Samenvatting van het boek Allemaal andersdenkenden, geschreven door Geert Hofstede, Gert Jan Hofstede, Michael Minkov. De samenvatting is van de 32e druk van het boek, ISBN 9789047005865. Het uittreksel van Allemaal andersdenkenden is geschreven door uitgever StudentsOnly en volledig inhoudelijk g...
Titel : Allemaal Andersdenkenden
Druk : 32
Auteur : G. Hofstede, G. Hofstede en M. Minkov
Uitgever : Uitgeverij Contact
ISBN (boek) : 9789047005865
Aantal hoofdstukken (boek) : 12
Aantal pagina’s (boek) : 576
De inhoud van dit uittreksel is met de grootste zorg samengesteld. Incidentele onjuistheden kunnen niettemin voorkomen. Je
dient niet aan te nemen dat de informatie die Students Only B.V. biedt foutloos is, hoewel Students Only B.V. dat wel nastreeft.
Dit uittreksel is voor persoonlijk gebruik en is bedoeld als wegwijzer bij het originele boek. Wij raden aan altijd het bijbehorende
studieboek te kopen en dit uittreksel als naslagwerk erbij te houden. In dit uittreksel staan diverse verwijzingen naar het studieboek
op basis waarvan dit uittreksel is gemaakt.
,Hoofdstuk 1 De regels van het sociale spel
Overal ter wereld zijn er mensen die anders denken, voelen en handelen. Toch hebben we allemaal
gemeenschappelijke problemen en om deze op te kunnen lossen is het belangrijk dat we de onderlinge
verschillen accepteren en hier naar handelen. Elk mens heeft een patroon van gedachtes, gevoelens
en handelingen die hij/zij gedurende zijn leven heeft geleerd. Elke mens beschikt over een mentaal
programma en het vormen van dit programma wordt mentale programmering genoemd. Mentale
programmering begint vaak in de jeugd. Mentale programmering noemen we ook wel cultuur.
Onderzoek naar menselijke samenlevingen wordt sociale of culturele antropologie genoemd. Cultuur
is collectief; cultuur verwijst naar de mentale programmering van mensen uit een bepaalde groep.
Cultuur is daarom ook aangeleerd. De mentale programmering wordt gevormd door de menselijke
natuur (datgene wat alle mensen met elkaar gemeen hebben), cultuur en de persoonlijkheid van
een individu. Cultuur kunnen we beschrijven aan de hand van een ui-diagram. Zie: hfst. 1; blz. 23;
Allemaal Andersdenkenden; G. Hofstede, G. Hofstede, M. Minkov voor een afbeelding van dit
diagram. Het ui-diagram bestaat uit een aantal lagen, waarbij de binnenste laag de kern van de
cultuur aangeeft en de buitenste laag het oppervlakkige gedeelte van de cultuur weergeeft. De
binnenste kern van het ui vormt zich door waarden. Waarden zijn diep verankerd binnen elke cultuur
en zijn moeilijk te veranderen. De buitenste laag vormt zich door symbolen, die het meest zichtbare
gedeelte van een cultuur vormen en die vaak ook gemakkelijk kan worden veranderd. Tussen deze
beide lagen bevinden zich de helden en rituelen:
• Symbolen: of beelden zijn voorwerpen, woorden of gebaren die een bepaalde betekenis
hebben die alleen de leden van een cultuur begrijpen. Voorbeelden van symbolen zijn
klederdracht of woordkeuze. Nieuwe symbolen zijn vaak snel ontwikkeld.
• Helden: mensen die bepaalde eigenschappen hebben waardoor zij binnen een bepaalde
cultuur hoog aanzien hebben.
• Rituelen: activiteiten binnen een cultuur die van groot belang voor een cultuur zijn.
• Waarden : sterk verweven in de cultuur.
