H1.3, h11, h12, h13, h14 en h15
October 27, 2020
17
2020/2021
Summary
Subjects
jeugdrecht begrepen
verkenning en verdieping sociale onveiligheid
integrale veiligheidskunde
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Saxion Hogeschool (Saxion)
Integrale Veiligheidskunde
Verkenning en verdieping sociale veiligheid
All documents for this subject (9)
Seller
Follow
ninekruiper
Reviews received
Content preview
Jeugdrecht begrepen: H1.3, H11, H12, H13, H14 en H15
Hoofdstuk 1.3: rechtsgebieden
Staatsrecht: beschrijft de inrichting en organisatie van de. De belangrijkste wet is de Grondwet, die
biedt de basis voor onze staatsinrichting, andere wetten zijn bv. de Provinciewet, de Gemeentewet
en de Kieswet.
Bestuursrecht: staatsrecht houdt zich bezig met de overheid ‘in ruste’, bestuursrecht met de
overheid ‘in actie’. Het geeft regels voor de ordende taak van de overheid. Daarnaast biedt
bestuursrecht burgers die zich tegen handelingen of besluiten van de overheid willen verzetten,
mogelijkheden voor bezwaar en beroep. Een belangrijke wet is de Algemene wet bestuursrecht,
daarnaast regelen de Wet milieubeheer, Vreemdelingenwet, Participatiewet en Jeugdwet ook
onderdelen van de bestuurstaak.
Strafrecht: stelt gedragingen strafbaar die de orde en veiligheid van onze samenleving bedreigen.
Twee belangrijke wetboeken zijn het Wetboek van Strafrecht (bevat strafbepalingen als diefstal,
doodslag, enz.) en het Wetboek van Strafvordering (regelt wat er gebeurt als er een strafbaar feit is
gepleegd). Dit laatste wetboek beschrijft de rechten van de verdachten, de bevoegdheden van politie
en justitie, en gaat in op de gang van zaken tijdens het strafproces.
Burgerlijk recht: regelt rechtsverhoudingen tussen burgers onderling. Het bestaat uit 3 onderdelen:
1. personen- en familierecht; ouderschap, gezag, omgang en scheiding.
2. vermogensrecht: regelt zakelijke relaties tussen persoenen, zoals koop, huur en hypotheek.
3. rechtspersonenrecht: gaat over oprichting en verantwoordelijkheid nv, bv, stichting en vereniging.
Belangrijke wetboeken zijn het Burgerlijk Wetboek (BW), waarin de rechten en plichten staan
beschreven van burgers op het terrein van personen- en familierecht, vermogensrecht en het
rechtspersonenrecht. En het wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), dit wetboek bevat het
procesrecht met onder andere de gang van zaken tijdens een burgerlijk proces, de betekenis van een
dagvaarding en de rol van de advocaat.
Jeugdrecht: het geheel van rechtsregels dat de positie van jeugdigen (0 tot 18 jaar) regelt. Dit is geen
eigen rechtsgebied en valt ook niet onder een andere. Hete bestaat uit onderdelen van verschillende
rechtsgebieden.
Recht ingedeeld naar onderwerp: recht wordt niet alleen ingedeeld naar rechtsgebieden, maar ook
naar onderwerp. Zo is er ook vreemdelingenrecht, milieurecht, onderwijsrecht en arbeidsrecht. Deze
indeling loopt dwars door de rechtsgebieden heen.
Hoofdstuk 11:
Materieel strafrecht beschrijft (wetboek van Sr):
- De verboden gedragingen (zoals diefstal, vernieling en verkrachting)
- De straffen en maatregelen die aan veroordeelden kunnen worden opgelegd
- Een aantal algemene bepalingen die voor alle verboden gedragingen in het strafrecht gelden.
Ook wetten zoals de Opiumwet, Wegenverkeerswet en Wet wapens en munitie behoren hiertoe, dit
zijn bijzondere wetten omdat ze een bepaald onderwerp in het bijzonder regelen.
Formeel strafrecht beschrijft op welke wijze strafbare feiten en verdachten mogen worden
opgespoord, en wat er gebeurt met de verdachten. Het formeel strafrecht (wetboek van Sv) bevat:
- De bevoegdheden van politie en justitie als er een strafbaar feit is gepleegd
- Alle rechten van de verdachte en zijn raadsman
- De gang van zaken tijdens het strafproces.
