Introduction to sociology
Frank van Tubergen
Inleiding Sociologie
, Inhoud
Hoofdstuk 1 - Questions 2
Hoofdstuk 2 - Theories 5
Hoofdstuk 3 - Methods 8
Hoofdstuk 4 - Perspective 11
Hoofdstuk 5 - Opinions 14
Hoofdstuk 6 - Norms 17
Hoofdstuk 7 - Networks 19
Hoofdstuk 8 - Groups 22
Hoofdstuk 9 - Stratification and mobility 25
Hoofdstuk 10 - Resources 28
Hoofdstuk 11 - Immigration and integration 31
Hoofdstuk 12 - Modernization 34
Hoofdstuk 13 - Religion 37
1
,Hoofdstuk 1 - Questions
1.1 The sociological perspective
Individueel perspectief = type verklaring van menselijk gedrag dat zich richt op
individuele oorzaken.
Sociologisch perspectief = een verklaring van menselijk gedrag dat zich richt op
sociale verschijnselen.
Sociale verschijnselen = collectief menselijk gedrag.
Sociale context = sociale omgeving waarin mensen zich bevinden.
Sociologie is de wetenschappelijke studie van sociale verschijnselen. Dit betekent
dat als je een sociologische verklaring van menselijk gedrag wilt geven, je rekening
moet houden met de invloed van sociale contexten en het resulterende collectieve
menselijke gedrag moet bestuderen.
Verschillende perspectieven:
1. Complementair perspectief
Sociale oorzaken vullen de individuele oorzaken aan.
2. Alternatieve perspectief
Alleen de sociale oorzaken of alleen de individuele oorzaken zijn van belang.
3. Voorliggend perspectief
Proximate causes / directe oorzaak = factors that are close to the phenomena to be
explained.
Ultimate causes / diepere oorzaak = factoren die van grondslag liggen tot proximate
causes.
Toegepast op verschillende niveau’s:
1. Microniveau
Microniveau = individueel niveau.
2. Mesoniveau
Mesoniveau = contexten die dicht bij een persoon staan (zoals familie, buurt, school,
organisaties).
3. Macroniveau
Macroniveau = contexten die groter zijn dan mesoniveau (zoals landen en
continenten).
1.2 Social problems
Er is een sociaal probleem als het veel mensen aangaat en als er veel mensen zich
zorgen over maken.
Sociale problemen veranderen over tijd, omdat de problemen waarmee mensen
geconfronteerd worden ook veranderen. Ook was men als wenselijk beschouwen
veranderd. Wat men als sociaal probleem ziet ligt aan hun waarden.
2
, Sociale problemen hebben vaak meer dan alleen sociale oorzaken (zoals de
opwarming van de aarde).
1.3 Three aims of sociology
De doelen van de sociology zijn:
1. Beschrijven
2. Verklaren
3. Toepassen
Dit bestaat uit het doen van voorspellingen en ontwikkelen van interventies.
Sociale interventie = maatregel van sociaal beleid.
Hiermee heeft het werk maatschappelijke relevantie = relevantie van sociologisch
werk voor het begrijpen van sociale problemen.
1.4 Three types of sociological questions
Sociologen bestuderen de wetenschappelijke aspecten van sociale problemen. Dit
betekent dat ze, in plaats van normatieve vragen te stellen, wetenschappelijke
vragen over sociale verschijnselen behandelen
Normative vraag = vraag die waardeoordelen met zich meebrengt.
Wetenschappelijke vraag = vraag die geen waardeoordelen met zich meebrengt.
Er zijn drie soorten wetenschappelijke vragen:
1. Beschrijvende vragen
Wat gebeurt er?
2. Theoretische vragen
Waarom gebeurt het?
3. Toepassingsgerichte vragen
Wat zal er in de toekomst gebeuren?
1.5 The art of asking good sociological questions
De elementen voor een goede sociologische vraag:
1. Nauwkeurigheid
Formuleer sociologische vragen zo nauwkeurig mogelijk. Specificeer bij het
ontwikkelen van nauwkeurigere vragen de volgende elementen: menselijk gedrag,
sociale context, periode en de bevolkingsgroep.
2. Wetenschappelijke relevantie
Wetenschappelijke relevantie = relevantie van sociologisch werk voor het begrijpen
van sociologische kennis.
De kennis is niet relevant als we (1) het antwoord al weten. Doe hiervoor een
literature review = systematisch overzicht van al de theorieën en observaties die
bekend zijn.
Of (2) als het een onjuiste vraag is oftewel een false theoretical question = een vraag
die iets wil verklaren wat niet bestaat.
Of (3) als het maar één geval is. Liever een comparative-case question /
vergelijkende casusvraag = vraag die een vergelijking van gevallen omvat
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller livsijben. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.83. You're not tied to anything after your purchase.