In dit document zijn alle leesvragen voor het vak Hersenen & Gedrag uitgebreid beantwoord. Dit is een ereg goede basis voor de voorbereiding op het tentamen. Het vak Hersenen & Gedrag is onderdeel van de minor Toegepaste Psychologie aan de Hogeschool Utrecht.
Leesvragen Hersenen en gedrag – minor toegepaste psychologie
Leesvragen Bijeenkomst 1
Stof: lespresentatie week 1 en hoofdstuk 3 van Hersenwerk.
Vragen bij Gedrag: introductie
Noem voorbeelden die er op wijzen dat er zich meerdere processen in de hersenen afspelen
en dat we ons lang niet van al deze processen bewust zijn.
Als je tegen iemand uit gaat leggen hoe je een appel eet, dan ga je beginnen met hoe je
moet schillen, naar je mond brengen etc. Maar de processen waarvan we ons niet bewust
zijn, is bijvoorbeeld dat de hersenen al weten hoe een appel eruit ziet, wat je mond is, dat je
vingers gaan bewegen etc.
Daarnaast maakt je hersenen automatische verbindingen. Als wij al 2 stipjes en een streepje
zien, dan vinden we het een gezichtje. Dat gaat allemaal onbewust.
Noem een voorbeeld waarin je gedrag het gevolg was van tegenstrijdige motivaties. Welke
motivatie gaf de doorslag en waarom?
Voorbeeld uit de les was knikker verkopen voor 40 euro. Dat lukte doordat er
overeenkomsten gezocht werden, er was schaarste, geen tijd om na te denken, iemand een
keus laten maken.
Psychologische invalshoeken
Er zijn verschillende invalshoeken voor het bestuderen van gedrag. Deze verschillende
invalshoeken leiden tot verschillende opvattingen over gedrag. Als je vindt dat gedrag vooral
biologisch bepaald is, zal je bepaalde ideeën hebben over hoe we om moeten gaan met bv.
criminaliteit. Misschien denk je dan ‘Eens een dief, altijd een dief’ en ben je daarom voor
lange straffen. Ben je van mening dat gedrag vooral bepaald wordt door de omgeving dan
zal je ook andere opvattingen hebben over straffen. Vaak blijken meningen van mensen over
allerlei onderwerpen hun oorsprong te hebben in andere opvattingen over gedrag.
Geef voorbeelden van verschillende opvattingen over gedrag op zowel persoonlijk,
professioneel als maatschappelijk niveau.
Persoonlijk: de een zou zeggen dat die het stom vind dat mensen terugvallen hebben bij
verslavingen. Ze vinden het dom en vinden dat die mensen geen doorzettingsvermogen
hebben. De ander zou zeggen dat ze het begrijpen omdat het biologisch bepaald is. Diegene
heeft dit in zich zitten en zal daar op terug moeten blijven vallen.
Professioneel: de een zou zeggen dat als iemand slecht is in communicatie en
samenwerking, dat hij dat nooit echt goed zou gaan kunnen en leuk vinden. Die zou dus
zeggen dat de medewerkers individueel werk moet blijven doen of daar altijd op terug komt
(boekhouder, zzp’er oid). De ander zou zeggen dat ook in een teamverband aan te leren valt
en je iedereen daar de tijd voor moet gunnen.
Maatschappelijk: onderwijs. De één zal zeggen dat iemand nooit goed zal worden in rekenen
omdat dat biologisch bepaald is. De ander zou zeggen dat dat te leren valt, in een goede
omgeving met de juiste training. De een zegt dus dat het niet nodig is om lessen in rekenen
te gaan volgend, de ander zegt dat juist extra les nodig is.
Vragen bij Gedrag: Biologische psychologie
1. Wat zijn de uitgangspunten van de biologische psychologie?
- De mensen is beschreven/geprogrammeerd. Gedragsmogelijkheden liggen vast in
het DNA.
