Lekker beknopte maar volledige samenvatting van het boek 'Beknopte geschiedenis van het Romeinse recht' voor het vak Historische ontwikkeling van het recht. De samenvatting van de andere leerstof voor het tentamen, boek Prota, komt binnenkort online!
Beknopte geschiedenis van het Romeinse recht
Hoofdstuk II De bronnen van het Romeinse recht
753-510 vC Koningstijd
Wet en edict
Enchiridion: rechtshistorisch boekje uit 2e eeuw, geschreven door Romeins jurist Sextus Pomponius.
Hierdoor weten wij de geschiedenis van het Romeinse recht voor keizer Justinianus.
753 vC: stad Rome gesticht. Bestuurd door een koning (rex) die voor het leven was gekozen door de
comitia: vergadering van het Romeinse volk (populus Romanus).
Imperium: gezag van de koning dat hij ontleende aan zijn uitverkiezing. Is in beginsel absolute
rechterlijke, wetgevende en uitvoerende macht. Koning kon, uit hoofde van zijn imperium, eenzijdig
algemeen verbindende regels uitvaardigen = edicten.
Lex: besluit van het volk, dwz. de volksvergadering, op voorstel van een gezagsdrager. Is dus wat het
volk heeft besloten en vastgesteld. Een lex is iedere tweezijdige rechtshandeling tussen gezagsdrager
en volk, ongeacht de inhoud en ongeacht de vorm waarin dat besluit is neergelegdhoeft niet per se
opgeschreven te zijn om rechtskracht te verkrijgen. Na de Wet van de Twaalf Tafelen maakte
Ulpianus wel het onderscheid tussen geschreven en ongeschreven recht en rekende lex tot het
geschreven recht. Nu gold alleen nog de gewoonte als ongeschreven recht.
Wetgeving: rechtsvorming dmv een uitdrukkelijk daartoe strekkend besluit van de soeverein.
Betrekkelijk recent verschijnsel. Geen wetgeving betekent niet dat er geen recht is. Ook Romeinse
samenleving kende vanouds geheel van rechtsregels dat z’n rechtskracht niet ontleende aan het feit
dat het van overheidswege was gegeven = ius (is naar ons inzien ‘gewoonterecht’). Gewoonterecht
wordt in Romeinse bronnen niet als rechtsbron genoemd. Dit komt omdat meeste gewoonterecht
gecodificeerd was in Wet van de Twaald Tafelenverloor door codificatie gewoonterechtelijke
status.
Senaat: raad van ouderen die de koning van advies dienden. Bestond in vroegste tijden uit de
hoofden van de Romeinse families (patres familias)leden als patres aangeduid. Positie senaat leek
ondergeschikt. Koning kon niet samen met senaat wetten uitvaardigen en geldigheid van edicten was
niet afhankelijk van toestemming senaat. Heeft echter centrale plaats in Romeins staatsbestel.
Romein nam nl zelden een beslissing zonder zich door raad van wijzen of deskundigen (consilium) te
laten adviseren.
Constitutionele driehoeksrelatie: gezagsdrager met soeverein gezag aan de top, die wordt
geadviseerd door de senaat en gekozen door volksvergaderingveranderde niet wezenlijk toen
koningschap in 510 vC werd afgeschaft en werd vervangen door voor één jaar gekozen consuls.
510-27 vC Republiek
Plebisciet en twaalftafelenwet
Vroegste geschiedenis van Romeinse Republiek wordt beheerst door standenconflicten. Barstte
volledig los na verdrijving van laatste koning, Tarquinius Superbus.
Plebejers: niet in senaat gerepresenteerde in Rome woonachtige families. Stonden tijdens koningstijd
onder protectie van koningna verdrijving viel steun wegovergeleverd aan willekeur van senaat.
Patriciërs: de in de senaat vertegenwoordigde families. Waren er op beducht hun staatsrechtelijke
privileges en religieuze voorrechten te beschermen en te behouden.
Plebejers schiepen een ‘staat binnen de staat’. De dienst werd daar uitgemaakt door aantal uit hun
midden gekozen ‘voormannen’ (tribuni plebis).
