Privaatrecht tentamen deel B SV Compendium
H2 Inleiding en begripsbepalingen
Art. 3:15 schakelbepaling: art. 3:11 – 14 zijn rechtstreeks buiten het vermogensrecht van toepassing, indien de aard van
de rechtsbetrekking zich daartegen niet verzet.
Goederen: zaken + vermogensrechten. Zaken art. 3:2: de voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten. Dieren
vallen hier ook onder (3.2a). Vermogensrechten art. 3:6: als het recht overdraagbaar is of als er sprake is van een verband
met stoffelijk voordeel. Passieve vermogensbestanddelen = schulden zijn geen goederen. Vorderingsrecht is wel goed =
vermogen crediteur.
Er bestaan ook nog enkele bijzondere goederen, namelijk:
- Roerende zaken art. 3:3 alles zaken die niet onroerend zijn. Onroerend zijn: (1) grond, (2) nog niet gewonnen delfstoffen, (3)
de met de grond verenigde beplantingen en (4) de gebouwen en werken die duurzaam met de grond zijn verenigd. Let op:
bestanddelen van een onroerende zaak zijn ook onroerend. Zie registergoederen 3:10.
Bestanddelen art. 3:4 Onzelfstandige zaaksdelen die opgaan in de zaak waarvan zij deel uitmaken, criteria:
1. Verkeersopvatting: Wat volgens verkeersopvatting onderdeel van een zaak uitmaakt, is bestanddeel van die zaak.
Objecten waardoor de zaak incompleet zou zijn (fietsketting / huissleutel).
2. Bestanddeelvorming door verbinding: indien een zaak niet kan worden afgescheiden met de hoofdzaak zonder dat
beschadiging van betekenis wordt toegebracht aan een van beide zaken (plant die wortel heeft geschoten).
Let op: Als een bestanddeel deel uit gaat maken van een andere zaak, dan zitten daar enkele gevolgen aan. Zo wordt de
eigenaar van de hoofdzaak ook de eigenaar van alle bestanddelen van de zaak en bestanddelen van een onroerende zaak
worden zelf ook onroerend.
Art. 6:112 De schuldenaar kan zijn verbintenis in elke gangbare geldsoort voldoen. Art. 6:114 de schuldenaar is in beginsel
bevoegd tot girale betaling (via bank).
Beperkte rechten 3:8: recht dat is afgeleid uit een meer omvattend recht, het welk met het beperkte recht is bezwaard. Alle
beperkte rechten zijn zelf vermogensrechten in de zin van 3:1 en 3:6.
a. Gebruiksrechten: vruchtgebruik, erfdienstbaarheid, erfpacht, opstal.
b. Zekerheidsrechten: pand en hypotheek.
- Moederrecht: het recht waaruit een beperkt recht is afgeleid: (1) Een volledig recht (eigendom, vorderingsrecht) & (2) Een
ander beperkt recht (beperkt recht vestigen op een ander beperkt recht).
Zakelijke rechten: alle rechten op zaken: (1) Het eigendomsrecht (5:1 e.v.) & (2) Beperkte rechten op zaken (hoewel deze
beperkte rechten strikt genomen uit het eigendomsrecht op de betreffende zaak zijn afgeleid, worden zij in het wettelijk
aanvaarde spraakgebruik geacht op de zaak zelf te rusten.)
Afhankelijke rechten 3:7 jo 3:82 recht dat zodanig is verbonden aan een ander recht, dat het niet zonder dat andere recht kan
bestaan. Afhankelijk recht volgt het recht waaraan het is verbonden (als het andere recht overgaat of teniet gaat, volgt het
afhankelijke recht). Zij zijn niet zelfstandig overdraagbaar. Tot de afhankelijke rechten behoren o.a. Pand, hypotheek en
borgtocht (verbonden aan een vorderingsrecht) & Mandeligheid (het gemeenschappelijk in eigendom hebben van een
onroerende zaak, zoals een hek, hef of muur), erfdienstbaarheid.
Nevenrechten art. 6:142 afhankelijk recht die van rechtswege mee overgaat wanneer een vordering op een andere
schuldeiser overgaat. Let op: (1) nevenrechten kunnen alleen aan een vorderingsrecht verbonden zijn en (2) nevenrechten
zijn niet alle zelf vermogensrechten in de zin van 3:1 en 3:6, de afhankelijke rechten wel. Pand, hypotheek en borgtocht
zijn afhankelijk + nevenrechten. Mandeligheid en erfdienstbaarheid zijn alleen afhankelijk.
Vruchten 3:9: (1) Natuurlijke vruchten: zaken die volgens verkeersopvatting (opvatting samenleving) als vruchten van andere
zaken worden aangemerkt (appel, ei, kalf, mest, etc.) en (2) Burgerlijke vruchten: rechten die volgens verkeersopvatting als
vruchten van goederen worden aangemerkt (huur- of pachtpenningen etc.).