Hiertoe behoren bv. ook de Opiumwet en de Wet wapens en munitie.
Kortom: het materieel strafrecht beschrijft welke gedragingen strafbaar zijn, het formeel strafrecht
beschrijft op welke wijze het materieel strafrecht wordt gehandhaafd.
,Internationale verdragen bevatten ook bepalingen over het strafrecht. Zo staat in het EVRM dat een
verdachte recht heeft op een eerlijk proces en op een eerlijke behandeling van zijn zaak binnen een
redelijke termijn. Ook bevat het basisregels van ons strafrecht, dat ieder geacht wordt onschuldig te
zijn tot een onafhankelijke rechter de schuld heeft vastgesteld. In het Internationaal Verdrag inzake
de Rechten van het Kind (IVRK) worden rechten van jeugdigen omschreven. Het gebiedt de lidstaten
om jeugdigen op een snelle en eerlijke wijze te berechten, daarbij rekening te houden met hun
leeftijd, en te zorgen dat de jeugdige zo snel mogelijk weer op een verantwoorde wijze terug kan
keren in de samenleving.
Legaliteitsbeginsel (art. 1 Sr): geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane
wettelijke strafbepaling. Dit beginsel bevat 3 belangrijke elementen:
1. Wet: een strafbepaling is alleen geldig als deze in de wet staat.
2. Niet achteraf: iemand kan alleen worden gestraft vanwege gedrag dat al strafbaar was op het
moment van de daad.
3. Geen gewoonte: strafbaarstelling op basis van gewoonte is niet mogelijk. Ook is analogie
verboden, dit is dat de betekenis van een strafbepaling wordt opgerekt, zodat er ook gedrag
onder valt dat er eigenlijk niet onder hoort.
Het Sv kant ook een legaliteitsbeginsel (art. 1 Sv): strafvordering heeft alleen plaats op de wijze bij de
wet voorzien. Dit betekent dat het optreden van de overheid gedurende het hele strafproces is
vastgelegd in de wet. Vanwege het ingrijpende karakter van de regels van strafvordering mogen deze
uitsluitend worden vastgelegd in een wet in formele zin (afkomstig van ‘hoogste wetgever’ = R + 1 e
en 2e). Dit geldt niet voor het strafrecht.
De straffen en maatregelen uit het jeugdstrafrecht hebben een opvoedkundig karakter. Zo krijgen
jeugdigen, als zij voor de rechtbank moeten verschijnen, automatisch een advocaat toegewezen,
hebben zijn ouders toegang tot ze als ze worden vastgehouden, en wordt een rechtszaak meestal
achter gesloten deuren behandeld om zijn privacy te beschermen.
Hoofdstuk 12: materieel strafrecht
Het belangrijkste wetboek op dit terrein is het Wetboek van Strafrecht. Dit wetboek bestaat uit 3
boeken (delen).
- Boek 1: algemene bepalingen; geven voorschriften die op alle strafbepalingen van
toepassing zijn. Vanaf art. 77a Sr staan in boek 1 de bijzondere bepalingen die gelden voor
jeugdigen. Daarnaast wordt in dit boek de strafbare poging, de deelnemingsvormen en de
strafuitsluitingsgronden geregeld.
- Boek 2: strafbare gedragingen; misdrijven (rechtsdelicten).
- Boek 3: strafbare gedragingen; overtredingen (wetsdelicten).
Bij een overtreding heeft de politie alleen de bevoegdheid om de verdachte mee te nemen naar het
bureau voor verhoor. Bij een misdrijf kan de politie een verdachte veel langer voor onderzoek
vasthouden, en zo nodig de woning van de verdachte doorzoeken. Daarnaast worden verdachten van
overtredingen door de kantonrechter berecht, en die van misdrijven door de rechtbank.
Een strafbepaling bestaat uit een nauwkeurige omschrijving van het gedrag dat strafbaar is gesteld,
en de maximumstraf die voor dit strafbare feit wordt genoemd.
Delictsomschrijving: beschrijving van het verboden gedrag.
Soms geeft de wetgever het beschreven gedrag ook een naam. De naam van het delict heet de
kwalificatie.
Sanctienorm: de maximumstraf die kan worden opgelegd. Dit geldt voor meerderjarige daders. De
wetgever werkt voor hen met algemene strafmaxima, die voor alle delicten gelden.
