Samenvatting Juridische aspecten van kindermishandeling alle Literatuur
78 views 2 purchases
Course
Juridische aspecten van kindermishandeling
Institution
Universiteit Leiden (UL)
Dit is een samenvatting van alle literatuur die je moet lezen voor het vak juridische aspecten van kindermishandeling. Per week ingedeeld en geschreven in 2020 dit jaar. Succes alvast met het tentamen! (zie ook mijn samenvatting van de jurisprudentie, mijn samenvatting van de colleges, kennisclips ...
Juridische aspecten van kindermishandeling Literatuur
Week 1 Artikelen
Artikel M. Bruning, D. Zlotnik - ‘Cooperation and the Right of Child Abuse Victims to
Protection and Health: Lessons from the Netherlands’
2. Internationale legale framework voor Kindermishandeling en verwaarlozing
2.1 Kindermishandeling en verwaarlozing op internationaal level
UN Sustainable Development Goals SDG’s: gaat over het opbouwen van een globaal
kinderbescherming netwerk waarin alles wordt gedeeld.
CRC: Human Rights instrument voor kinderen. Ziet het kind als kwetsbaar en als iets dat bescherming
nodig heeft. Artikel 19 zegt dat kinderen tegen alle vormen van geweld moeten worden beschermd.
Artikel 34 zegt dat kinderen beschermd moeten worden tegen alle vormen van seksuele uitbuiting.
Ook zegt de CRC iets over het helpen van de slachtoffers bij herstel.
De CRC heeft general comments die verder toelichting geven op sommige artikelen. De CRC stelt ook
dat vermoedens van kindermishandeling moeten worden gemeld. Ook moet er een multidisciplinaire
interventie worden ingezet volgens de CRC en moeten verschillende organisaties samenwerken op
nationaal, regionaal en lokaal level.
Daarnaast wordt benadrukt wat de rol van participatie van het kind is in het proces (hoorrecht).
2.2 Kindermishandeling en verwaarlozing op Europees level
European Convention on Human Rights: niemand ondergaat inhumaan of denigrerend gedrag of
straf zegt artikel 3.
ook kinderen vallen hieronder en kindermishandeling.
Een schending van artikel 3 kan optreden als een kind niet goed is beschermd tegen
kindermishandeling. Artikel 13 zegt dat kinderen de staat mogen aanklagen wanneer deze gefaald
heeft ze te beschermen. Ook het niet goed communiceren en samenwerken tussen partijen kan een
schending van artikel 3 veroorzaken.
Ook gewelddadige incidenten, beledigingen en bedreigingen kunnen een schending van artikel 3
opleveren. De staat moet actief deelnemen om kindermishandeling te voorkomen.
Soms kan het handelen tegen kindermishandeling een schending van artikel 8 ECHR opleveren: recht
privé en familie leven. Als het kind niet wordt betrokken en het recht van het kind om te participeren
in aangelegenheden die hem aangaan niet wordt gegeven dan kan dit gebeuren.
3 Nederlandse systeem: Van meldplicht tot effectieve respons
3.1 De Nederlandse respons op kindermishandeling en verwaarlozing: Alarmerende bevindingen
en recente ontwikkelingen.
Het systeem in Nederland heeft veel kritiek gekregen waaronder een tekort aan focus op de
bescherming van kinderen en een teveel van focus op families en ‘victimised parents’.
- Preventie en tegengaan van kindermishandeling en verwaarlozing staat nu centraal op de
politieke agenda.
Nederland kwam eerst met : Actieplan Kindermishandeling ‘Kinderen Veilig’ 2012–2016.
Dit plan gaat over preventie, signalering en aanpak van kindermishandeling. Bij het plan hoort een
monitoring mechanisme: Task Force kindermishandeling en seksueel geweld. Deze wil professionals
zo veel mogelijk met elkaar verbinden. Na 2012 sloten ze af en begonnen ze met het vernieuwde
plan ‘ik kijk niet weg’. De task force concludeerde dat kinderen nog veel slachtoffer waren en het
,systeem bleef falen. aangeraden is dat iedereen een code invoert voor het melden van
kindermishandeling en verwaarlozing.
Deetman Comité (1945-2010): onderzoek naar seksueel misbruik van kinderen binnen de katholieke
kerk. Hieruit bleek dit probleem relatief klein maar toch wel een serieus probleem.
Samson comité (1945-2012): onderzoek naar seksueel misbruik van kinderen binnen hulpverlening.