Bij vruchten dienen twee momenten te worden onderscheiden:
a. Voor afscheiding Natuurlijke vruchten zijn bestanddelen 5:3. Zolang de vrucht nog niet afgescheiden is, behoort zij
tot de hoofdaak. Art. 3:97 Vruchten kunnen geleverd worden als toekomstige goederen.
b. Na afscheiding Natuurlijke vrucht wordt een zelfstandig recht door haar opeis baar worden 3:9 lid 4. De nieuw
ontstane goederen komen toe aan de rechthebbende op het vruchtdragend goed (5:1 lid 3), tenzij uit de wet voorvloeit dat
zij aan een ander toekomen (bv. vruchtgebruik).
Registergoederen 3:10 goederen voor de overdracht / vestiging waarvan inschrijving in daartoe openbare registers
noodzakelijk is. Registergoederen zijn:
1. Onroerende zaken 3:89
2. Teboekgestelde schepen en luchtvaarteigen, 8:199, 8:790, 8:1306. Zij zijn roerend maar toch registergoed.
3. Aandelen in een registergoed 3:96
4. Beperkte rechten op een registergoed 3:98
H4 Vertegenwoordiging
Titel 3.3 Vertegenwoordiging krachtens volmacht.
- Art. 3:78 schakelbepaling bepalingen die van overeenkomstige toepassing zijn op andersoortige
vertegenwoordigingssituaties.
- Art. 3:79 schakelbepaling bepalingen zijn van overeenkomstige toepassing, voor zover de aard zich hiertegen niet
verzet.
Directe vertegenwoordiging: (a) iemand die daartoe de bevoegdheid heeft = T, (b) verricht een rechtshandeling, (c) in naam
van een ander, met het effect dat de beoogde rechtsgevolgen niet voor hemzelf, maar voor die ander intreden (T valt ertussen
uit).
- Wettelijke vertegenwoordiging; omvang bevoegdheid wordt bepaald door de wettelijke regelen 1:245 lid 4 ouder,
1:337 lid 1 voogd, 1:386 curator, 1:441 bewindvoerder.
- Vertegenwoordiging van een rechtspersoon door haar bestuurders; omvang bevoegdheid wordt bepaald door wet en
statuten 2:45 vereniging, 2:130 NV, 2:240 BV, stichting 2:292.
- Art. 3:60 Volmacht; omvang wordt bepaald door de inhoud van de volmacht 3: / 62)
- Art. 6:201 Zaakwaarneming; omvang wordt beheerst door de eis van behoorlijkheid der aakwaarneming.
, - Bevoegdheid om in naam van een ander een rechtshandeling te verrichten volmacht zonder verplichting.
- Verplichting om deze bevoegdheid uit te oefenen 7:414 Lastgevingovk, 7:610 Arbeidsovk kunnen verplichten tot
directe en middellijke vertegenwoordiging!
Middellijke vertegenwoordiging: tussenpersoon verricht (a) in eigen naam (b) een rechtshandeling voor (c) rekening van een
ander. De rechtshandeling wordt in eigen naam verricht, tussenpersoon valt er niet tussenuit; hij bindt zichzelf.
4.1 Volmacht
Art. 3:60 Volmachtverlening: Volmacht is de bevoegdheid, die een volmachtgever aan de gevolmachtigde verleent, om in zijn
naam rechtshandelingen te verrichten. Verlening volmacht is d.m.v. een eenzijdige rechtshandeling, dit kan vormvrij art. 3:61
lid 1. Volmacht is niet privatief: de volmachtgever behoudt de mogelijkheid zelf de bewuste rechtshandeling(en) te verrichten.
Lastgevingsovk werkt ook niet privatief (behalve middellijke vertegenwoordiging 7:423).
Bode is slechts een instrument tot het overbrengen van andermans verklaring, hij verricht dus niet een rechtshandeling en
handelt niet als vertegenwoordiger.
Uitoefenen van de volmacht 3:66, vereisten: A – T D, T valt er tussenuit
1. Beoogd rechtsgevolg / vertegenwoordigingswil: T handelt met de wil om de achterman te binden.
Let op: als T zijn bevoegdheden overschrijdt wordt A niet gebonden.
Art. 3:71 de derde is bevoegd terstond bewijs van de volmacht te verlangen, en kan bij gebreke daarvan de door de
gevolmachtigde afgelegde verklaringen als ongeldig beschouwen.
2. In naam van een ander / vertegenwoordigingskwaliteit: T handelt in naam van A, voor derde moet dit duidelijk zijn.
HR Kribbebijter: hoeft niet uitdrukkelijk benoemd te worden dat T in naam van A handelt. Dit kan ook uit
omstandigheden en wat partijen jegens elkaar over en weer hebben verklaard blijken. Het gaat erom wat partijen uit
elkaars verklaringen / gedragingen hebben afgeleid en mochten afleiden.
art. 3:67 een ovk kan worden aangegaan in naam van een eerst later bekend te maken volmachtgever.
