Inhoudsopgave
Anatomie en Fysiologie........................................................................................................... 2
Hoofdstuk 1......................................................................................................................... 2
Hoofdstuk 2.1...................................................................................................................... 4
Hoofdstuk 4.1...................................................................................................................... 5
Hoofdstuk 5.1...................................................................................................................... 9
Hoofdstuk 6.1.................................................................................................................... 10
Hoofdstuk 6.5 Bloeddruk in het lichaam.............................................................................18
Klinische pathologie.............................................................................................................. 21
Hoofdstuk 1....................................................................................................................... 21
Hoofdstuk 3....................................................................................................................... 22
Hoofdstuk 4....................................................................................................................... 22
Hoofdstuk 4.2.................................................................................................................... 23
Hoofdstuk 8 Capillairen ‘haarvaten’...................................................................................26
Hoofdstuk 8.5 Hypertensie.................................................................................................27
Farmacologie........................................................................................................................ 29
Hoofdstuk 4.1 De anatomie en fysiologie van het cardiovasculaire systeem.....................29
Hoofdstuk 4.2 Pathologie Coronaire hartziekten................................................................30
Hoofdstuk 4.3.1 Geneesmiddelen voor de behandeling van angina pectoris.....................34
Hoofdstuk 4.3.2 2 Lipideverlagende geneesmiddelen.......................................................37
Hoofdstuk 5.1 Bloeddruk...................................................................................................39
Hoofdstuk 5.2 Hypertensie.................................................................................................42
Hoofdstuk 5.3 Antihypertensiva.........................................................................................44
Hoofdstuk 1 Cellen en hoe ze werken...............................................................................49
Hoofdstuk 2 Eiwitten waarop geneesmiddelen aangrijpen.................................................53
Hoofdstuk 3....................................................................................................................... 58
Oefentoets............................................................................................................................. 73
,Anatomie en Fysiologie
Hoofdstuk 1
o Anatomie (ontleedkunde)
- Onderzoek naar de bouw van het lichaam
- ‘Ana’ (uiteen) ‘temnein’ (snijden) (Grieks)
o Fysiologie
- Wetenschap die zich bezighoudt met de functies van het levende lichaam
- ‘Phusis’ (natuur) ‘logos’ (leer, wetenschap’)
- Vb. fysiologische gegevens: bloeddruk, zuurstofverbruik, ademfrequentie
o Functionele anatomie
- Combinatie van de twee vakgebieden fysiologie en anatomie
- Behandelt de bouw van het menselijk lichaam in directe relatie met de lichaamsfuncties
Onderzoeksmethoden:
- Inspectie:
Onderzoeksmethode waarbij je de buitenkant van het lichaam goed observeert
Vormafwijkingen en kleur
- Palpatie:
Met de vingers aftasten van het lichaamsoppervlak (kom je iets te weten over
dieper gelegen structuren
Vergroting orgaan, knobbelige leverrand bij cirrose, drukpijn, defense musculair
(reflexmatig aangespannen buikspieren), loslaatpijn
- Percussie:
De buitenkant van het lichaam bekloppen om uit de hoogte van de toon een
indruk van het onderliggende weefsel te krijgen
Verschil luchthoudende organen en massieve organen
- Auscultatie:
