Inleiding in de statistiek voor de gedragswetenschappen
Samenvatting statistiek op basis van de lessen van Peter Laureys bij AP Hogeschool. Ik was met deze samenvatting en met oefeningen te maken van handboek geslaagt op zijn examen voor de eerste keer. Het is zo uitgebreid bij de hoofdstukken dat hij ook uitgebreid uitgelegd had tijdens de lessen.
Statistiek
HOOFDSTUK 1
1.1 Beschrijvende statistiek is een overzicht v.d. resultaten
verzamelen van gegevens bij een steekproef
samenvatten van deze gegevens
welk zijn de kengetallen?
middels een grafische voorstelling?
analyseren van de resultaten
bestaat er een samenhang?
Inductieve statistiek is wanneer we met behulp vd steekproef iets kunnen
besluiten over de populatie
- Wat betekenen deze resultaten in relatie tot de populatie?
schattingsprobleem: hoe kunnen we µ (gemiddelde vd populatie) schatten op
grond van het steekproefgemiddelde?
Beiden bieden methodologische ondersteuning van onderzoek
1.2 Onderzoek
Op basis van waarnemingen ware en algemene uitspraken te doen over de
werkelijkheid
Een uitspraak is een bewering waarin een of meerdere objecten een
eigenschap wordt toegeschreven.
Wetenschappelijk verantwoordt onderzoek
1.objectiviteit = geen vooroordelen, enkel werkelijkheid
2.controleerbaarheid = aangeven van de wijze hoe het tot stand is gekomen
zodat anderen het kunnen controleren
3.herhaalbaarheid = andere onderzoeker moeten het onderzoek op dezelfde
wijze herhalen
4.systematiek = zit een systeem achter, onderzoeker volgt een bepaalde lijn;
onderzoeken volgen elkaar logisch op
Deterministische uitspraken geen enkel voorwerp ontsnapt aan deze wet Bv:
zwaartekracht
Probabilistische uitspraken in de menswetenschappen omdat mensen
verschillen van elkaar Bv: frustratie bevordert agressie
, Variabele is een eigenschap/kenmerk vd onderzoekseenheid. (=
proefpersoon,huishouden,…) Bv: geslacht (niet man en vrouw)
- is tegengestelde van een constante
- kan diverse waarden (uitkomsten) aannemen
- mensen verschillen op het vlak van deze eigenschappen
Afhankelijke variabele = variabele waarop een voorspelling wordt
gedaan om hypothese te toetsen; worden gezien als gevolg aan verschillen in de
onafhankelijke variabele
Bv: uw loon is afhankelijk v.d. werkuren/leeftijd/..., uw inkopen zijn afhankelijk
van uw loon
Onafhankelijke variabele/predictor = variabele die gebruikt wordt
om voorspellingen op te baseren; verschillen in deze variabelen worden
gezien als oorzaak van verschillen in de afhankelijke variabele
Bv: leeftijd, geslacht, burgerlijke staat
Diverse niveau’s van meetingen:
Nominaal – geslacht,leeftijd -> kwalitatief (enkel 2 mogelijkheden = digotomie)
Ordinaal – likert-schaal: zeer goed, goed, matig, slecht,... -> kwalitatief
Interval – geen 0 punt: tijd, IQ , temperatuur-> kwantitatief
kan niet zeggen hij is 2x zo slim of het is 2x zo koud
Ratio – wel een absoluut 0 punt: gewicht, lengte -> kwantitatief
kan wel zeggen hij is 2x zo dik of 2x zo groot
Twee typen van ondezoek
1.2.1Het experimenteel opzet
Doelbewust worden één of enkele variabelen gemanipuleerd en we onderzoeken
de effecten hiervan op de afhankelijke variabele
Bv. welk is de relatie tussen de attitude en het gedrag? Het experiment van de
verloren sollicitatiebrief (Nuttin en Beckers)
Twee typen van experiment
groepsvergelijkende experimenten = onafhankelijke steekproef
(between subjects design); twee groepen proefpersonen worden met
elkaar vergeleken
– experimentele groep vs. controle groep
bv: groep van kinderen met geweld in de familie vs. groep van kinderen
zonder geweld
experimenten met herhaalde metingen = afhankelijke
steekproef
(within=binnen subjects design); een groep proefpersonen krijgen
opeenvolgende condities
bv: kinderen krijgen 2 weken lang goeie feedback en laatste week
slechte – zien hoe ze evalueren in die 3 weken
, Afhankelijkheid bestaat erin dat eenzelfde proefpersoon wordt 2x
gemeten
Mogelijkheid tot besluiten van causale relaties
1.2.2Het survey-onderzoek/veld onderzoek/enquête onderzoek
Hier worden geen variabelen gemanipuleerd
Bv. hebben babyboomers en busters een andere levensstijl en koopgedrag? Met
behulp van vragenlijst
Geen mogelijkheid om te besluiten tot causale relaties
Wanneer kunnen we causale relaties vaststellen?
