Beginselen van de Democratische Rechtsstaat (21013006)
All documents for this subject (47)
1
review
By: samlevering7 • 2 year ago
Seller
Follow
EmilieSophia
Reviews received
Content preview
Beginselen van de Democratische Rechtsstaat 08-09-2020
Werkgroep 1
Introductie
Opgave 1
Een van de kenmerken van een staat is dat er effectief gezag wordt uitgeoefend over een op
een grondgebied woonachtige bevolking.
1a. Wat is het verschil tussen dwang en gezag?
Dwang kan iedereen uitoefenen, gezag kan alleen worden uitgeoefend voor zover daartoe
een bevoegdheid bestaat. Deze bevoegdheid staat in de wet of Grondwet. Gezag is dus
gelegitimeerde (toegestane) dwang.
1b. Is voor het uitoefenen van effectief overheidsgezag een geschreven constitutie vereist?
Een constitutie is het geheel van (ongeschreven) regels en beginselen dat een staat
constitueert en ordent. Hieruit blijkt bijvoorbeeld dat de staat Nederland bestaat. Als het gaat
over de geschreven constitutie gaat het over de Grondwet. De Grondwet is een wet waarin
de belangrijkste regels over de staatsorganisatie en de verhouding tussen staat en burgers
zijn neergelegd. Heb je voor het uitvoeren van effectief overheidsgezag een Grondwet
(geschreven constitutie) nodig? Niet iedere staat heeft een Grondwet, maar iedere staat
heeft wel een (al dan niet gebrekkige) constitutie. Voor het uitoefenen van effectief
overheidsgezag is geen geschreven constitutie vereist. Een voorbeeld hiervan is het
Verenigd Koninkrijk. Aan de andere kant zijn er ook ‘failed states’, staten met een prachtige
Grondwet, maar is het een puinhoop (Zimbabwe). Er is hier dus geen legitiem
overheidsgezag.
Vanuit internationaal- of volkenrechtelijk perspectief zijn staten soeverein. Dit houdt niet
alleen in dat staten op hun grondgebied mogen bepalen welke organen welke
bevoegdheden hebben, maar ook dat staten bevoegd zijn op het internationale toneel
rechtshandelingen te verrichten. Een belangrijk voorbeeld is het sluiten van verdragen.
1c. Vooral het lidmaatschap van de Europese Unie en de Raad van Europa spelen in dit
kader voor Nederland een grote rol. Beperken deze lidmaatschappen de soevereiniteit van
Nederland?
Soevereiniteit is het hebben van de hoogste rechtsmacht. Soevereiniteit is het niet gebonden
zijn aan door anderen gestelde rechtsregels. Het lidmaatschap van Nederland bij de
Europese Unie beperkt de soevereiniteit van Nederland. Door het sluiten van internationale
verdragen heeft de staat minder vrijheid om bijvoorbeeld in strijd met het EU-recht te
1
,handelen. Echter kan men de vraag ook anders beredeneren, namelijk dat het lidmaatschap
bij de Europese Unie Nederland niet qua soevereiniteit beperkt, aangezien staten zelf
hebben besloten om betreffende verdragen te sluiten.
1d. Waar in de Grondwet wordt verwezen naar de mogelijkheid tot het overdragen van
soevereiniteit?
Artikel 5:92 Gw. ‘… bij of krachtens verdrag aan volkenrechtelijke organisatie [kunnen]
bevoegdheden tot wetgeving, bestuur en wetspraak worden opgedragen.’
1e. Kan de Europese Unie eigenlijk ook als staat worden aangemerkt? Bedenk argumenten
voor en argumenten tegen en kies uw positie.
Strikt genomen is de Europese Unie geen staat. Nog altijd zijn de lidstaten soeverein om
gezamenlijk te besluiten tot een verdragswijziging of om afzonderlijk de Europese Unie te
verlaten (zie het Verenigd Koninkrijk met de Brexit). De Europese Unie lijkt echter wel op een
staat, omdat de Europese Unie op bepaalde terreinen exclusieve bevoegdheden heeft,
namelijk op de landbouw en handel. Daarbij kunnen mensen zich een EU-burger voelen, dus
kan men de vinden dat de Europese Unie een staat is, naar dat onderwerp gekeken.
Opgave 2
Om als rechtsstaat te kunnen worden aangemerkt, moet een staat aan een viertal eisen
voldoen. Er moet worden voldaan aan het legaliteitsbeginsel, sprake zijn van
machtenscheiding, grondrechten, en een onafhankelijke rechterlijke macht.
2a. Licht deze vier eisen toe en leg bovendien uit waarom aan deze eisen moet worden
voldaan, om van een rechtsstaat te kunnen spreken.
Om van een rechtsstaat te spreken moet worden voldaan aan het legaliteitsbeginsel, moet er
machtenscheiding zijn, moeten er grondrechten zijn en moet er een onafhankelijke
rechtsmacht zijn. Een rechtsstaat is een staat waarin (ook) de overheid gebonden is aan het
recht. De criteria zijn hieronder uitgelegd:
Legaliteit. Legaliteit is het democratische aspect van wetgeving. Al het
overheidshandelen moet gebaseerd zijn op bevoegdheden. De bevoegdheden
moeten kunnen worden herleid tot de Grondwet of tot de wet in formele zin. Legaliteit
is belangrijk, omdat wetgeving ook altijd democratische legitimatie heeft. Dit zit in het
feit dat we een formele wetgever hebben (regering en Staten-Generaal), waarbij de
Staten-Generaal democratisch wordt gekozen.
Machtenscheiding/machtenspreiding. De formele wetgever bestaat uit de Staten-
Generaal, maar ook uit de regering. In Nederland is de regering ook de uitvoerende
macht, het bestuur. Dit betekent dat er geen strikte scheiding tussen alle machten is,
2
, er is hoogstens een uitvoerende/wetgevende (politieke) macht tegenover de
rechtsprekende macht. De verdeling van macht gaat dictatuur tegen.