Beluisteren van geluiden die door het lichaam geproduceerd worden
(stethoscoop)
Ronchi (rochelde geluiden), wheezes (fluittonen), crepitaties (knisperen als
belletjes in frisdrank)
- Laboratoriumonderzoek:
Onderzoeksmethode waarbij lichaamsvloeistoffen en weefsels in het laboratorium
worden onderzocht
- Röntgenstraling (X-straling):
Onzichtbare elektromagnetische trillingen met een korte golflengte
- Computertomografie (CT):
Röntgentechniek waarmee door middel van een serie doorsneden met
computerbewerking organen of delen daarvan zichtbaar gemaakt worden
- Angiografie:
Kan men afwijkingen in de hartholten en in de bloedvaten opsporen
Contrastvloeistof wordt in bloedbaan gespoten -> Röntgenfoto’s zichtbaar
, - Magnetic resonance imaging (MRI):
Onderzoeksmethode die gebruikt maakt van magnetische resonantie, waarmee
zachtere weefsels dan botten zichtbaar gemaakt kunnen worden
- Echografie/echoscopie:
Onderzoeksmethode met behulp van hoogfrequente geluidsgolven; de
teruggekaatste golven worden geregistreerd en in beeld omgezet
Onderzoeksmethode met behulp van hoogfrequente geluidsgolven; de
teruggekaatste golven worden middels een oscilloscoop geregistreerd
- Doppleronderzoek:
Onderzoeksmethode door middel van hoogfrequente geluidsgolven; vooral
toegepast om stroomrichting en stroomsnelheid vast te stellen
- Endoscopie:
Onderzoek met gebruik van een optische sonde waarmee holle organen en
gewrichtsholten zichtbaar kunnen worden gemaakt
- ECG:
Elektrocardiogram; het zichtbaar maken van de elektrische verschijnselen in de
hartspier (hartfilmpje)
- EEG:
Elektro-encefalogram; methode om elektrische golfpatronen in de hersenen te
registreren en grafisch zichtbaar te maken
- EMG:
Elektromyogram; methode om elektrische activiteit in de spieren en in de
zenuwen die deze spieren aansturen te meten
o De ‘standaardmens’
- Mannelijk
- 25 jaar
- 1,75m lang
- 70 kg zwaar
- Gemiddelde lichaamsbouw
- Gezond
o Terminologia Anatomica
- Internationale naamgeving van de anatomie en fysiologie; grotendeels gebaseerd op
het Latijn
o Afkortingen meest gebruikt:
- a. = arteria (slagader)
- v. = vena (ader)
- n. = nervus (zenuw), voor (aftakkingen van) zenuwen
- m.= musculus (spier)
, Bij de anatomie en fysiologie wordt analyse toegepast: delen of functies van het lichaam
worden apart onderzocht. Maar uit de delen alléén is nooit het totaal te herleiden; je moet
de gegevens altijd in verband brengen met het functioneren van het levende lichaam, als
ondeelbare totaliteit.
Belangrijke kenmerken van het leven zijn:
- Voedselopname voor de energiestofwisseling, de bouwstofwisseling en het herstel;
- Reactievermogen en beweging;
- Ontwikkeling (groeien, rijpen en leren);
- Soorthandhaving door middel van voortplanting.
Hoofdstuk 2.1
o Metabolisme (Stofwisseling)
- Het geheel van biochemische reacties in levende cellen
o Twee typen biochemische reacties:
- Anabole reacties:
Assimilatie; chemische omzetting waarbij uit kleinere moleculen een groter
molecuul wordt gevormd; hierin wordt energie vastgelegd (energie nodig)
Bouw van lichaamseigen stoffen voor opslag, groei, herstel en onderhoud
- Katabole reacties:
Dissimilatie; chemische omzetting waarbij grotere moleculen afgebroken worden
tot kleinere moleculen
Afbraak van stoffen, waarbij energie vrijkomt
o Verbranding
- Aerobe dissimilatie; afbraak van een energierijke stof (brandstof) met behulp van
zuurstof
- Verbranding in de cel -> celademhaling (het vrijmaken van energie)
o Anaerobe dissimilatie
- Afbraak van energierijke stof zonder verbruik van zuurstof
o Adenosinedifosfaat (ADP)
- Organische stof in de cel die energie vastlegt bij de binding met een fosfaatmolecuul
o Adenosinetrifosfaat (ATP)
- Organische stof in de cel die gemakkelijk een fosfaatmolecuul afgeeft, waarbij de
opgeslagen energie vrijkomt voor cel processen
- De vrijgekomen energie wordt in ATP vastgelegd
- De energie die bij dissimilatiereacties vrijkomt wordt in ATP (adenosinetrifosfaat)
vastgelegd. De cel kan grote hoeveelheden ATP maken. Zodra ergens in de cel energie
nodig is wordt ATP omgezet in ADP (adenosinedifosfaat) en komt er een portie energie
vrij.
- Tegelijk met het fosfaatmolecuul wordt energie opgeslagen. Die derde fosfaatbinding
noem je dan ook een energierijke binding
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annaliereker. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.80. You're not tied to anything after your purchase.