Samenvatting van hoofdstuk 1 t/m 4, 5 t/m 8, 10, 11, 15. Grondbeginselen der sociologie van Hugo de Jager. Een samenvatting vol voorbeelden, opsommingen.
1.1 Waarneming
Selectieve waarneming Verschillende mensen kunnen een verschillende kijk op hun (sociale)
omgeving hebben. In dezelfde situatie zullen zij verschillende zaken waarnemen. Omgeving is te
groot om alles waar te nemen en ieder individu heeft een bepaald gezichtspunt ontwikkeld = een
leidend beginsel, een bepaalde belangstelling of theorie ten grondslag, dat selecteert hetgeen
waar te nemen van de omgeving.
1.2 Zingeving sociologie
Een socioloog houdt zich bezig met het verklaren van gedrag van individuen en groepen mensen
vanuit de maatschappelijke invloeden die ze ondergaan. = samenlevingskunde
Sociologen onderzoeken wát mensen leren, van wie en aan wie.
De mens als animal symbolicum, dat mensen betekenis toekennen aan ervaringen, dingen en
verschijnselen. Mensen kunnen over de betekenissen met elkaar communiceren, waarbij kan
blijken dat de een ergens een hele andere betekenis aan toekent dan de ander.
Voorbeeld van handelen afstemmen op betekenissen die wij toekennen aan dingen/verschijnselen:
Ik kan uit de wijze waarop iemand mij begroet afleiden of dat ik welkom ben.
Verschil tussen mens en dier
Dieren laten zich leiden door instinct biologisch doorgegeven gedragspatroon en eventuele
samenlevingsvormen aan generaties.
Voor mensen betekent de afwezigheid van instincten dat iedere generatie opnieuw alles moet
leren. Mensen hebben verstand en een taal ontwikkeld, geven betekenis aan zaken (behoefte om
omgeving te verklaren) en beschikken over minder instincten waardoor ons gedrag veranderlijk
is = leerprocessen . Mensen kunnen door leerprocessen oneindig veel leren, afhankelijk van
aanleg, persoonlijk etc.
Bij mensen zijn leerprocessen van enorme waarde.
Door leerprocessen is de samenleving veranderlijker:
- In dezelfde periode op verschillende plaatsen uiteenlopende soorten samenlevingen
kunnen vormen.
- Een en dezelfde samenleving na kortere of langere tijd kan veranderen door sociale
leerprocessen ruimte vrij laten voor variaties en vergissingen. Hierdoor nemen mensen
de aangeboden leerstof niet helemaal exact over.
Voorbeeld van de sociale leerstof niet exact overnemen: Ik ben anders gaan denken over de
verhoudingen tussen arbeid en vrije tijd. Toen mijn ouders kinderen kregen hebben zij ervoor
gekozen dat mijn moeder stopte met werken om voor de kinderen te zorgen. Wanneer ik kinderen
krijg hebben mijn vriend en ik besloten dat ik graag wil blijven werken. Wanneer vele anderen dit
ook zullen doen kan er iets veranderen in de cultuur en/of het arbeidsbestel.
Iris van Gemert Periode 1 leerjaar 1
,Sociologie 2019-2020
In de omgang met anderen leren mensen allerlei dingen over hun samenleving: zij hebben een
beeld gevormd en weten allerlei feiten, al hoeft wat zij weten nog niet altijd waar te zijn. Behalve
kennis hebben mensen ook geleerd om op een bepaalde manier te verklaren: hogere machten,
boze geesten, biologische aard worden verantwoordelijk gesteld voor de gekende feiten.
1.3 Referentiekader
Mensen reageren op dingen en het gedrag van anderen op grond van betekenis (kennis,
verklaringen, oordelen) die zij daaraan toe kennen vanuit hun referentiekader.
Referentiekader = door leerprocessen verkregen kennis en inzichten bepalen hoe je de (sociale)
omgeving ziet.
Referentie kader is de ‘’sociale werkelijkheid’’.
Je referentiekader veranderd door ervaringen, onderwijs en opvoeding (leerprocessen die je
doormaakt in ervaringen met anderen).
Het referentiekader zoals dat voortkomt uit de gemeenschappelijke ervaringen van
verschillende mensen in ongeveer dezelfde sociale situatie: de sociale bril en de culturele lens
waardoor de leden van een groepering of samenleving de dingen op ongeveer dezelfde wijze
zien en interpreteren.
Voorbeeld referentiekader: Door het starten van de opleiding omgangskunde veranderd je
referentiekader en dit geeft inzichten om anders tegen dingen aan te kijken.
1.4 Selectiviteit
Door je referentiekader creëer je een sociale bril. Door deze bril neem je zaken waar.
Men is dus selectief in waarnemen: Ziet enkel bewijzen voor een eigen gelijk of eigen interesse.
Sommige aspecten van de sociale werkelijkheid vallen dus letterlijk buiten ons referentiekader.
sociale constructie van de werkelijkheid
1. Selective perception: selectie in waar we naar kijken en luisteren
(waar je zelf de juiste informatie uit filtert die voor jou van belang is.)
2. Selective exposure: selectie in waar we mee in aanraking komen
(hetgeen waaraan je word blootgesteld, belangrijk in opvoeding bijv. krijg je boeken
aangeboden)
3. Selective retention: selectie in wat we wel en niet onthouden
Sociale constructie van de werkelijkheid = mensen zijn sociaal ‘geprogrammeerd’ om dingen op
een bepaalde wijze waar te nemen en er op een specifieke wijze op te reageren.
Voorbeeld over oordelen van elkaar: de oordelen zeggen veel over het beeld dat zij van elkaar
construeren en dus ook veel van henzelf en van hun sociale omgeving die dat stimuleert.
Iris van Gemert Periode 1 leerjaar 1
, Sociologie 2019-2020
1.5 Definitie van de situatie
Men vergelijkt iets met wat het vanuit de eigen situatie vertrouwd is en dat als juist of normaal
wordt aanvaard. Mensen blijken selectief te zijn ten aanzien van datgene wat zij in een bepaalde
situatie meenemen.
Om die reden maken we een onderscheid tussen: zakelijke werkelijkheid (objectief) en beleefde
werkelijkheid (subjectief)
Voorbeeld: Verschil tussen de gemeten temperatuur en de gevoelstemperatuur
Leerprocessen bepalen het referentiekader. Dit referentiekader bepaalt vervolgens wat men wel
of niet waarneemt. Dit zorgt ervoor dat een individu een situatie op zijn eigen manier ervaart.
Inzichten, opvattingen en meningen beleefde werkelijkheid (subjectief). Het is vaak niet waar
maar in het sociale leven wel een realiteit en het gedrag van mensen beïnvloed.
Waarnemen: voor waar (aan)nemen zoals wij het beleven.
2. Sociologie als wetenschap
Iris van Gemert Periode 1 leerjaar 1
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller iris_van_gemert. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.79. You're not tied to anything after your purchase.