Samenvatting van de hoorcolleges, het boek (alle antwoorden op de leesvragen) en de bijbehorende artikelen.
63 views 2 purchases
Course
Over de grenzen van de disciplines
Institution
Universiteit Utrecht (UU)
Book
Over de grenzen van disciplines
Dit is een samenvatting van de stof voor deeltentamen 1 van over de grenzen van disciplines. Dit bevat de samenvattingen van hoorcollege 1 tot en met 4. Samenvattingen van de hoofdstukken 1, 2, 3, 4, 6, 7 uit het boek 'over de grenzen van disciplines' van Ruud Abma. De samenvattingen van de bijbeho...
Samenvatting Hoorcollege 1
Hoofdstuk 1 – Over de grenzen van disciplines
De sociale wetenschappen in Nederland omvatten: psychologie, sociologie,
pedagogiek, culturele antropologie, politicologie en onderwijskunde.
Bij de herverkaveling in de 19e eeuw ging de geschiedwetenschap de spil van de
geesteswetenschappen vormen. SW’ers zochten naar nieuwe manieren om mens en
maatschappij te bestuderen en lieten zich daarbij vooral inspireren door de werkwijze
van natuurwetenschappers. Historici hadden een andere methodologische voorkeur.
In de 19e eeuw was er een scheiding tussen geesteswetenschappen (alfa) en
natuurwetenschappen (bèta). Er was sprake van een methodologische tweedeling:
experimenteel natuurwetenschappelijk én interpreterend geesteswetenschappelijk.
The two cultures van Snow zijn terug te vinden binnen de sociale wetenschappen. Er
is een richtingenstrijd: experimentele benadering óf interpretatieve benadering?
De SW hebben nu een eigen plaats verworven: de gammawetenschappen. Dit was
mogelijk door de massale studentenaanwas. Dit maakte een toename van
wetenschappelijke staf en specialismen mogelijk, maar vergrootte tegelijkertijd de
spanning tussen wetenschappelijke en maatschappelijke ambities.
Gewone burgers hanteren voortdurend theorieën over zichzelf en hun medemensen.
Deze komen tot stand via opvoeding en ervaring, maar zijn slechts voor een klein
deel gebaseerd op sociaalwetenschappelijk onderzoek. SW’ers staan dus meer dan
alfa’s en bèta’s voor de taak het publiek te overtuigen van de meerwaarde van de
door hun verworven kennis.
‘Sciences’ staat voor natuurwetenschappen, terwijl het adjectief ‘human’ associaties
oproept met geesteswetenschappen. SW’ers willen die associatie met de humaniora
niet en moeten dus op zoek naar een andere benaming dan ‘human sciences’.
Gedrag heeft de connotatie van observeerbaarheid en meetbaarheid (objectiviteit),
terwijl ‘menselijk’ doet denken aan waarden en interpretatie (subjectiviteit). De
termen social and behavioral sciences zijn dus meer gebruikelijk.
Wetenschap is zowel een product (verzamelde kennis) als een proces (het werk dat
wordt verricht om de werkelijkheid beter te leren kennen):
1. Er wordt een representatie van de wereld gecreëerd. Wetenschappers
proberen processen en mechanismen achter waarneembare verschijnselen
op te sporen.
2. Verzameling van praktijken die in instituties zijn ingebed. Deze instituties
bewaken de kwaliteit van wetenschappelijk werk.
Bevindingen uit onderzoek zijn nooit definitief. Meningsverschillen gaat niet alleen
over de inhoud van kennis, maar ook over de procedures om tot geldige kennis te
komen. Het is daarom moeilijk om tot één definitie van wetenschap te komen. Voor
de integratie van wetenschappen wordt steeds vaker een beroep gedaan op
theorieën over complexe systemen.
,Hoofdstuk 2 – Disciplines
In het algemeen wordt de term ‘discipline’ in twee betekenissen gebruikt: (1) als een
speciale tak van wetenschap en als (2) het uitoefen van controle over ondergeschikte
groepen. Macht en controle spelen ook een rol in wetenschappelijke disciplines. Ook
in de wetenschap gaat het om processen van in-en uitsluiting. Wat wordt
overgedragen en bewaakt, is gespecialiseerde, gewaardeerde kennis die sommige
mensen bezitten en andere niet.
Onderwijs, onderzoek en beroepsvorming vormen de drie pijlers van disciplines. Om
een vak een discipline te noemen, moet er sprake zijn van een algemeenheid: een
aparte academische opleiding met die naam en bekendheid bij het grote publiek. Het
moet academische erkenning hebben op het gebied van onderwijs en onderzoek én
zich voldoende als apart vak onderscheiden van naburige disciplines. De
psychoanalyse is meer een stroming, met wisselende erkenning binnen disciplines.
We kunnen ‘discipline’ zien als een niveau, gelegen tussen enerzijds de
wetenschappelijke hoofdgebieden of continenten (alfa, bèta, gamma) en anderzijds
de subdisciplines en specialismen, die vooral onderzoeksverbanden zijn of een
praktijkspecialisatie weerspiegelen (orthopedagogiek, fysiologische psychologie).
De ontwikkeling van disciplines
Disciplines laten zich het best typeren als historische producten. Het zijn
institutionele kaders waarvan de invulling in de loop van de tijd verandert en die ook
variaties tussen landen kennen. Het gaat om historische producten die voortdurend
in beweging zijn.
Disciplines hebben een interdisciplinair begin; wetenschappers onderzoeken een
probleem op een nieuwe manier, met gebruikmaking van ideeën en methoden uit
andere vakgebieden (dit is vaak niet bewust). Naarmate een discipline meer succes
heeft, neemt het aantal rivaliserende onderzoeksgroepen en botsende ideeën toe.
