Praktijkgericht onderzoek in bedrijf paragraaf 4.3 t/m 4.6
De centrale vraagstelling is het belangrijkste onderdeel van je onderzoek, het is namelijk de
vraag die stimulerend is voor je verdere onderzoek. Je staat hier dan ook voor de uitdaging
om in precies 1 zin aan te geven wat je te weten wilt komen met jouw onderzoek en welke
kennis dit gaat opleveren. De formulering van de centrale vraagstelling is dus cruciaal.
Bedenk dat vragen altijd verbonden zijn aan waarden en/of belangen.
Gesloten vragen laten slechts twee antwoordmogelijkheden toe: bevestiging of ontkenning.
Open vragen leveren meer informatie op dan gesloten vragen, maar zijn soms lastiger te
beantwoorden.
Er zijn verschillende soorten vraagtypen en bijhorende vragen:
Vraagtype Voorbeeldvragen
Beschrijvend - Wat zijn de kenmerken?
- Welke eigenschappen heeft het?
- Waaruit bestaat het?
Verklarend - Waarom is het zo?
- Hoe komt het dat?
- Wat zijn de oorzaken?
Voorschrijvend (prescriptief) - Hoe kan het verbeterd worden?
- Wat zijn geschikte maatregelen?
- Wat moet er wel en niet gebeuren?
Evaluerend - Hoe werkt het?
- Wat is de waarde van?
- Wat zijn de voor en/of nadelen?
Vergelijkend - Wat zijn de verschillen?
- Wat zijn de overeenkomsten?
Definierend - Hoe omschrijf je het?
- Wat is de plaats in het grotere
geheel?
- Hoe kan het getypeerd worden?
De ondersteunende kennissoorten staan bewust in deze volgorde: er zit namelijk een
hierarchie in. Geen oplossing zonder diagnose, dus geen prescriptieve kennis zonder
verklarende kennis.
Behalve dat het vraagtype in de centrale vraagstelling duidelijk moet zijn, is het van belang
dat je in de centrale vraagstelling duidelijk maakt wat het feitelijke onderwerp is. We
noemen dat het professioneel kernthema. Voor het vertalen van een probleem naar een
professioneel kernthema heb je vakkennis nodig.
De formule van Schaaijk (2011) is een handig hulpmiddel om te komen tot de formulering
van het professioneel thema. De formule gaat als volgt:
Ik ga een onderzoek doen naar .. (professioneel thema)
Omdat ik wil weten ... (centrale vraagstelling)
Zodat ik een beschrijving/verklaring/prescriptie kan geven (intern doel),
Zodat de opdrachtgever .. kan doen (extern doel)
Mag of moet je theorie in je praktijkonderzoek verwerken? Theorie helpt je om ordening aan
te brengen in het praktijkprobleem. Een theorie kan worden gedefinieerd als: ‘een complexe
verzameling uitspraken en hypothesen over het waarom van het waarom van een bepaald
domein van verschijnselen. In een theorie wordt een verschijnsel met andere begrippen in
verband gebracht en wordt het verband begrijpelijk gemaakt. Ook worden belangrijke
begrippen gedefinieerd’
In de definitie is te zien dat in een theorie gaat om verbanden binnen een domein van
verschijnselen. Verbanden zijn de hoekstenen van een theorie en worden erdoor geordend.
In een theoretisch kader beng je de theorieën samen die je gaat gebruiken voor jouw
onderzoek. Door het theoretisch kader krijg je een verantwoord en onderbouwd beeld van
het onderwerp en kun je de vraagstelling eventueel nog scherper formuleren. Een goed
theoretisch kader is een voorwaarde voor een valide onderzoek. Ook is het theoretisch
kader noodzakelijk om je onderzoek te operationaliseren. Operationaliseren betekent hier:
het vertalen van een begrip in meetbare kenmerken. Je gaat operationaliseren als een
bepaald begrip op verschillende manieren geïnterpreteerd kan worden. Het is de bedoeling
dat je van alle begrippen in de centrale vraagstelling een beschrijving of definitie geeft.
Het is raadzaam om in het theoretisch kader een gelaagdheid aan te brengen. Deze kun je
als volgt indelen:
- Theorie laag 1 à Uitwerking kernthema
- Theorie laag 2 à Uitwerking begrippen
- Theorie laag 3 à Uitwerking aspecten/indicatoren
Wat kun je allemaal gebruiken voor het theoretisch kader?:
- Wetenschappelijke literatuur à Dit zijn publicaties die door empirisch
wetenschappelijk onderzoek tot stand zijn gekomen en door wetenschappelijke
uitgeverijen of door wetenschappelijke instituten worden uitgegeven.
- Vakliteratuur à Studieboeken, databanken, vakbibliotheken en bibliotheken van
brancheorganisaties.
- Documentatie à Schriftelijke en digitale materialen met informatie over je
onderwerp.
- Internet
- De media à Artikelen, kranten, radio, programma’s op tv en radio, tijdschriften.
- Andere onderzoeken over het onderwerp
De overige informatie hoort niet thuis in het theoretisch kader.
6 regels voor het zoeken naar informatie:
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mvavans. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.31. You're not tied to anything after your purchase.