Onafhankelijke rechter. Er moet een derde zijn die toeziet op machtsuitoefening door
de overheid.
Grondrechten. Grondrechten zorgt voor bescherming van minderheden.
Grondregel 1 past bij het legaliteitsbeginsel, waarbij er geen bevoegdheid is zonder
grondslag in een (Grond)wet.
Grondregel 2 past bij de overige drie criteria, namelijk dat er geen bevoegdheidsuitoefening
is zonder controle of verantwoording. Als er al sprake is van een bevoegdheid door de
overheid en die wordt uitgeoefend, moet daar altijd controle (bijv. rechter) of verantwoording
(uitleg door minister) over plaatsvinden.
2b. Waarin verschilt het idee van de rechtsstaat van de Britse ‘rule of law’?
‘Rule of law’ betekent dat het recht de heerschappij heeft. Er zijn veel overeenkomsten
tussen de rechtsstaat en de rule of law, maar er zijn twee belangrijke verschillen:
Het Britse Law is breder dan het Nederlandse recht. Bij de Britten gaat het ook over
gewoonterecht (common law). In Nederland gaat het zelden over dat soort
gewoontes, het is ook klein van aard.
De ‘rule of law’ vereist niet het bestaan van machtenspreiding en
grondrechtenbescherming. Er is soevereiniteit van het parlement, alles wat het
parlement opstelt is recht in Groot-Brittannië. Echter is er de laatste jaren een shift
waarbij ook grondrechten beschermd worden via de Human Rights Act.
Opgave 3
De uitbraak van het virus COVID-19 in maart 2020 heeft het dagelijks leven van praktisch
iedereen drastisch veranderd. De maatregelen die met het oog op de voorkoming van de
verspreiding van het virus in de openbare ruimte zijn genomen, zijn tot op heden grotendeels
regionaal vormgegeven (te behandelen in onderwijsweek 4). Het kabinet-Rutte III had zich
echter voorgenomen de belangrijkste ‘coronamaatregelen’ in een landelijke wet te regelen.
3a. Wat is volgens de Raad van State het belangrijkste argument voor de vastlegging van
‘coronamaatregelen’ in een op nationaal niveau vastgestelde wet in formele zin? Welk van
de beginselen van de democratische rechtsstaat is daarbij, afgezien van de grondrechten, in
het geding?
We moeten kijken of legaliteit, machtenscheiding, onafhankelijke rechtspraak of
grondrechten in het geding zijn. Wat hier in het geding is, is het legaliteitsbeginsel. De Raad
van State zegt hier dat het legaliteitsbeginsel van belang is, omdat deze ingrijpende
maatregelen die voor iedereen een enorme impact hebben niet al te lang kunnen worden
3
, beperkt (tijdelijke wet). Als je wilt dat dit tijdelijk door kan gaan, moet dit apart en specifiek
geregeld worden.
3b. De Raad van State signaleert in zijn advies dat het recht om religieuze samenkomsten te
organiseren in bijvoorbeeld kerken en moskeeën alleen door een wet in formele zin kan
worden beperkt. Hij verwijst daarbij naar artikel 6, eerste lid Grondwet. Kunt u aanwijzen op
basis van welke bewoordingen in artikel 6, eerste lid Grondwet de Raad tot die conclusie
komt?
Eerst moeten we kijken naar de normenhiërarchie op nationaal niveau:
Grondwet. De Grondwet wordt vastgesteld door de grondwetgever, oftewel regering
en parlement die twee keer samen komen. Een grondwettelijke bepaling/beperking
van een grondrecht kan altijd worden uitgewerkt in een wet in formele zin (= formele
wet)
Formele wet. De wetten worden vastgesteld door de formele wetgever, oftewel de
regering plus het parlement
Algemene Maatregel van Bestuur. Worden vastgesteld door alleen de regering
Ministeriële regeling. Worden vastgesteld door alleen de betrokken ministers
Soms komt het voor dat een grondrecht wordt beperkt door een formele wet en dat er nog
een wens bestaat bij de formele wetgever om te zeggen dat ze eigenlijk nog de regering de
mogelijkheid willen bieden om op bepaalde specifieke punten dat grondrecht nog iets verder
te beperken, naar ook eventueel een ministeriële regeling. Hier reist de vraag, mag dit nou?
Of verdere uitwerking in een lagere regeling mag, is afhankelijk van de
delegatieterminologie.
Voor een opgave als deze kijken we als eerste in de wet. Kijk hier naar artikel 6 van de
Grondwet: ‘Ieder heeft het recht zijn godsdienst of levensovertuiging, individueel of in
gemeenschap met anderen, vrij te belijden, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens
de wet.’ De bewoordingen uit dit artikel die belangrijk zijn, kan men vinden in de
delegatieterminologie. Staat er ‘bij de wet’ of ‘behoudens … de wet’, dan is delegatie van de
beperking van het grondrecht niet mogelijk. Dan is alleen de beperking van het grondrecht
mogelijk bij de formele wet. In art. 6 Gw staat deze terminologie, wat betekent dat alleen
middels formele wet het grondrecht kan worden beperkt.
Opgave 4
Voor de vraag welke rechten en plichten iemand nu precies heeft jegens de staat Nederland,
maakt het nogal uit of iemand Nederlander is of niet. Het is dus relevant om te weten hoe
men Nederlander wordt en hoe men het Nederlanderschap verliest. Zoek in uw
wettenbundel de Rijkswet op het Nederlanderschap op. Blader door deze wet en geef van de
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller EmilieSophia. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.33. You're not tied to anything after your purchase.