100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Het woord aan de verbeelding, H1 t/m 8 $5.99   Add to cart

Summary

Samenvatting Het woord aan de verbeelding, H1 t/m 8

2 reviews
 78 views  12 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Complete samenvatting van het boek "Het woord aan de verbeelding", schrijver Jan van Rosmalen. Inclusief voorbeelden en figuren.

Preview 3 out of 20  pages

  • No
  • H1 t/m 8
  • October 27, 2020
  • 20
  • 2020/2021
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: busrateryaki • 7 months ago

review-writer-avatar

By: raaachellee • 3 year ago

avatar-seller
Het woord aan de verbeelding
Spel en kunstzinnige middelen in het sociaal agogisch werk

H1 – SPEL
Spelen bijzondere wijze waarop activiteit verricht wordt.
Instrumentaal gedrag: handelingen zijn instrument om doel te bereiken. Bv afwassen:
borden en sop zijn onderdeel.
Speelse houding: steeds opzoek naar mogelijkheden om zichzelf uit te dagen/plezier te
beleven aan omgang met de wereld. Bv boswandeling: boom als
‘klimboom’ zien, jongleren met borden en spelen met sop v afwas.
Spontaan : vrij van extern opgelegde regels en verwachtingen. Spelen wanneer je
er zin in hebt; komt en gaat.
Intrinsieke motivatie: Innerlijke wil/drang om iets de doen.
Extrinsieke motivatie: Wanneer je beloning krijgt of straf wilt vermijden.
Autoletische activiteit: Speelse variaties komen op de voorgrond. Doel = telos, In zichzelf =
auto. Bv afwassen: jongleren met borden en spelen met sop.
‘Recht’ naar huis lopen om zo snel mogelijk te zijn = instrumenteel gedrag.
Van regenplas tot plas springen = autoletische activiteit.

Interne locus of control Het idee dat jij bepaalt wat er gebeurt.
Externe l.o.c Het idee dat iemand anders bepaalt wat er gebeurt.
Hierbij onderscheid spel zich van exploratie: “welke eigenschappen heeft de ander?”
Exploreren gaat via zintuigen, vergroot vertrouwen en voorspelbaarheid; start van
spelproces.

Andere werkelijkheid
Tijdens spel begeven in realiteit waar andere regels en wetten gelden. Speler schept eigen
werkelijkheid. Bv stok wordt zwaard, stoel wordt duikplank, vadertje en moedertje. Iemand
die niet kan losmaken van alledaagse werkelijkheid komt niet tot spel.
Illusionisme Wanneer onderscheid tussen werkelijkheid en spel niet meer gemaakt
kan worden. Bv bij vadertje en moedertje; weten dat ‘ingewanden’ er
niet uitgehaald worden.

Verschijningsvormen van spel (chronologisch)
1. Sensopathisch spel;
2. Receptief spel;
3. Oefenspel;
4. Symbolisch spel;
5. Constructiespel;
6. Regelspel.

Sensopathisch spel genieten van voelen, begrijpen staat op achtergrond.
Vooral geschikt voor cognitief zwakke groepen, bv baby’s, EMB, dementie.
Receptief spel overgave aan een doen alsof-situatie. Doet beroep op verwondering
en verbeelding. Op alle leeftijden aanwezig. Bv lezen.
Oefenspel experimenteren met eigen mogelijkheden, om effect te creëren dat
enigszins te voorspellen is. Bv slalommen witte strepen met skaten.
1
Samenvatting “Het woord aan de verbeelding” – Ayla Naebers

,Symbolisch spel Doen-alsof werkelijkheid wordt gecreëerd. Bv plant en tapijt zijn een
kokosboom. Symbolisering ontstaat, gaat gelijk met taalontwikkeling.
Constructiespel iets doelgericht en planmatig tot stand brengen, bv blokken-toren
bouwen.
Regelspel deelname aan een bijzondere activiteit (game) met vooraf bereikte
overeenstemming tussen deelnemers, bv verstoppertje, ticket to ride.




2
Samenvatting “Het woord aan de verbeelding” – Ayla Naebers

, H2 – HET NUT VAN KINDERSPEL
Adaptietheorie
Piaget (1896-1980) kinderpsycholoog, richtte zich op cognitieve en samenhangende
motorische ontwikkeling. Kernbegrippen zijn adaptie en schema’s.
Adaptie Vermogen van de mens om zich aan te passen aan de omgeving en
zichzelf.
Schema’s Opgeslagen ervaringen voor handelen, waarderen en denken.

Gedurende de ontwikkeling worden schema’s complexer en is organisatie noodzakelijk. Op
latere leeftijd zal een kind niet alleen schema’s bezitten die gericht zijn om aanwezig
materiaal, maar ook gericht op mentale handelingen (denken). Abstract denken ontstaat. Bv
eerst vingers nodig om te tellen, later hoofdrekenen.
Het geheel van deze schema’s noemt Piaget de psychologische structuren van de mens.

Adaptieproces bestaat uit 2 componenten: accommodatie en assimilatie.
Accommodatie Persoon past denken aan zijn omgeving, ontwikkelt nieuwe schema’s.
Assimilatie De persoon past zijn schema’s aan nieuwe ervaringen (toepassen van
beschikbare schema’s).
Ludische assimilatie: wanneer iets voor de lol herhaalt wordt (competent voelen, ‘kijk
eens wat ik kan?’)

Wanneer een persoon ervaart dat zijn beschikbare schema’s voldoende zijn om zijn
omgeving te snappen, ontstaat equilibratie. Als er iets onverklaarbaars of onbekends zich
voordoet, ontstaat er disequilibrium. De persoon moet dan accommoderen om vervolgens
weer met succes te kunnen assimileren.
Voorbeeld koffertje
Kind heeft ene nieuw koffertje gekregen; deze heeft een bijzondere draaisluiting.
Disequilibrium: Kind probeert knopje te schuiven en te drukken, maar sluiting blijft dicht. Ze
probeert vanalles, maar het lukt niet. Zus komt binnen.
Accomondatie: Zus maakt het koffertje open. Het kind probeert het zelf, maar het lukt nog
niet. Zus geeft instructies en uiteindelijk lukt het kind.
Assimilatie: Kind is opgelucht als de koffer inderdaad open gaat. Laat het trots zien aan
moeder.

Piaget onderscheid 4 manieren van accomonderen:
1. Exploratie
Handelend verkennen van de nog onbekende mogelijkheden, bv sluiting van koffer. Vindt
plaats via zintuigelijke verkenning.
2. Denken
Vragen stellen: wat is er nog meer mogelijk? Nadenken is het intern nalopen van
beschikbare thema’s, in de hoop er 1 te vinden die toepasbaar is.
3. Imitatie
Nadoen van waargenomen handelingen, zonder dat deze nog eigen zijn gemaakt, bv nadoen
zus.




3
Samenvatting “Het woord aan de verbeelding” – Ayla Naebers

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller AylaNaebers. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.99. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75759 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.99  12x  sold
  • (2)
  Add to cart