Iedere strafbepaling bevat een delictsomschrijving en een sanctienorm, de kwalificatie ontbreekt
soms.
, De delictsomschrijving is opgebouwd uit bestanddelen. In art. 310 Sr zijn dit:
Enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, wegneemt en met het oogmerk van
wederrechtelijke bevoordeling.
Alleen een dader die met zijn gedrag alle bestanddelen van de delictsomschrijving vervult, kan voor
diefstal worden gestraft.
Een dader die alle bestanddelen vervult, wordt niet in alle gevallen gestraft. Er gelden nog 2
algemene voorwaarden voor strafbaarheid: wederrechtelijkheid en schuld; elementen. Ook als
elementen niet expliciet als bestanddelen zijn opgenomen, geldt dat er zonder wederrechtelijkheid
en schuld niet kan worden gestraft.
Wederrechtelijkheid: de daad is in strijd met het recht.
Schuld: de dader moet een verwijt kunnen worden gemaakt van de daad.
De strafbare poging: iemand die probeert een strafbaar feit te plegen, maar daar niet in slaagt, kan
in sommige gevallen ook worden gestraft. Art. 45 Sr. Niet iedere poging is strafbaar.
- Voornemen: de dader moet echt de bedoeling hebben gehad een strafbaar feit te plegen.
Naast het voornemen is vereist dat de dader al echt begonnen is met zijn misdrijf. Bij
voorbereidingen treffen is er nog geen strafbare poging. Het is pas een strafbare poging als
de dader op de plaats van het misdrijf begonnen is met de uitvoering ervan.
- Geen vrijwillige terugtred: in art. 46b Sr staat dat als iemand echt uit zichzelf, los van de
omstandigheden van buitenaf, besluit om zijn misdrijf te staken, er geen strafbare poging is.
Een poging is dus alleen strafbaar als het misdrijf mislukt door omstandigheden van buitenaf.
Een poging tot overtreding is niet strafbaar. 77gg Sr: voor een strafbare poging geldt voor
minderjarige verdachte hetzelfde strafmaximum als voor een voltooid delict.
Deelneming; er zijn verschillende vormen van deelneming bij een strafbaar feit.
Op grond van art. 47 Sr kunnen ook mensen die zelf niet alle bestanddelen van een
delictsomschrijving hebben vervuld, als dader worden gestraft. Als dader kunnen worden gestraft:
- De (mede)pleger: op voet van gelijkwaardigheid bereiden medeplegers samen het misdrijf
voor en daarna voeren ze het samen uit. Na het misdrijf verdelen ze de buit in gelijke delen.
- De doen pleger: deze dader regisseert het misdrijf, maar voert het zelf niet uit. Kenmerkend
is dat die ander, de feitelijke dader, zelf niet strafbaar is.
- De uitlokker: deze brengt een ander (door een van de in art. 47 genoemde
uitlokkingsmiddelen) op de gedachte een strafbaar feit te plegen. Bij uitlokking zijn dader én
uitlokker strafbaar.
- De medeplichtige: deze speelt een ondergeschikte rol. Hij verricht op verzoek van de dader
hand- en spandiensten voor of tijdens het misdrijf. Het initiatief ligt bij de dader, hij schakelt
de medeplichtige in.
Voor minderjarige verdachten geldt in geval van medeplegen, uitlokken, doen plegen en
medeplichtigheid hetzelfde strafmaximum als voor de dader die het zelfstandig doet.
Strafuitsluitingsgronden
Beroep hier op betekent dat de dader het strafbare feit wel heeft gepleegd, maar dat een in de wet
genoemde reden de strafbaarheid van de dader opheft. Er zijn 2 soorten strafuitsluitingsgronden:
1. Rechtvaardigingsgronden, deze heffen de strafbaarheid van de daad op.
- Overmacht in de zin van noodtoestand (art. 40 Sr): dader is in conflict tussen wettelijke en
maatschappelijke plicht. De verdachte heeft het feit dat gepleegd om de ‘hogere plicht’ te
vervullen.
- Noodweer(art. 41 Sr): hier gaat het om situaties waarin iemand zich verdedigt tegen een
aanval van een ander. Beroep hierop is alleen mogelijk als iemand, ter verdediging van
zichzelf, van zijn goederen of van een ander persoon, in reactie op een aanval onmiddellijk en
met een gepast middel reageert.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ninekruiper. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.80. You're not tied to anything after your purchase.