Aantekeningen voor het vak Onderzoeks- en Interventiemethodologie A. De aantekeningen zijn gemaakt op basis van de tentamenstof van de Radboud Universiteit.
It contains a lot of typing and spelling errors, making it annoying to read.
Seller
Follow
liseadriaensen
Reviews received
Content preview
Onderzoeks- en Interventiemethodologie – A
HC 1 – Introductie: Wetenschap, kennis en begrippen
Universiteit heet twee taken
Wetenschappelijk onderwijs
Wetenschappelijk onderzoek
o Het gemeenschappelijk hiervan is dat het wetenschappelijk is
Maar wat is nou wetenschap?
Het is belangrijk dat je je afvraagt hoe zit het in elkaar, en hoe kunnen we het verklaren. Het is
ook een zoektocht, je doet veel experiment etc. Wetenschappers gaan sluit aan op onderzoek van
een andere wetenschappers (nieuw). Het onderzoek is systematisch volgens een betaalde
methode want het moet navolgbaar zijn. Je zoek naar algemene geldigheid, je gaat opzoek naar
algemenen patronen.
Wetenschappelijke kennis – kennis verworven methodisch onderzoek die systematisch en in
doorzichtige samenhang is geordend (Storig)
Wetenschappelijke kennis is conceptueel – het is toepasselijk op meerderen onderdelen van het
onderzoek.
Reflectie/kritisch – je moet kritisch zijn op andermans en je eigen onderzoek. Daarom heb je
eerst peerrefieus
Overal zichtbaar - Je ziet overal toepassing van de wetenschap, maar daar wetenschap is bedoeld
om te ondekken en dan zou je hem evt kunnen toepassen
Kenmerken
Nieuwsgierig - Als wetenschapper moet je nieuwsgierig zijn. Het kan niet dat het zo is dus ik ga
het onderzoeken, twijfel aan dingen.
Systematiek – stukje bij beetje met data iets onderzoeken
Toeval – per systematische toeval.
Sociaal verschijnsel – de ontwikkeling van wetenschappelijk onderzoek kan ook beïnvloed
worden door de matschappelijke stand van de samenleving
Wetenschappelijke methode
Rol van observatie en metingen (kwantificering)
Theoretische/hypothetische verklaringen voor geobserveerde verschijnselen
o Als je theorie klop kan je die verschijning in een ander onderzoek terug zien
Predictie over wat in de werkelijkheid het geval moet zijn o.b.v. de hypothese
Experimentele test van de predictie
Aspecten
Methodologie
o De theorie achter de methode. Waarom zijn bepaalde manier van onderzoek
beter dan andere in verschillende situaties.
Methode
o De onderdelen die je uitvoert tijdens het onderzoek, De tools die hebt om je
onderzoek uit te voeren.
Leren
Instrumenteel
o Kennis die voor een specifiek geval nodig is om een bepaald probleem op te
lossen.
Conceptueel
, o Een reeks specifieke gevallen, ga er boven staan en zit er een patroon in.
Wetenschapstheoretische begrippen
Ideas Ecidence
Theorie Emperie
Casus: groupthink
Vraag - Wat gaat er mis in besluitvormingsprocessen waardoor individueel competente
personen als groep vaak slechte besluiten nemen.
Centrale concept – a mode of decision making in which group members try to minimize condlict
and reach a consensus decision without critical evaluation of alternative ideas or viewpoints.
Claim – streven naar consensus staat kritische bespreking van alternatieven in de weg.
Belangrijke casus voor het onderzoek - Vakensbaai incident, Cuba crisis
Zelfde groep mensen, maar de ene keer was het besluit goed andere keer niet
Theorie – logisch en consistent geheel van uitspraken die dienen om een bepaald verschijnsel of
fenomeen te beschrijven en/of verklaren. Hoe komt het dat de ene keer de beslissing een goede
uitslag heeft en de andere keer niet.
Eisen
Logische consistentie
o Goede manier op elkaar aansluiten
Inhoudelijke coherentie
o Op elkaar aansluiten
Empirische correspondentie
o Theorie moet getoetst kunnen worden
Spaarzaam
o Met zo minmogelijk zo groot mogelijk bereik hebben.
Hypothese:
Een voorlopige veronderstelling die uit de theorie is afgeleid en die men door wetenschappelijk
onderzoek tracht te toetsen. Voorlopige veronderstelling.
Theorie van groupthink
slecht besluitvormingsproces -> slecht besluit
Goed besluitvormingsproces -> goed besluit
Oorzaak groupthink: een hechte groep (cohesie)
Mate van groepscohesie - > streven naar unanimiteit -> aantal besproken alternatieven ->
kwaliteit besluit
Theorie achter theorie
Drie strategieën van kennisverwerving:
Inductie
Deductie
Abductie
Twee strategieën voor rechtvaardiging:
Verificatie
, Falsificatie
Context of discovery
Hoe komen we tot onze kennis? Empirische waarnemingen als wankel fundament voor onze
kennis. Het is maar net hoe je tegen het plaatje aankijkt, uiteindelijk zie je het allebei maar een
eerste aanblik kan bedriegen. Met welke bril kijk je ergens naar, dat is niet heel erg maar de gene
die het beoordeeld moet weten welke bril jij op hebt
Context of justification:
Hoe rechtvaardigen we onze kennis (achteraf). Verantwoording door toetsing van onze
veronderstelling
Wat is de juiste wijze van toetsing
o Objectieve algemeen geldige maatstaven.
o Intersubjectieve discipline afhankelijke maatstaven.
Hoe zet ik een goede toets op?
Hoe komen we tot wetenschappelijke kennis
Logisch positivisme – wanneer is iets wetenschappelijke kennis waar is de grens.
Ondubbelzinnige waarnemingen als basis
Kennisverwerving: inductie, vanuit observaties naar regelmatigheden
o Je kijkt naar kleine casusjes en een bepaald moment ga je kijken of je tussen de
individuele waarnemingen een patroon kan ontdekken.
Toetsing d.m.v. verificatie
o Je kijkt telkens naar een nieuwe situatie die jou regelmaat verifieert
Inductie: groupthinking
Deze groep vertoont symptomen van grouphtink en neemt slecht besluiten.
Als groepen symptomen van groupthink vertonen, dan nemen ze slechte besluiten.
Kennis via accumulatie van waarnemingen.
Verifivatie: groupthinking
Toetsing: onderzoek alle groepen met symptomen van grouphink en stel vast of ze
slechte besluiten nemen
Probleem – verificatie is onmogelijk: alle groepen die symptomen van groupthink
vertonen onderzoeken kan niet.
Kritisch rationalisme
Theoretische veronderstelling als basis
o Vanuit welke theorie start je zet dit vast.
Kennisverwercing: deductie, afleiden en toetsen van hypothesen
Toetsing d.m.v. falsificatie.
o Je moet opzoek naar situatie die jou theorie ondermijnen, want de enige
zekerheid die je kan krijgen is dat je theorie niet klopt.
Deductie: groupthink
Als een groep symptomen van grouphtink vertoont, dan neemt ze slechte besluiten
Deze groep vertoont symptomen van grouthinkg
Conclusie: deze groep neemt slechte besluiten
Falsificatie
Als een groep symptomen van groupthink vertoont, dan neemt ze slechte besluiten
Een groep die symptomen van grouphtinkg vertoont, maar toch goede besluiten
neemt.
Probleem: omgaan met probilistische uitspraken.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller liseadriaensen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.