In eerste instantie leert een kind in het gezinsleven. Later leert het ook van onderwijzers en
klasgenoten. In de tienerjaren zijn vrienden en vriendinnen een belangrijke bron van het leren van
normen en waarden. Uiteindelijk kiest de persoon dan voor een partner. Homeostase is het
verschijnsel dat een bepaalde cultuur in stand wordt gehouden doordat kinderen juist veel leren in
het gezinsleven, kinderen leren van ouders en zullen later aan hun kinderen dezelfde opvoeding
geven. Cultuur is binnen elke groep aanwezig. Binnen deze groep zijn er leden die zich goed en
slecht gedragen. Hierdoor kunnen conflicten ontstaan, doordat men het niet altijd eens is over wat
goed is en wat slecht is. We bepalen vaak snel wie tot onze groep horen en wie niet: wie tot onze
morele kring behoort en wie niet. Filosofie, spiritualiteit en religie stellen grenzen aan onze morele
kring: zij zorgen ervoor dat we goed van kwaad kunnen onderscheiden en hier de regels voor op
kunnen stellen. Cultuur gaat in op de vraag hoe een persoon een goed lid van een cultuur kan
worden. Hierbij maken we onderscheid tussen de wij- en de zij-groep. De wij-groep zijn de mensen
die tot de morele kring behoren. De zij-groep bestaat uit buitenstaanders.
Wanneer we onszelf moeten beschrijven benoemen we vaak kenmerken die bij ons passen omdat
we tot een bepaalde groep behoren: groepskenmerken. Elk mens hecht veel waarde aan het behoren
tot een bepaalde groep en vervult veel tijd met het willen behoren tot een bepaalde groep. Binnen
mentale programmering zijn er de volgende niveaus te onderscheiden:
• Organisatieniveau.
• Nationaal niveau.
• Niveau van sekse.
, • Niveau van sociale klasse.
• Regionaal niveau.
• Niveau van generaties.
Ondanks dat er in de afgelopen jaren veel veranderingen om ons heen zijn geweest, denk hierbij
aan de opkomst van de computer en het ontwikkelen van een global village, blijven onze diep
verankerde waarden gelijk aan vroeger. Dit komt tot uiting in het eerder besproken ui-model
waarin de waarden binnen in de ui liggen, en symbolen aan de buitenkant van de ui. Net als symbolen
vormen praktijken het zichtbare deel van de cultuur. Praktijken veranderen sneller dan de waarden
die sterk met een bepaalde cultuur verweven zijn. Culturele verandering treedt dus vaak alleen al
op aan de buitenkant van de ui, namelijk in de praktijken die mensen uit een bepaalde cultuur doen.
Het hebben van een gezamenlijke cultuur is meer van toepassing op samenlevingen. Na
samenlevingen bestaan er ook staten: een politieke eenheid waartoe een individu behoort en waarvan
de grenzen nauwkeurig zijn vastgesteld. Binnen staten is er vaak een gezamenlijke taal, gezamenlijk
onderwijssysteem, een gezamenlijk leger, een gezamenlijk rechtssysteem en een gezamenlijke
geschiedenis. Tussen staten kan er dus ook sprake zijn van cultuurverschillen. Binnen dit boek
worden er gegevens over staten verzameld, dat wil zeggen op nationaal niveau. De bedoeling is
om verschillen in cultuur te kunnen vaststellen. Naast verschillen in cultuur kunnen staten ook
verschil hebben in geschiedenis, identiteit, waarden en instituties. Zie: hfst. 1; blz. 23; Allemaal
Andersdenkenden; G. Hofstede e.a. voor een overzicht van deze verschillen. Identiteit bestaat uit
bijvoorbeeld taal en godsdienst, en vormt het zichtbare gedeelte van een cultuur. De waarden zijn
vaak onzichtbaar en vormen de mentale software. Het verschil tussen waarden en identiteit zit in
het feit dat de waarden impliciet zijn en identiteit expliciet is. Daarnaast zijn er ook instituties.
Instituties bestaan uit regels, wetten en organisaties en vormen het zichtbare gedeelte van de cultuur.