verband tussen oorzaak en gevolg
tijdruimtelijke structuur van oorzaak en gevolg; ze moeten samen
voorkomen
oorzaak dient vooraf te gaan aan het gevolg; oorzaak gebeurt voor
gevolg
het gevolg zal nooit optreden zonder het voorkomen van de oorzaak;
en alle andere mogelijke verklaringen zijn uitgesloten (cf derde factor)
1.3 Fasen in het onderzoeksproces
1.3.1 De vraagstelling
1.3.2 Het literatuuronderzoek
1.3.3 De operationalisering
1.3.4 De steekproefopzet
1.3.5 Het verzamelen van gegevens
1.3.6 De analyse van de resultaten
1.3.7 De rapportage
1.3.1De vraagstelling; een vraag waarop het onderzoek een
antwoord moet geven
fundamenteel onderzoek: uit resultaten van eerdere onderzoeken
kunne vragen geformuleerd worden
Bv: koopverslaving uit een andere artikel en verband tussen de
verslaving en persoonlijkheidsdimensie
toegepast onderzoek: vraagstelling tussen bedrijven en overheden
Bv: bedrijf wil weten of klant tevreden is over een product
o vraag naar secundaire gegevens: wat hebben andere onderzoekers
reeds vastgesteld?
o vraag naar primaire gegevens: via experiment of survey-onderzoek
Voorbeelden van vraagstellingen:
Relatie tussen milieubesef (als attitude) en het milieuvriendelijk
consumentengedrag (effectief toepassen van)?
Bv. besef van de opwarming van de aarde en het gebruik van een
, terreinwagen.
Nuttin stelt zich de vraag wat het verband is tussen de attitude en het
gedrag door het experiment van de verloren brief.
Zullen de externe omstandigheden bij het vinden van de brief een
verschil in reacties veroorzaken?
Bestaat er een verschil in levensstijl en koopgedrag bij de busters versus
de babyboomers?
Onderzoekshyothese: Busters en babyboomers vertonen een
verschillende levensstijl en koopgedrag.
Onderzoekshypothese: nog te bewijzen stelling;wordt gesteld in termen van
meetbare kenmerken = variabelen.
Afhankelijke variabele: de verschillen in deze variabele dienen we te verklaren
(bv. vatbaarheid voor dyslexie)
Onafhankelijke variabele: deze verschillen kunnen een verklaring bieden. (bv.
geslacht)
Vragen moeten zo duidelijk mogelijk zijn zonder oordeling:
Bv: Niet: wat is het medicijngebruik in de psychiatrie?
Beter: wat is het % van de in 2009 opgenomen psychiatrische patiënten in
Vlaanderen die gedurende de eerste maand van de observatieperiode ten
minste dagelijks een antidepressivum voorgeschreven kregen?
Hebben verschillen in de onafhankelijke variabelen effect op de verschillen in
de afhankelijke variabele?
Drie typen van vragen:
voorkomen van iets Bv. hoeveel % van de Vlamingen is depressief
verschillen tussen groepen Bv. zijn vrouwen meer depressief dan
mannen?
samenhang Bv. bestaat er een samenhang tussen de leefsituatie en al
dan niet depressief zijn?
1.3.2 Het literatuuronderzoek; kijken of er reeds gepubliceerd werd over dit
onderwerp Bv: artikels opzoeken
1.3.3 De operationalisering; hoe kunnen we dit begrip concreet meten?
gemakkelijk te meten: geslacht, leeftijd, diploma = aanduiden, kiezen
tussen twee
moeilijker te meten: intelligentie, aanleg voor wiskunde,
arbeidsteveredenheid = likertschaal gebruiken
1.3.4 Steekproefopzet
Populatie (N): alle individuen waar we een uitspraak over willen doen en
die bijgevolg in aanmerking komen voor het onderzoek Alle individuen
testen
Steekproef (n): selectie van individuen uit de populatie. Hoe selecteren?
Twee typen van steekproeftrekking
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ketykatalin. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.06. You're not tied to anything after your purchase.