100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting maatschappijwetenschappen vwo H13: Binding en natievorming $3.20
Add to cart

Summary

Samenvatting maatschappijwetenschappen vwo H13: Binding en natievorming

3 reviews
 196 views  2 purchases
  • Course
  • Level

Geschikte samenvatting voor het (school)examen voor VWO. Samenvatting van maatschappijwetenschappen hoofdstuk 13: Binding en natievorming, gemaakt aan de hand van het boek Seneca Maatschappijwetenschappen deel 3. Belangrijke begrippen zijn dikgedrukt in de samenvatting. Begrippen waarvan je de bete...

[Show more]
Last document update: 3 year ago

Preview 2 out of 7  pages

  • October 25, 2020
  • May 20, 2021
  • 7
  • 2020/2021
  • Summary
  • Secondary school
  • 6

3  reviews

review-writer-avatar

By: shaimahsyeda • 3 year ago

review-writer-avatar

By: Sarahbroekmeulen • 3 year ago

review-writer-avatar

By: vandermolenemma • 3 year ago

avatar-seller
Maatschappijwetenschappen hoofdstuk 13: Binding en natievorming
Drie definities van identiteit:
 Persoonlijk: iemands zelfbeeld
 Sociaal: de groepen waar iemand deel van uitmaakt
 Collectief: het beeld dat hoort bij een groep

In het proces van socialisatie leren mensen zich op een bepaalde manier te
gedragen. Zo ontstaan er waarden die belangrijk zijn en normen waar men zich aan
houdt.

Door de collectieve identiteit voelen mensen zich verbonden met elkaar, doordat zij –
dankzij groepsvorming – gemeenschappelijke waarden en normen ontwikkelen.

Vier typen bindingen:
 Politiek; heeft te maken met politieke macht die mensen hebben en collectieve
goederen
 Affectief: op basis van emoties
 Cognitief; op basis van kennis
 Economisch; heeft te maken schaarse goederen

Voor functionalisten zijn bindingen en sociale cohesie van het grootste belang in
samenlevingen. De stabiliteit van de samenleving loopt gevaar zodra functies of
deelsystemen niet bijdragen aan de binding.
Volgens het conflict-paradigma zijn conflicten interessant. Groepen kennen
bindingen, maar samenlevingen niet. Er is één groep met macht die hoopt dat de
groep zonder macht zich aanpast en de macht accepteert.
Voor het sociaalconstructivisme-paradigma staat het handelen van mensen
centraal. De nadruk ligt op de persoonlijkheid of identiteit van actoren en hun
identificaties.
Volgens het rationele-actor-paradigma gaan mensen bindingen aan omdat ze er
hun voordeel uit kunnen halen.

Vier soorten groepen:
 Formele groepen: vast omschreven doelen, vastgelegde regels en
procedures, rollenstructuur en hiërarchie
 Informele groepen: gesloten binding, geen vastgelegde doelen, normen,
rollenstructuur en hiërarchie
 Primaire groepen: persoonlijke en emotionele band, steun en loyaliteit, van
belang bij socialisatie op micro- en mesoniveau
 Secundaire groepen: doelgericht, onpersoonlijk en functioneel georiënteerd,
van belang bij socialisatie op macroniveau en sociale controle

Bij groepsvorming zijn er vijf fasen:
1) Oriëntatiefase: er heerst onzekerheid over het met elkaar omgaan.
2) Conflictfase: mensen hebben verschillende opvattingen en dat zorgt voor
conflicten.
3) Integratiefase: er komt een balans voor de verschillende opvattingen.
Gedeelde normen worden duidelijk.
4) Uitvoeringsfase: samenwerking verloopt ongestoord, er zijn geen problemen
bij de samenwerking

, 5) Ordefase: er wordt geprobeerd om de samenwerking aan verdere regels te
binden en zo tot institutionalisering te komen

Bij groepsvorming wordt snel bepaald wie bij de groep hoort of juist niet (in- en
uitsluiting). Dit leidt tot:
 Ingroup (sociale binding en identiteit)
 Outgroup (afwijzing en competitieve gevoelens)

Door sociale controle wordt geprobeerd om te voorkomen dat mensen uit de groep
stappen of afwijkend gedrag vertonen. Mensen gaan uit de groep omdat ze:
 Er niet meer bij willen horen (dropping out, opting out)
 Er niet meer bij mogen horen (uitsluiting, discriminatie)
 Er niet meer bij kunnen horen (armoede, werkloosheid)

Sociale cohesie wordt versterkt door:
 Wederzijdse afhankelijkheid (of eigenbelang)
 Dwang (of macht)
 Gedeelde waarden en normen (saamhorigheidsbesef)

Indicatoren van sociale cohesie:
 Mesoniveau: het aantal groepen waar mensen zich bij betrokken voelen
 Macroniveau: het aantal gewelddadige conflicten in een samenleving

Via socialisatie en acculturatie kunnen mensen gedeelde waarden en normen
(cultuur) leren. Durkheim vergeleek een traditionele met een moderne samenleving
om te kijken wat een maatschappij stabiliteit geeft en wat de maatschappij bij elkaar
houdt. Hij vergeleek ze op het gebied van solidariteit en de arbeidsverdeling.
In de traditionele samenleving:
 Mechanische (plichtmatige) solidariteit
 Een morele gemeenschap
 Iedereen heeft dezelfde taak met gelijke en vaste patronen
 Productie is gericht op eigen gebruik
 Niet gesproken over vernieuwingen
 Geen ruimte voor afwijkend gedrag → negatieve sancties
 Conformisme → aanpassen aan het gedrag van de groep

In een moderne samenleving:
 Ruimte voor zelfbepaling, individuele vrijheid en afwijking
 Organische (voortgekomen uit iets levends) solidariteit
 Arbeidsverdeling en taakdifferentiatie vraagt om individualiteit
 Productie is meer gericht op de markt

Onze overheid heeft de macht om zaken te regelen die individuen niet zelf kunnen
regelen. Deze macht wordt als legitiem beschouwd. Dit is een gevolg van het proces
van staatsvorming. De staatsvorming van Nederland is onderdeel van de
staatsvorming van West-Europa. Dat proces begon in de Middeleeuwen. Toen
ontstonden er politieke instituties en instellingen om de afhankelijkheden tussen de
vorst en de adel + de burgers vorm te geven. Dit proces bracht een eind aan het
feodale systeem en was het begin van de Nederlandse staat.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rosiework. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.20  2x  sold
  • (3)
Add to cart
Added