Instituties zijn nauw verbonden met de waarden binnen een bepaalde staat. Binnen het management
bestaan er ook culturen, gezien het feit dat managers ook deel uitmaken van de nationale
samenleving. Cultuurrelativisme gaat in op het feit dat de ene cultuur een andere cultuur niet als
laagstaand of hoogstaand kan benoemen: men kan geen waardeoordeel over een andere cultuur
vormen, maar alleen over de cultuur van zichzelf. Culturen ontwikkelen zich net als mensen.
, Hoofdstuk 2 De studie van cultuurverschillen
De wetenschap wordt keer op keer gedomineerd door paradigma's: een standaard waarbinnen de
wetenschap zich ontwikkelt. Wanneer men onderzoek doet naar een bepaalde cultuur is het van
belang om waarden in kaart te brengen, omdat waarden het stabiele element van cultuur vormen.
Door middel van vragenlijsten kan men deze waarden in kaart brengen. Bij het in kaart brengen
van de waarden dient men ook normen te onderscheiden. De normen gaan ook wel in op de dingen
die wenselijk zijn: een norm gaat in op wat ethisch juist is. De normen is het wenselijke, terwijl er
anderzijds dingen zijn die iemand wenst. Het is belangrijk het onderscheid tussen deze twee te
maken.
Gedurende de 20e eeuw kwam steeds vaker het besef dat de landen, ook wel nationale culturen
genoemd, gezamenlijke problemen hebben, maar dat ze dit allemaal op een andere wijze oplossen.
Kwesties die elke samenleving tegenkomt zijn:
• Zelfbeeld met betrekking tot de relatie tussen individu en samenleving en de relatie tussen
man en vrouw
• Omgaan met conflicten
• Gezagsverhoudingen
Geert Hofstede heeft door middel van onderzoek vier dimensies ontwikkeld waarop hij nationale
culturen met elkaar vergelijkt:
Naast dimensies kan een nationale cultuur ook door een typologie in kaart worden gebracht, maar
typologieën zijn lastig te gebruiken voor empirisch onderzoek. De dimensie is een bundeling van
verschijnselen in de samenleving. Binnen het onderzoek naar dimensies wordt gebruik gemaakt
van correlaties. De correlatiecoëfficiënt drukt het verband tussen twee variabelen uit, die de waarde
tussen 1 en -1 aan kunnen nemen. Waarbij 1 een positieve correlatie is en -1 negatieve correlatie
is. Het onderzoek van Geert Hofstede naar nationale culturen met behulp van de genoemde dimensies
wordt het IBM-onderzoek genoemd. Dit onderzoek is door andere wetenschappers meerdere malen
op kleine en grote schaal opnieuw uitgevoerd. Zie: hfst. 2; blz. 48; Allemaal Andersdenkenden; G.
Hofstede, G. Hofstede, M. Minkov voor een voorbeeld van een replicatie in van het onderzoek. In
totaal hebben 107 landen deelgenomen aan het onderzoek. Zie: hfst. 2; blz. 49; Allemaal
Andersdenkenden; G. Hofstede, G. Hofstede, M. Minkov voor een overzicht van alle landen die
hebben deelgenomen aan het onderzoek.
Het onderzoek van Geert Hofstede is ook gerepliceerd door de Chinese Value Survey. Binnen deze
studie werden ook de vier dimensies gevonden die Geert Hofstede ook zelf had gevonden. Echter
werd er een vijfde dimensie aan het oorspronkelijke model toegevoegd, namelijk de lange-
tegenover kortetermijngerichtheid. Om de nationale culturen van de landen goed in kaart te kunnen
brengen zijn er tal van gegevens met elkaar vergeleken en is bekeken tot welke dimensie zij konden
worden gerekend. Dit heet het proces van validering.
Er dient een onderscheid te worden gemaakt tussen scores op persoonlijkheidstest en scores op de
dimensies van de nationale cultuur. Wanneer we deze twee zaken met elkaar verwarren ontstaat
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller StudentsOnly. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.32. You're not tied to anything after your purchase.