Definities
- Hype tijdelijk bovenmatige media-aandacht, van korte duur en na korte tijd
voorbij.
- Rage iets tijdens een bepaalde periode, wat vanzelf ontstaat, van korte duur, ebt
ook vanzelf weer weg, het is niet blijvend (iets is hip, nieuw, eigentijds)
- Trend richting waarin een fenomeen zich ontwikkelt in de tijd. Dit is niet iets wat
zomaar weg gaat.
- Sociale veranderingen veranderingen in de sociale cultuur en structuur van een
samenleving over een langere periode. Deze veranderingen zijn niet meer weg te
denken in de samenleving.
- Positie een plaats in een netwerk van relaties.
- Sociale status de waardering die de samenleving aan een positie hecht in relatie
tot andere posities.
- Sociaal aanzien de mate van waardering die men heeft voor de wijze waarop
iemand een positie bekleedt.
- Sociale structuur de wijze waarop de posities in een samenleving of groep op
elkaar betrokken zijn.
- Organogram een schema van de structuur van een organisatie.
- Rol het gedrag wat van een positiebekleder verwacht wordt.
- Rolattributen uiterlijkheden die nuttig zijn of dienen als herkenningsmiddel van
een rol.
- Statussymbolen uiterlijkheden die verwijzen naar prestige, rijkdom, macht,
invloed, gezag en dergelijke.
- Intern rolconflict is sprake van wanneer een persoon geconfronteerd wordt met
niet of moeilijk te combineren verwachtingen ten aanzien van één positie die hij
bekleedt.
- Extern rolconflict is sprake van wanneer een persoon geconfronteerd wordt met
niet of moeilijk te combineren verwachtingen ten aanzien van verschillende posities
die hij bekleedt.
- Socialisatie het leren spelen van rollen.
- Primaire socialisatie het leren van algemene rollen
- Secundaire socialisatie het leren van specifieke rollen
- Anticiperende socialisatie in gedrag en houding vooruitlopen op een toekomstige
rol.
- Collectieve rituelen activiteiten die de functie hebben om de groepssolidariteit te
versterken, de waarden en normen van de groep aan te scherpen en aldus het
conformisme te vergroten.
- Sociale controle het geheel van positieve en negatieve sancties dat dient om het
sociaal gedrag van mensen te beheersen en in overeenstemming te brengen met de
heersende waarden, normen en verwachtingen.
- Een zichzelf waarmakende voorspelling een voorspelling die werkelijkheid wordt
als gevolg van een verkeerde definitie van de situatie.
,- Een zichzelf vernietigende voorspelling een aanvankelijke juiste definitie van de
situatie die leidt dat gedrag dat voorkomt dat de aanvankelijke definitie waar wordt.
- Selectief waarnemen de werkelijkheid wordt vertekend, vervormd en in
overeenstemming gebracht met de eigen opvattingen en belangen.
- Een vooroordeel een bepaalde min of meer vaste manier van denken, voelen en
handelen die een gedeelte van de sociale werkelijkheid in behoorlijke mate
vertekend.
- Stereotypering een min of meer vaste manier van denken, voelen en handelen ten
opzichte van een groepering die de werkelijkheid sterk vertekend.
- Discriminatie het ongelijk behandelen van groeperingen op grond van bepaalde
kenmerken.
- Groep een verzameling van mensen die regelmatig, veelvuldig en intensief contact
met elkaar hebben; gemeenschappelijke waarden en normen hebben; gevoelens van
saamhorigheid delen; duidelijke posities ten opzichte van elkaar innemen en tamelijk
duurzame relaties met elkaar hebben.
- Collectiviteit een verzameling van mensen met gemeenschappelijke waarden en
belangen die een zekere saamhorigheid tot gevolg hebben.
- Sociale categorie een verzameling van mensen die één eigenschap gemeen
hebben.
- Organisatie een groepering die is opgericht om bepaalde doeleinden te bereiken
en gekenmerkt wordt door een duidelijke positieverdeling.
- Referentiegroeperingen groeperingen die van grote invloed zijn op iemands
referentiekader.
- Sociale identiteit bestaat uit gemeenschappelijk ervaren overtuiging, waarden en
kenmerken van een groepering.
- Etnocentrisme wanneer volkeren vanuit hun eigen set van waarden en normen
andere volkeren beoordelen.
- Relatieve deprivatie het gevoel dat men iets tekortkomt vergeleken met anderen.
- Comparatieve referentiegroeperingen is sprake van wanneer we ons lot
vergelijken met dat van andere groeperingen.
- Netwerk een groepering die één persoon als centrum heeft en waarvan alle leden
regelmatig contacten onderhouden met het centrum.
- Informele hulp alle hulp aan mensen met uiteenlopende problemen die niet wordt
gegeven in het kader van een beroep.
- Samenwerkingsverband (in de zorg) is een verband van twee of meer organisaties
of zorgverleners, die wederzijdse verplichtingen aangaan om tot resultaten te komen
die ze afzonderlijk niet kunnen bereiken.
- Cultuur is het geheel van waarden, normen, verwachtingen en doeleinden die
leden van een groepering met elkaar delen.
- Waarden zijn centrale maatstaven met behulp waarvan we het eigen gedrag en
dat van andere beoordelen.
- Normen zijn opvattingen en regels over hoe men zich moet gedragen of hoe men
zich juist niet moet gedragen.
- Verwachtingen bestaan uit een complex van opvattingen dat de
toekomstverwachtingen van een groot aantal personen vorm en inhoud geeft.
- Doelen zijn min of meer gestandaardiseerde opvattingen over wat wenselijk is.
, - Een andere cultuur is een cultuur die afwijkt van in onze samenleving algemeen
aanvaarde, centrale waarden, normen, verwachtingen en doeleinden.
- Subcultuur is een cultuur die in zekere mate afwijkt van de algemeen aanvaarde
cultuur maar we de belangrijkste elementen van de algemene cultuur bevat.
- Contracultuur is een cultuur die elementen bevat die een protest inhouden tegen
de dominante cultuur.
- Instituut is een levensgebied dat een systeem van erkende normen en
gedragspatronen kent die het gedrag van de mensen en hun onderlinge relaties
regelen.
- Bureaucratie is volgens Weber een manier van organiseren waarbij activiteiten
volgens bepaalde algemeen geldende principes en regels worden uitgevoerd.
- Ideologie is het geheel van opvattingen en overtuigingen dat het streven van een
groepering zin geeft en rechtvaardigt en dat voor de aanhangers ervan boven iedere
twijfel verheven is.
Sociale verandering
Bij sociale veranderingen gaat het om veranderingen in de cultuur en structuur van een
samenleving over een langere periode.
- Samenleving is in beweging
- Samenleving is niet statisch
- Verleden is gekleurd
- Selectief waarnemen en selectief onthouden
De student heeft kennis van de zeven sociale veranderingen.
De student ziet de relatie tussen de zeven sociale veranderingen.
De student legt uit wat de relatie is tussen sociale veranderingen en het handelen als
pedagogisch professional.
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nomiroozen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.42. You're not tied to anything after your purchase.