Onderzoek bevestigde dat het systeem faalde in het beschermen van kinderen binnen hulpverlening
tegen seksueel misbruik.
De winter comité (2015): fysieke en emotionele mishandeling onderzocht van kinderen binnen
hulpverlening. Uit onderzoek bleek dat veel kinderen binnen hulpverlening mishandeld werden.
Uit de rapporten blijkt dat Nederland had gefaald in het volgen van de verplichtingen van het CRC.
3.2 Nederlandse kind- bescherm systeem: rapporteren, onderzoeken en reageren op
kindermishandeling.
Er bestaan 3 fases in een kind- bescherming systeem: rapporteren (informatie verzamelen),
onderzoeken (beslissen over situatie) en reageren (passende maatregelen gedwongen of vrijwillig).
3.2.1 Rapporteren van kindermishandeling in Nederland: recht versus plicht.
In veel landen is er een meldplicht. Nederland heeft deze niet, zij hebben een KNMG- meldcode die
professionals kunnen volgen bij het signaleren van kindermishandeling. Nederlanders hebben een
recht op melden en dit is dus ook geen doorbreking van confidentialiteit.
De meldcode mocht door organisaties zelf ingezet worden maar in 2010 bleek dat maar 40% hem
goed geïmplementeerd had. Professionals met meldcode bleken 3x zoveel te melden. Hierdoor is er
in 2013 een verplichting gekomen om deze in te voeren op de werkvloer.
De meldcode bestaat uit 5 stappen en kan leiden tot een melding bij Veilig Thuis die vervolgens een
onderzoek zal instellen. Stap 1 is signalen in kaart brengen en een mogelijke kindcheck, stap 2 is het
raadplegen van een collega of VT, stap 3 is het bespreken van de signalen met een ouder of/en het
kind, stap 4 is het wegen van de bevindingen en stap 5 is het nemen van een besluit over
vervolgacties.
Ondanks de meldcode gebruikt 83% hem in 2005 en weten veel professionals nog niet van de
kindcheck. Veel professionals meldde niet omdat ze bag waren voor het breken van confidentialiteit
en het verliezen van de relatie met de ouders. Daarom is er nu een meldplicht en afwegingskader
voor professionals en is melden verplicht bij structurele en directe onveiligheid.
3.2.2 Ontvangst rapporten, onderzoek en besluit nemen in het Nederlandse kind- bescherming
systeem.
Veilig Thuis doet onderzoek naar de mogelijkheid van kindermishandeling en geeft advies aan
professionals. Ze kunnen bij sprake van mishandeling kinderen doorsturen naar de juiste
hulpverlening.
Als VT ingeschakeld word, zal een onderzoek worden gestart naar de veiligheid van het kind. Bij
ernstige onveiligheid en geen mogelijkheid tot vrijwillige hulp neemt VT contact op met de Raad voor
de Kinderbescherming die juridische maatregelen kan voorleggen aan de kinderrechter. Dit gaat
normaal gesproken via een onderzoek van de Raad maar kan in kritische situaties ook direct zonder
onderzoek.
,In 2016 bleek uit onderzoek van inspectie jeugdzorg dat VT niet goed functioneerde en dat er lange
wachtlijsten waren.
3.2.3 Reageren op kindermishandeling en verwaarlozing: vrijwillige zorg of opleggen van
beschermende maatregelen
Vrijwillige hulp: gecertificeerde Instellingen bewaren veilige opvoeding voor het kind. Sinds 2015 is
elke gemeente verantwoordelijk voor de indeling van de zorg/hulpverlening en zijn er budget
besparingen.
Onvrijwillige hulp: Ondertoezichtstelling waarbij sociaal werkers de familie begeleiden in de zorg. In
het ergste geval kan er een uithuisplaatsing (tijdelijk) komen of volledige afkapping van het gezag.
- Het kan zo zijn dat er in een kritische situatie een tijdelijke OTS en voorlopige uithuisplaatsing
wordt opgedragen. In dit geval volgt het juridische traject later.
4. Uitdagingen en voorbehoud in het Nederlandse kind- bescherming systeem
4.1 Uitzoeken van uitdagingen en voorbehoud in het Nederlandse kind- bescherming systeem.
2011: onderzoek naar zaken van kindermishandeling met een dodelijk einde.
Savanna: vermoord door moeder en stiefvader terwijl er een sociaal werker in het gezin betrokken
was.
- 29 kinderen waarvan 20 overleden door voornamelijk breinschade.
