VOLLEDIGE samenvatting (chapter 1 t/m 13) van 'introduction to sociology' van Frank Tubergen + kennisclips, voorbeelden, theoretische begrippenlijst
Summary - Introduction to Sociology
Inleiding sociologie Hst 1-12
All for this textbook (18)
Written for
Universiteit Utrecht (UU)
Sociologie
Inleiding sociologie (200300007)
All documents for this subject (30)
Seller
Follow
Emmadejong123
Reviews received
Content preview
WEEK 5
Hoofdstuk 9: Ongelijkheid
Stratificatie en mobiliteit
9.1 Wat maakt je blij?
Geluk is gerelateerd aan economische standaarden van leven (de economische ontwikkeling in een
land). Waarom is daar een link tussen? In arme landen hebben mensen te maken met slechte
gezondheid, ziektes, armoede, criminaliteit, corruptie en stress onzekerheid en psychisch leed. De
wereld is ongelijk: waar je wordt geboren bepaalt je welzijn, levensstandaarden en gezondheid. Dit
zijn valuable goods (dingen die mensen waarderen/something that people value).
9.2 Sociale klasse en status
- Between-country stratification : oneerlijke verdeling van valuable goods tussen landen. Maar
wanneer we deze gemiddelden vergelijken, houden we geen rekening met de within-country
stratification: oneerlijke verdeling van valuable goods in landen.
- Hoe rangschikken we individuen en groepen in de samenleving? Twee vaak gebruikte
grondslagen van stratificatie zijn:
1. Social class : groep van mensen die dezelfde beroepsposities hebben (kapitalisten en
arbeiders
2. Social status : subjectieve rangschikking van individuen of groepen in termen van eer,
waardering en respect
a. Kan worden gerelateerd aan occupation (occupational prestige : subjectieve
rangschikking van beroepsposities in termen van prestige en respect)
b. Treiman constant : prestige over beroepsposities zijn hetzelfde over tijd, over landen
en er is een sterke overeenstemming over
Sociale klasse en sociale status omvatten verschillende dimensies van stratificatie. De sociale status
en klasse kunnen ook overlappen. Klasse en status zijn analytisch gezien verschillend, maar mensen
met een hogere sociale klasse krijgen in het algemeen meer respect en prestige.
9.3 Inkomen en rijkdom
Hoe hoog is de mate van stratificatie?
Gini coëfficiënt: meting van inkomsten stratificatie in de samenleving van 0 tot 100 (0 =
zelfde inkomen en 100 = volledige inkomen van 1 persoon).
De meeste rijkdom is in de handen van een paar personen.
o The One percent: de stratificatie in landen over inkomen en rijkdom in hedendaagse
samenlevingen is erg scheef en het meeste rijkdom is in handen van de top 1
procent.
9.4 Lange termijn veranderingen in stratificatie
In veel landen neemt inkomsten stratificatie toe. Landen die een lage inkomsten stratificatie hadden
gaan naar een hogere inkomsten stratificatie, alleen niet voor de landen die al een hele hoge
inkomsten stratificatie had. Er is geen bewijs voor een lineaire ontwikkeling.
9.5 Sociale mobiliteit
Het tweede sub-thema van ongelijkheid (naast stratificatie) is de studie van sociale mobiliteit.
Sociale mobiliteit gaat over de veranderingen tussen sociale posities. De mate waarin sociale
mobiliteit mogelijk is, verschilt over ruimte en tijd. Hoe “dichter”/”closed/rigid’ de samenlevingen
zijn, hoe minder mobiliteit en hoe groter de ongelijkheid.
1. Intergenerational mobility : verandering van positie tussen ouders en kinderen in het
stratificatie systeem.
, a. Deze mobiliteit ontstaat als de positie van kinderen anders is dan de ouders
(arbeidsstatus, inkomen, rijkdom, levensverwachting, prestige).
i. American Dream: kinderen uit arme families de ladder opklimmen
2. Intragenerational mobility : de positieverandering van individu gedurende hun leven
Hoeveel intergenerational mobility bestaat er in de samenleving? Er zijn drie manieren om dit te
doen:
Mobility table : tabel die de oorsprongs- en bestemmingspositie (origin- and destination
position) in het stratificatiesysteem kruist (origins = ouders en destination = sociale positie
van kinderen).
Absolute mobility : totale aantal van positieveranderingen
o Hangt af van structural mobility : mobiliteit dat ontstaat door veranderingen in
aantal van mogelijke sociale posities
Relative mobility : ongelijkheid tussen kinderen van andere sociale oorsprongsposities in de
kans om toegang te krijgen tot sociale posities
o Als kinderen met een achtergrond met een lagere status minder kansen hebben om
toegelaten te worden dan kinderen met een hogere sociale status
9.6 Ascription and achievement
Ascription : kenmerken door geboorte, familieoorsprong en etniciteit
Achievement : persoonlijke inzet, vaardigheden, prestaties en talent.
Ongelijkheden kunnen al worden ontwikkeld door ascription.
Blau-Duncan studie: ascription-achievement vraag op de agenda
Iemands familie speelt een rol bij het vinden van een baan (hogere economische status,
makkelijker om een baan te vinden) en mensen met een hogere economische status krijgen
meer onderwijs (education).
- Ze presenteerde een nieuw conceptueel model -> Status attainment proces : proces waarbij
mensen een bepaalde positie (baan) nastreven
- The OED model: ze voegde onderwijs van het kind (E) tot de relatie tussen socio-
economische status van ouders (O = origin) en de arbeidsstatus van het kind (D =
destination).
- Blauw en Ducan stelde hoe belangrijk de familie waarin iemand wordt geboren is voor het
succes in onderwijs en het toegang krijgen tot bepaald werk.
- Hoeveel speelt achievement en hoeveel speelt ascriptive een rol? Het is een combinatie
o Kinderen uit familie met een hogere economische status zouden sneller hogere
educatie behalen als hogere banen, dan mensen uit lagere achtergronden. Maar of
de educatie goed gaat hangt af van iemands eigen talenten en vaardigheden.
9.7 Modernisering en mobiliteitstheorie
Modernization and mobility theory – komt voort uit Blau-Duncan studie en doorgewerkt door
Treiman (industrialization theory, modernization theory, increased merit selection hypothesis).
Modernisering brengt veranderingen met zich mee, op een manier dat persoonlijke
vaardigheden en talenten de belangrijkste factoren worden en kenmerken worden minder
belangrijk
Modernisering verandert de status attainment proces in twee manieren
o 1. Ascription wordt minder belangrijk in moderne naties: modernisering vermindert
de impact van iemands familieoorsprong. De socio-economische status hebben
minder een effect op kinderen hun onderwijs en de occupational status
o 2. Achievement wordt belangrijker : educatie heeft impact op occupational status
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Emmadejong123. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.