever die bestemd is voor een
onbepaald aantal en dus niet bij naam genoemde personen.
Op grond van het voorafgaande kunnen we dan ook het volgende stellen:
o Een groot aantal wetten is én een wet in formele zin én een wet in materiële zin,
want die wetten die door regering en Staten-Generaal worden uitgevaardigd, zijn
meestal tot niet bij name genoemde mensen gericht.
o Sommige wetten zijn wél wet in formele zin, maar geen wet in materiële zin, want
wetten afkomstig van de centrale wetgever richten zich soms tot bij name
genoemde personen of concreet gemaakte onderwerpen. Voorbeelden zijn een
wet waarin de begroting van een departement wordt goedgekeurd of een wet
waarin het huwelijk van de kroonprins wordt goedgekeurd.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jnjwolff. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.