Inleiding
Organisatiekunde= een interdisciplinaire wetenschap die zich bezighoudt met het
bestuderen van het gedrag van organisaties alsmede de factoren die dit gedrag bepalen en
de wijze waarop organisaties het meest doeltreffend bestuurd kunnen worden.
1. Descriptief aspect= beschrijving van het gedrag van organisatie met de
motieven en gevolgen (beschrijvend)
2. Prescriptief aspect= advies over te volgen handelwijzen en
organisatie-inrichtingen (voorschrijvend)
Interdisciplinair= elementen afkomstig uit andere vakgebieden (bijvoorbeeld
bedrijfseconomie, informatica, marketing, psychologie, enzovoort) die worden gebruikt voor
een nieuwe benadering.
Besturing: richting geven aan de processen binnen een organisatie
Doeltreffend (effectief): de mate waarin de besturing slaagt. Effectiviteit in de bedrijfskunde =
de mate waarin de besturing van een organisatie slaagt.
Eerste internationale handelsondernemingen waren opgericht en gesubsidieerd door
nationale overheden met als doel hun koloniale handelsbeleid te ondersteunen. Sinds het
ontstaan van internationale handelsbedrijven tot het begin van de 20e eeuw is het aantal
bedrijven met afdelingen in minimaal 2 landen, ook wel multinationale onderneming, enorm
toegenomen.
Denkrichtingen
Periode voor de industriële revolutie
● Start bij de oude wijsgeren! (Plato, Aristoteles)
● Niccolo Machiavelli (1469-1527, filosoof, diplomaat en schrijver) boek Il Principe
(De vorst); inhoud gaat vooral over behouden en uitbreiden van macht. Tot de 2e
helft van de 18e eeuw overheerste het mercantilisme als economische
denkrichting. Deze stroming stelde dat het bezit aan geld en goud de enige
welvaartsbron was.
● Adam Smith (1723-1790), grondlegger van de moderne economie. Boek An
inquiry into the nature and causes of the wealth of nations; productieve arbeid de
bron van welvaart en door arbeidsverdeling kan de productiviteit sterk worden
verhoogd
Frederick Taylor en het scientific management (1900)
Grondlegger van een meer systematische benadering van bedrijfsvoering (een
bedrijfsleider moet zich niet opstellen als slavendrijver, maar een bredere visie
hebben op zijn taak in de organisatie). Hoofdpunten van Scientific Management
(Taylorisme) zijn:
● Wetenschappelijke analyse van werkzaamheden en uitvoeren van
bewegingsstudies
● Vergaande taakverdeling en training van arbeiders
● Hechte en vriendschappelijke samenwerking tussen leiding en arbeiders
● Bedrijfsleiders verantwoordelijk voor analyseren van en zoeken naar
werkmethoden en het scheppen van arbeidsvoorwaarden
● Juiste man op de juiste plaats door zorgvuldige selectie
, ● Invoeren van prestatiebeloning met als doel te komen tot lagere productiekosten
Verder stond hij een arbeidsverdeling voor van de leiding van de productieafdeling of
werkplaats over acht functies, die elk door een aparte functionaris uitgevoerd moest worden:
tijd en kosten, werkinstructies, bewerkingen en hun volgorde, werkvoorbereiding en uitgifte,
onderhoud, kwaliteitscontrole, technische leiding en personeelsbeheer.
Henri Fayol en de general management-theorie (1900)
Fayol zijn bijdrage was nadrukkelijk gericht op de gehele organisatie. Dit in tegenstelling tot
Taylor die zich vooral richtte op de productieafdeling. General Management-theorie legt
verbanden tussen de managementgebieden en de managementtaken.