Het systeem bleek niet effectief omdat er bij 40% van deze cases wel vermoedens waren maar geen
inzet van professionals. Uit het onderzoek beken 6 bezorgdheden:
1. De fysieke veiligheid van het kind stond niet voorop
2. Er was geen actie ondanks tekenen van mishandeling
3. De ouders hun mee werking speelde een grotere rol dan de veiligheid van het kind.
4. De zorgcoördinator miste skills en informatie van andere professionals.
5. Er was geen aanpak voor opnieuw mishandelen
6. Interne supervisie was zwak
In 2016 ontstond de gezamenlijke jeugdinspectie die onderzoek deed naar 11 cases met fatale
afloop. Deze vond ook problemen:
1. Ouderlijke problemen worden problemen van het kind (focus ouders)
2. Opschalen en laagschalen
3. Niet serieus nemen van chronische problemen (psychisch, alcohol, handicap).
De twee grootste problemen zijn
- Tekort aan delen van informatie tussen professionals.
- Het niet goed horen van de stem van het kind.
4.2 Informatie delen en privacy
Een probleem in het systeem is dat veel professionals (vooral medisch) geen beroepsgeheim durven
te breken. Dit terwijl ze heir recht op hebben als ze alle stappen van de meldcode volgen.
Professionals moeten meer geïnformeerd worden hierover en alleen nodige informatie delen.
4.2.1 Referentie index voor hoog- risico jeugd
Verwijsindex risicojongeren is bedoeld voor het verbinden van professionals via een online netwerk
aan dezelfde cliënt. Alleen informatie voor identificatie en niet situatie kan worden gedeeld. Het is
nog maar de vraag of dit echt werkt.
4.2.2 Plicht tot het delen van informatie
, Professionals kregen een ‘braak van confidentialiteit’ door verplicht te worden om opgevraagde
informatie door sociaal werkers met ze te delen. Dit bleek niet veel effect te hebben op de
communicatie tussen professionals.
4.3 Horen van het kind
Er wordt vaak teveel waarde gehecht aan de needs van de ouders en te weinig aan de belangen van
het kind. Vaak worden kinderen niet gehoord en willen ouders niet meewerken. In Nederland kwam
in 2016 het recht op voor kinderen om altijd gehoord te worden tijdens hun proces.
5. Een nieuw paradigma om te zorgen voor het kinds recht op veiligheid en gezondheid
Preventie en effectieve interventie zijn nodig tegen kindermishandeling. Vooral een shift van
interesse van ouders naar het belang van het kind is cruciaal.
Handboek over het Europese recht inzake de rechten van het kind (p122- p132)
7.1 Geweld thuis, op school en in andere omgeving
7.1.1 Reikwijdte van de verantwoordelijkheid van de overheid
EVRM artikel 3 zegt: de staat beschermt tegen onmenselijke en vernederende behandelingen.
Hieronder vallen kindermishandeling, verwaarlozing, seksueel misbruik, verkrachting en lijfstraffen.
EVRM artikel 2: de staat kan op grond van dit artikel verantwoordelijk worden gesteld bij de dood
van een kind (ongeacht of dit is veroorzaakt door een particulier of de een overheidsfunctionaris).
Wanneer de verantwoordelijkheid van een staat moet worden vastgesteld, maakt het EHRM over het
algemeen een onderscheid tussen de algemene plicht van staten om bescherming te bieden
(wanneer het risico niet duidelijk aanwijsbaar is) en hun specifieke plicht om bescherming te bieden
(wanneer het slachtoffer duidelijk aan te wijzen is).
- In het eerste geval wordt gekeken of de overheid het geweldsrisico vergoot heeft door niet in
te grijpen.
Volgens het EHRM moeten staten doeltreffend onderzoek doen naar beschuldigingen van
mishandeling of doding.
Bovendien moeten staten op grond van het Verdrag van Lanzarote verschillende vormen van
seksueel misbruik en seksuele uitbuiting van kinderen strafbaar stellen. Ook moeten zij deze vormen
voorkomen door middel van campagnes.
In het internationale recht is het IVRK het belangrijkste rechtsinstrument dat de bescherming van
kinderen op nationaal niveau waarborgt. De staten die partij zijn hebben de plicht om wettelijke en
bestuurlijke maatregelen en maatregelen op sociaal en opvoedkundig gebied te nemen om kinderen
te beschermen tegen alle vormen van geweld.
- Het comité voor de rechten van het kind heeft hier general comments toegevoegd.
7.1.2 Lijfstraffen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller roosjulien. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.88. You're not tied to anything after your purchase.