- Gedrag en gedachten: emoties en motieven hangen altijd samen met biologische
processen in het lichaam.
- De hersenen zijn het belangrijkste orgaan.
, - Mensen zijn het product van een langdurige evolutionaire geschiedenis.
2. In de lespresentatie staat: ‘Deze bepaalt of beïnvloedt – daarover lopen de opvattingen
binnen deze stroming uiteen – de gedragsmogelijkheden van de mens.’. Leg uit wat het
verschil is tussen bepalen en beïnvloeden. Hoe zou je dit kunnen onderzoeken?
Verschil in de mate van invloed van de DNA.
Bepaalt = het ligt vast
Beinvloed = ruimte om zelf nog keuzes te maken.
Intelligentie bepaalt door gene. Beinvloed door omgeving.
Onderzoeken: voorbeeld van eeneiige tweelingen die bij geboorte uit elkaar zijn gehaald.
Hoe meer ze op elkaar lijken, hoe meer de biologische vastligt. 60% van intelligentie ligt vast.
40% hangt af van cultuur, omgeving etc.
3. Wat vind je van de opvatting van ‘de mens als machine’?
Ik kan het zelf bijna niet geloven dat we als een machine zijn geprogrammeerd. Als ik echter
de stof tot nadenken lees, dan vind ik wel veel dingen logisch. Maar ik denk dat de mens wel
zelf verantwoordelijk is voor zijn gedrag. Dementie/autisme kan je niks aan doen, maar wel
hoe je reageert in situaties. Ik denk dat dat aangeleerd/aangepast kan worden. Hetzelfde
geldt voor leervermogen.
Vragen bij Gedrag: Evolutionaire psychologie
1. Wat zijn de uitgangspunten van de evolutionaire psychologie?
- Hersenen zijn, net als alle andere onderdelen van het lichaam, de uitkomst van een
evolutionaire proces.
- Daaruit volgt dat, al is iedereen uniek, ieders geest ook kenmerken heeft die terug te
vinden zijn bij alle andere mensen. Deze worden door middel van natuurlijke selectie
doorgegeven van generatie op generatie omdat ze helpen bij overleving dan wel
voortplanting.
- Deze universele kenmerken van de menselijk geest, psychologische adaptaties (=
aanpassingen) genoemd, zorgen ervoor dat onze gedragsmogelijkheden (die in
theorie oneindig zijn) gereduceerd worden tot een beperkt aantal acties.
- Psychologische adaptaties zijn complex, bestaan uit verschillende onderdelen, zijn
functioneel gespecialiseerd en bovendien talrijk, snel, automatisch en onbewust!
2. Wat is het verschil tussen natuurlijke en seksuele selectie?
Natuurlijke selectie = de genen die ervoor zorgen dat dieren bijvoorbeeld snel kunnen
rennen, beter bestand zijn tegen parasieten, goed aan kunnen passen op klimaat etc. ->
survival of the fittest.
Seksuele selectie = bepaalde kenmerken, hoe onhandig ook, doen het goed bij het andere
geslacht en worden zo doorgegeven.
3. In het boek staat (op blz. 75): ‘Seksuele selectie leidt dus tot andere eigenschappen dan
natuurlijke selectie’. Geef een paar voorbeelden.
Seksuele selectie :Mannelijke dieren: groot, sterk, agressief. Vrouwelijk: mooie kleuren,
sierlijk.
Natuurlijke selectie: beter rennen, goed tegen klimaat etc.
4. Wat is een adaptatie?
Kenmerken die bijdragen aan overleving en reproductie worden adaptaties genoemd. Dus
dieren die beschikken over meer hulpbronnen (voldoende zuurstof, voedsel, warmte etc),
zullen meer gezonde nakomelingen kunnen produceren. Die nakomelingen zijn weer beter
aangepast aan hun omgeving.
Ook wel → aanpassingen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tessaluijk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.