Wanneer er voldoende financiële middelen zijn, worden er daarom subdisciplines
gemaakt. Verschil in visie wordt dan: ‘specialisatie’. Hierna vormt een mate van
desintegratie. Dit wordt afgeremd door departementen (vakgroepen). Deze bieden
een kader voor wetenschappelijke opleidingen in het betreffende vakgebied. Ze
waarborgen ook onderlinge bindingen tussen hun leden. Wetenschappelijke
organisaties en tijdschriften functioneren als communicatiemiddelen, maar hebben
ook een rol in de verdeling van prestige onder vakgenoten.
Dubbele legitimering
Een discipline moet zich legitimeren binnen de wetenschap én ten opzichte van de
maatschappij. Een vak moet worden opgenomen in het academisch statuut én er
moet geld komen voor onderwijs en onderzoek. Dit gebeurt door:
1. Demarcatie – het trekken van grenzen tussen wetenschappelijke bevindingen
en uitspraken van buitenstaanders. Door het gebruik van bepaalde etiketten
, wordt een sociaal effect bewerkstelligd, en dus: macht uitgeoefend. ‘Boundary
work’.
2. Alliantie – dit moet zowel binnen als buiten de wetenschap. ‘Boundary
concepts (intelligentie)’ moeten bruikbaar zijn voor onderzoekers, practici en
afnemers. Ze moeten kunnen rekenen op publieke acceptatie.
Het verbinden van verschillende werelden en het kunnen omgaan met heterogeniteit
kan een versterking betekenen van disciplines. Dit geldt ook voor het omgaan met de
publieken van een discipline. Rondom een discipline zijn uiteenlopende
belanghebbenden te onderscheiden. Direct in de nabijheid zijn studenten,
universitaire bestuurders en collega-academici uit andere disciplines. Meer op
afstand staan ouders van studenten, wetgevers en beleidsmakers van hoger
onderwijs en het algemene publiek. Zij leveren de maatschappelijke erkenning.
De functies van disciplines
1. Het inhoudelijke deel
Cognitieve functies – het generen (onderzoek), bewaren (tijdschriften, bieb) en
overdragen (opleidingen) van kennis.
2. Het sociale functioneren
Het leren van de normen en gebruiken die in een discipline gangbaar zijn, is te zien
als een proces van socialisatie. Studenten leren theorieën toe te passen in
verschillende situaties in onderzoek en praktijk. Er is ook sprake van stilzwijgende
afspraken, uitgangspunten, ideeën en kennis: tacit knowledge.
Onderdeel zijn van en disciplinaire gemeenschap genereert een gevoel van identiteit
en persoonlijke betrokkenheid. Wetenschappers in opleiding leren hun denken en
handelen af te stemmen op de in de discipline gangbare praktijken. In latere fasen
krijgt de onderwerping steeds meer een vrijwillig karakter: gevoel van vrijheid en
eigen keuze. Deze vrijheid wordt echter in toom gehouden door de regels van het
vak. Wetenschappers inspireren en ondersteunen elkaar, maar ze houden elkaar ook
in de gaten.
Een opleiding leert studenten niet alleen de kennis, vaardigheden en waarden van
die discipline, maar creëert ook een groepsloyaliteit die gepaard gaat met negatieve
sentimenten ten opzichte van andere disciplines. Dit etnocentrisme vormt een
belemmering voor interdisciplinariteit.
Statusverschillen tussen disciplines
1. Hard vs. zacht.
2. Convergentie – in hoeverre is er sprake van uniforme definities, standaarden
en procedures, van intellectuele controle en een stabiele ‘elite’ binnen het
vakgebied. Zuiverheid.
3. Concentratie – urbaan vs. ruraal
, Research ethics for students in the social sciences – Chapter 2; Science
2.2 – Science
A common characterization is that it’s an attempt to explain reality and offer
knowledge that can help predict or prepare for future events.
Science (a) produces a body of robust knowledge by way of (b) a certain
methodology, and it does so within (c) an infrastructure of physical institutions.
Knowledge, methods and infrastructure require (d) a set of moral values, embedded
in our academic way of thinking. Moral values structure the scientists’ activities.
Procedures governing the act of doing science are institutionalized in the regulations
and protocols of each discipline – a moral compass on paper. On the other hand they
are more implicit, with greater reliance on the moral virtues of the individual
researcher.
2.2.2. A brief history of science
During the nineteenth century the social sciences stepped foot on the stage. It first
emerged in the shape of political economy, sociology and what was then called the
‘moral sciences’. Early social scientists sought to transform the rising nation-states of
the world into stable, governable economics.
The second half of the 19th century revealed a need for analytical insights into the
inner-workings of capitalism, the state and its bureaucracies. In order to get a grip on
the emerging patters in modern societies, they employed their own discipline specific
tools, such as statistics.
By the early 20th century, social scientists were already studying a multitude of topics,
spanning a wide-breath of human-related matters. From these different areas of
interest, a variety of new disciplines, subdisciplines and schools of thought emerged.
Which disciplines belong to the social sciences has long been a subject of debate,
raging still today. This illustrates the fact that the social sciences as a whole are still a
collection of rather loosely connected fields of developing knowledge.
By the second half of the 20th century, two developments further shaped the field of
science:
1. Social sciences had become regarded as an independent discipline.
While the social sciences were situated between the natural sciences and the
humanities, their object, human behavior, was unique.
2. Social sciences became very popular.
Applied science became one of the social sciences’ most valuable additions:
new therapists, educationalists etc.
This made it possible to create processes of institutionalization and
professionalization. These processes went hand in hand with the formalization of
research procedures, reflected in stricter and more formalized views on ethics
(concern with scientific misconduct).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller robinvb149. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.04. You're not tied to anything after your purchase.