494 vC: patriciërs deden omwille van vrede belangrijke concessie. Incorporeerden de tribuni plebis
binnen het officiële staatsbestel. Ze kregen absoluut veto-recht tegen alle besluiten van de
, patricische magistraten. Besluiten die de volkstribunen voorlegden aan de vergadering van de
plebejers (consilium plebis) bonden alleen de plebejers.
286 vC: aan de besluiten van het plebs (plebiscita) werd bij de zogeheten lex Hortensia algemeen
verbindende werking verleendook patriciërs eraan gebondenplebiscita gelijkgesteld aan lex.
Rechtspraak speelde ook belangrijke rol in standenconflict tussen patriciërs en plebejers:
- Was geen zekerheid over nauwkeurige inhoud van het recht.
- Vaststelling van de inhoud van het recht was in hadden van een patricisch priestercollege
(pontifices)plebejers vertrouwden hen niet.
450 vC: besloten een codificatie van het recht te maken die van overheidswege werd gepubliceerd =
Lex XII tabularum/Wet van de Twaalf Tafelen. Hierna werden er nog talloze wetten en plebiscieten
uitgevaardigd, maar tot de tijd van Justinianus is er niks meer gecodificeerd.
De praetor en zijn edict
366 vC: plebejers werd toegang tot consulaat, het hoogste ambt in de staat, geopend door leges
Liciniae Sextiaesenaat niet meer alleen worden samengesteld uit vertegenwoordigers van
patriciaat. Senaat stond open voor iedereen die één van de hoge staatsambten had bekleed. Eerst
was dit alleen consulaat, maar in 366 vC werd nieuw ambt in leven geroepen; praetor.
Praetor: beschikte, net als de consuls, over soevereiniteit, maar beperkte zich bij uitoefening daarvan
tot rechtspraak. Quintus Publilius Philo was eerste plebejische praetorRomeinse standenstrijd
juridisch en feitelijk beslechtsenaat breidde zich snel uit met groot aantal plebejers.
Nadat conflict tussen plebejers en patriciërs was opgelost ontstond nieuw conflict: tussen
vermogenden en minder-vermogenden. Vermogende groep bestond uit patriciërs en de ‘ruiterstand’
(ordo equester), Romeinse geldadel van plebejische komaf.
Overheidsbeleid werd door senaat bepaald en door magistraten uitgevoerdenorm gezag aan
senaatsbesluit (senatus consultum) toegekend
Na praetor zijn nog talloze andere nieuwe, lagere magistraturen in leven geroepen:
- Quaestor: wethouder van financiën.
- Aedilis: marktmeester.
- Censor: wethouder van burgerlijke stand.
Het imperium bleef echter voorbehouden aan twee hoogste standen: consulaat en praetuur. Er gold
een vaste volgorde van de te doorlopen functies (cursus honorum) voordat men als consul
verkiesbaar was.
Het was de taak van de praetor om in de stad recht te spreken ‘stadspraetor’ (praetor urbanus).
Vanaf 242 vC werd het een duo ambt ‘vreemdelingenpraetor’ (praetor peregrinus) in leven
geroepen: beperkte zich tot rechtspraak tussen vreemdelingen. Sindsdien is aantal praetoren erg
uitgebreid.
Aan stadspraetor was de ontwikkeling van het privaatrecht voorbehouden. Dit kon hij doen door het
uitvaardigen van edicten of op subtielere wijze.
Ius edicendi: het recht om edicten uit te vaardigen.
Praetuur was primair een politieke functie. Het was de laatste stap voor het consulaatdoor velen
niet in eerste instantie begeerd op justitiele takenpraetor niet altijd juridisch onderlegd. Bediende
zich vaak van raad van rechtsgeleerde adviseurs die hem bij uitoefening van functie terzijde stond.
Op de eerste dag van z’n ambtsjaar publiceerde de praetor gewoonlijk een groot aantal
edictsbepalingen die op een witte schutting (album) op het forum werden geschreven. Deze op
album geschreven edicten werden vaak aangeduid als ‘het’ praetorische edict. Golden in beginsel
slechts voor één jaar, daarna konden ze worden geweigerd of geschrapt. Praetor mag gedurende
ambtstermijn ook niet meer wijzigen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fcvanlit. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.24. You're not tied to anything after your purchase.