3. Vertegenwoordigingsbevoegdheid: T mag namens A handelen, hij moet bevoegd zijn.
Art. 3:66 lid 2 Ieder van het grootste aandeel indien de geldigheid / gevolgen van de rechtshandeling / wil of
wetenschap handelende van belang is, is T en A belangrijk. Er wordt dan gekeken wie welk aandeel heeft gehad in de
totstandkoming van de rechtshandeling en in de bepaling van haar inhoud. “Hoe ruimer de volmacht, hoe eerder de wil /
wetenschap van gevolmachtigde van belang.”
Art. 3:63 lid 1 Handelingsonbekwaamheid van de gevolmachtigde een onbekwame is wel bekwaam om als
vertegenwoordiger op te treden. Het heeft dus geen invloed op de volmachtverlening of de krachtens volmacht verrichte
rechtshandeling. Onbekwaamheid ziet immers enkel op het verrichten van rechtshandelingen voor zichzelf.
Art. 3:63 lid 2 Handelingsonbekwaamheid van de volmachtgever Volmachtverlening is op dezelfde wijze geldig / nietig /
vernietigbaar als de te verrichten rechtshandeling zou zijn wanneer de onbekwame volmachtgever haar zelf zou verrichten art.
6:218. Een krachtens de volmacht verrichte rechtshandeling is op gelijke wijze geldig / nietig/ vernietigbaar als wanneer zij door
de volmachtgever zelf zou zijn verricht.
Art. 3:72 Volmacht eindigt bij:
a) Dood, ondercuratelestelling, faillissement of schuldsanering bij volmachtgever / gevolmachtigde, tenzij 3:74
b) Herroeping door de volmachtgever, tenzij 3:74
c) Opzegging door de gevolmachtigde
Let op: deze opsomming is niet limitatief, hier kan van worden afgeweken. 3:74 lid 1 Hier kan van worden afgeweken, indien de
volmacht strekt tot het verrichten van een rechtshandeling in het belang van de gevolmachtigde of derde. 3:74 lid 4: een
dergelijke afwijking kan door de rechter worden gewijzigd / buiten werking worden gesteld.
Art. 3:73 Een gevolmachtigde kan na het intreden van een beëindiginggrond nog beperkt vertegenwoordigingsbevoegd zijn.
Art. 6:219 Onherroepelijk volmacht kan niet worden herroepen, dit blijkt immers uit het onherroepelijke aanbod.
Onherroepelijke volmacht werkt niet privatief.
4.2 Het ontbreken van een toereikende volmacht
Hoofdregel: als iemand als gevolmachtigde in naam van een ander een rechtshandeling verricht zonder daartoe bevoegd te
zijn, komt er geen rechtshandeling tot stand. A en T worden niet gebonden, er is immers niet voldaan aan alle vereisten van
3:66 en T verrichtte de rechtshandeling niet in zijn naam. Echter…
- Indien een beperkte volmacht werd overschreden, zal soms uitleg van de volmacht leiden tot de conclusie dat er een
rechtshandeling is ontstaan binnen de bevoegdheid.
- Ook uit andere bronnen dan volmachtverlening kan vertegenwoordigingsbevoegdheid voortvloeien (zaakwaarneming).
Uitzonderingen:
- 3:69 De rechtshandeling kan alsnog bekrachtigd worden door A, de ‘bevoegdheid’ is dan geheeld.
- Gerechtvaardigd vertrouwen
- 3:61 lid 2: Er heeft nooit een toereikende volmacht bestaan
- 3:76 Er bestond een toereikende volmacht, maar deze is reeds geëindigd op het moment waarop de rechtshandeling
wordt verricht.
3:69 Bekrachtiging (buiten volmacht van overeenkomstige toepassing krachtens 3:78)
Bekrachtiging heeft terugwerkende kracht 3:69 lid 1. Indien A bij het ontbreken van een toereikende volmacht alsnog
bekrachtigd, is de rechtshandeling geldig. Bekrachtiging is een eenzijdige rechtshandeling gericht aan T / D is vormvrij, tenzij
voor de volmachtverlening een vormvereiste is, dan geldt hetzelfde voor de bekrachtiging 3:69 lid 2.
- Art. 3:69 lid 3 A kan mededelen dat hij het ontbreken van de volmacht als ongeldig beschouwt. De rechtshandeling is
hierdoor definitief ongeldig. Een latere bekrachtiging heeft geen effect.
- Art. 3:69 lid 4 Redelijke termijn stellen voor de bekrachtiging. Als bekrachtiging uitblijft, is de rechtshandeling op het
moment waarop de termijn verstrijkt definitief ongeldig deze bevoegdheid is voor iedere onmiddellijk belanghebbende.
3:61 lid 2 Gerechtvaardigd vertrouwen (uitwerking van 3: en 3:11), vereisten:
1. Rechtshandeling zonder toereikende volmacht.
2. Door een verklaring / gedraging van A die het vertrouwen hiervoor heeft gewekt
HR Dias/Salters: dit kan ook door een nalaten, onder omstandigheden zijn feiten die zich voordoen nadat de
vertegenwoordiging heeft plaatsgevat relevant.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller leonie8888. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.32. You're not tied to anything after your purchase.