Managementgebieden: Managementtaken:
● Technisch - Plannen of
vooruitzien
● Commercieel - Organiseren
● Financieel - Bevel voeren
● Zelf beschermend - Coördineren
● Boekhouding - Controleren
● Besturing
Max Weber en de theorie van de bureaucratie (1920)
Weber hielt zich bezig met overheidsorganisaties en grote bedrijven vanuit een
sociologische invalshoek. Als een organisatie volgens deze kenmerken functioneerde was er
sprake van een ideale bureaucratie:
● Sterk doorgevoerde taakverdeling
● Hiërarchische bevelstructuur
● Nauwkeurig afgebakende bevoegdheden
● Onpersoonlijke relaties tussen functionarissen
● Werving op basis van bekwaamheden
● Bevordering en beloning op basis van objectieve criteria
● Uitvoering van werkzaamheden volgens vaste routineregels
● Vastlegging van alle gegevens in schriftelijke stukken
● Aan restricties gebonden macht van functionarissen
Elton Mayo en de human relations-beweging (1945)
Mayo bewees met zijn experimenten dat er naast objectieve factoren ook subjectieve
factoren zijn voor het resultaat (=Subjectieve factoren zijn aandacht, zekerheid, bij de groep
horen en waardering) Betekenis van Human Relations voor het vakgebied leidinggeven;
sociale vaardigheden zijn van groot belang. Samenwerking is het toverwoord en dus zijn
sociale vaardigheden voor leidinggevenden zeer belangrijk.
Rensis Likert en het revisionisme
(1950)
Revisionisme is synthese tussen
Scientific Management en Human
Relations
● Scientific Management:
organisatie zonder
mensen
, ● Human Relations: mensen zonder organisatie
● Revisionisme: mensen en organisatie
Linkert deed als eerste de poging deed tot overbrugging van de twee stromingen. Hij richtte
de linking pin structuur= waarbij de organisatie bestaat uit elkaar overlappende groepen,
waarbij de leider van de groep ook lid is van een hogere groep. Psycholoog Maslow heeft
zijn theorie op de behoeftehiërarchie.
Kenneth Boulding en de systeembenadering (1950)
De systeembenadering stelt dat het management organisatieproblemen integraal dient aan
te pakken. Dat wil zeggen dat men niet alleen moet kijken naar de belangen van een enkel
organisatieonderdeel maar ook naar de invloed van genomen beslissingen op de totale
organisatie.
Paul Lawrence en Jay Lorsch en de contingentiebenadering (1965)
Contingentie betekent bepaaldheid door situatie.
Volgens de contingentiebenadering hangt de keuze voor het toepassen van bepaalde
managementtechnieken, die voortkomen uit een organisatiekundige theorie, sterk af van de
omstandigheden waarin een organisatie zich bevindt.
Recente organisatietheorieën
Philip Crosby: kwaliteitszorg in organisaties
Totale kwaliteitsmanagement theorie en het 'zero defects'-concept = men in organisaties
moet streven naar geen fouten in processen te maken.
Henry Mintzberg: organisatieconfiguraties en strategie
Configuraties = eigenschappen niet los van elkaar moeten zien, maar deze in
overeenstemming met elkaar moeten brengen tot een gemeenschappelijke vorm.
Configuratie kan gezien worden als een ideaaltypische organisatie. Hij onderscheidde 5
basisvormen van configuratie:
1. Ondernemersorganisatie
2. Machineorganisatie
3. Professionele organisatie
4. Divisieorganisatie
5. Innovatieve organisatie
6. Zendingsorganisatie
7. Politieke organisatie
Tom Peters --> managementprincipes voor bedrijfsvoering
Onderzocht in succesvolle bedrijven 8 gemeenschappelijke kenmerken:
1. Sterke actiegerichtheid
2. Het onderhouden van een innige relatie met de klant
3. Het creëren van ondernemerschap en zelfstandigheid
4. De werknemers zijn de belangrijkste bron van productiviteit
5. Gedreven door waarden en overtuigingen
6. Schoenmaker blijf bij je lees --> niet storten op zaken waar je niks van weet
7. Eenvoudige structuur met ondersteunende afdelingen van een beperkte omvang
8. Het bestuur is zowel centralistisch als decentralisaties
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisapriems. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.95. You're not tied to anything after your purchase.