In deze samenvatting staan de onderwerpen: Onderwerp en persoonsvorm, wanneer d,t of dt (verledentijd en tegenwoordige tijd), wanneer voltooid deelwoord d/t, wat is het verschil tussen persoonsvorm en voltooid deelwoord, is het 'vergrote huis' of 'vergrootte huis', verhuist of verhuisd, engelse lee...
Deeltoets 1 Nederlands
1.1 PV en OW
Persoonsvorm -> werkwoord
1) Zin vragend maken -> PV is het WW dat vooraan staat
2) Zin in een andere tijd zetten -> PV is het WW dat veranderd
Onderwerp -> Wie of Wat + Persoonsvorm?
Het onderwerp kan uit meerdere woorden bestaan.
1.2 Wanneer d, t of dt
Tegenwoordige tijd (T.T.)
Ik loop (stam)
Jij/zij/hij/u/het loopt (stam + t)
Jij loopt/loop jij -> jij achter stam GEEN t
Uitzondering -> loop je > jij
Loopt je > jou (je broer)
Verleden tijd (V.T.)
Neem de stam van het woord -> werkwoord (– en)
Als we naar de verleden tijd kijken, kijken we eerst naar ’t kofschip
Zit de laatste letter van de stam erin?
- Ja -> T(e)
- Nee -> D(e)
1.4 Wanneer 'tt'/'dd'?
Hier is ’t kofschip ook weer belangrijk
Let ook goed op enkelvoud en meervoud
V.B. ‘Ik vlucht weg’
Ww: vluchten -> stam: vlucht
Laatste letter ‘T’. komt voor in ’t kofschip dus +te
‘Ik vluchtte weg’
Meervoud: ‘Wij vluchtten weg’ -> je krijgt dan + ten
1.5 Wanneer volt.dlw. ‘d’/‘t’?
, Voltooid deelwoord ->geeft aan dat er iets voltooid is
Ge- + stam + d of t -> ‘t kofschip = t
Uitzondering ge- bij woorden die beginnen met:
Be-
Her-
Ont-
Ver-
Er-
(Voorbeeld: geholpen, verzonnen en bevroren) -> eindige ook niet altijd met t of d
Let op sterke werkwoorden: vb. kopen -> gekocht
Lopen -> gelopen
Regels V.T.T
In het verleden gebeurt, geeft niet aam hoelang iets duurde, het is
voltooid
Ik Heb/ben + volt.dw
Jij/je Hebt/bent + volt.dw
Hij/zij/het Heeft/is + volt.dw
Wij/we Hebben/zijn + volt.dw
Jullie Hebben/zijn + volt.dw
Zij/ze Hebben/zijn +volt.dw
Regels V.V.T
Tijdstip in het verleden vooraf een ander tijdstip in het verleden,
gebeurtenis die op een tijdstip in het verleden reeds voltooid was,
voltooid voor een ander feit in het verleden, benadrukt het resultaat
ik Had/was + volt.dw
Jij/je Had/was + volt.dw
Hij/zij/het Had/was + volt.dw
Wij/we Hadden/waren + volt.dw
Jullie Hadden/waren + volt.dw
Zij/ze Hadden/waren + volt.dw
Verschil V.T.T en V.V.T:
V.T.T -> werkwoord tegenwoordige tijd
V.V.T -> werkwoord verleden tijd
1.6 Wat is het verschil tussen pv en volt. dlw.?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kylie18. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.77. You're not tied to anything after your purchase.