Samenvatting van het boek Overdracht en tegenoverdracht, geschreven door Fee van Delft. De samenvatting is van de 5e druk van het boek, ISBN 9789059318250. Het uittreksel van Overdracht en tegenoverdracht is geschreven door uitgever StudentsOnly en volledig inhoudelijk gecheckt.
Titel : Overdracht en Tegenoverdracht
Druk : 5
Auteur : F. van Delft
Uitgever : Boom uitgevers Den Haag
ISBN (boek) : 9789059318250
Aantal hoofdstukken (boek) : 5
Aantal pagina’s (boek) : 120
De inhoud van dit uittreksel is met de grootste zorg samengesteld. Incidentele onjuistheden kunnen niettemin voorkomen. Je
dient niet aan te nemen dat de informatie die Students Only B.V. biedt foutloos is, hoewel Students Only B.V. dat wel nastreeft.
Dit uittreksel is voor persoonlijk gebruik en is bedoeld als wegwijzer bij het originele boek. Wij raden aan altijd het bijbehorende
studieboek te kopen en dit uittreksel als naslagwerk erbij te houden. In dit uittreksel staan diverse verwijzingen naar het studieboek
op basis waarvan dit uittreksel is gemaakt.
,Hoofdstuk 1 Een oriëntatie op de begrippen overdracht en
tegenoverdracht
1.1 Projectie en overdracht
De begrippen overdracht en tegenoverdracht zijn door Sigmund Freud (1856-1939) ontwikkeld.
De betekenis van deze begrippen (binnen de psychoanalyse):
• Overdracht: het (onbewust) overdragen of overbrengen van oude (kind)gevoelens door de
cliënt (hulpvrager) op de therapeut of hulpverlener.
• Tegenoverdracht: het (onbewust) overdragen of overbrengen van oude (kind)gevoelens door
de therapeut (hulpverlener) op de cliënt.
Het verschil tussen projecteren en overdracht:
• Projectie betekent dat je onbewust je eigen gevoelens plaatst in iemand anders: jij bepaalt
hoe iemand anders zich voelt.
• Overdracht betekent dat jij invult hoe de ander zich tegenover jou voelt, hoe de ander zich
voelt tegenover jou.
Voor een voorbeeld uit de praktijk zie: hfst 1; blz. 14&15; Overdracht en tegenoverdracht; F. van
Delft
1.2 Overdracht en tegenoverdracht
Pas later in de psychoanalyse werden overdracht en tegenoverdracht centrale begrippen.
Reacties die voortkomen uit oude gevoelens komen vaak voor in afhankelijkheidsrelaties (zoals
partnerrelaties, opvoedsituaties e.d.)
1.2.1 Herkenbaarheid situatie en persoon
Overdrachtsgevoelens kunnen op twee manieren worden opgeroepen:
1. Herkenbaarheid van de situatie ( situatie draagt kenmerken van een situatie van vroeger)
2. Gelijkenis in de persoon (persoon draagt kenmerken van personen van vroeger)
1.3 Professioneel begeleiden
De informatie in dit boek is vooral bedoeld voor mensen die anderen professioneel begeleiden in
hun ontwikkeling of problematiek.
Er wordt een driedeling gemaakt in situaties van begeleiding
1. Ambulante begeleiding : begeleiding waarbij de cliënt binnenkomt en weer weggaat.
2. Semi-residentiële begeleiding : begeleiding waarbij de cliënt een of meer dagdelen in een
voorziening verblijft.
3. Residentiële voorzieningen : begeleiding waarbij de cliënt langdurig in een voorziening
verblijft.
,In alle relaties die mensen met elkaar aangaan is altijd sprake van bewuste of onbewuste
(tegen)overdracht. Als coach of begeleider (de autoritaire rol) moet je situaties van overdracht
kunnen herkennen, omdat het de positieve ontwikkeling van de cliënt kan tegengaan.
De werker zal kritisch moeten kijken naar zijn gedrag en bedoelingen (als werker en collega) om
inzicht te krijgen in overdrachtsmechanismen. Dit kritisch kijken ofwel reflecteren kan pijnlijke
gevoelens opwekken en is niet altijd gemakkelijk. Maar een werker moet kunnen reflecteren op
zijn eigen gedrag om daarna te kunnen reflecteren op:
• de relatie met de cliënt of medewerker
• het gedrag van de cliënt of medewerker
2.1 De psychoanalytische benadering
Volgens de psychoanalyse bestaat de persoonlijkheid van een mens uit drie componenten die elkaar
beïnvloeden:
• Het Id : Het instinctmatige, de reflexen (ook wel libido, het kind in de persoon) Werkt vanuit
het lustprincipe:
• het levensinstinct: zoals genieten
• het doodsinstinct: zoals agressie
Door bijsturing van de omgeving leren we het Id beheersen: we leren uitstellen.
• Het Superego: Hoe het hoort, normen&waarden en het geweten (tegenpool van het Id).
Werkt vanuit het morele of ideële principe: Door invloed van de omgeving en opvoeding
komt het superego tot stand.
• Het Ego: Het bewuste en het rationele weten (beïnvloedt het gedrag dat we laten zien aan
anderen). Werkt vanuit het realiteitsprincipe: Het Ego bemiddelt/dealt met het Id en het
Superego; tussen instinct en geweten en daar komt gedrag uit dat gepast of gewenst is.
Het Id, Het Superego en het Ego = je persoonlijkheid
Overdracht: het Ego is niet alert genoeg om op een juiste manier te bemiddelen tussen het Superego
en het Id.
Persoonlijkheidsstoornis: Het Ego is dan verstoord. Het Ego kan niet op een goede manier
bemiddelen tussen de 3 componenten.
Conflicttheorie: zo wordt de psychoanalyse genoemd omdat de drie componenten elkaar steeds
wederzijds beïnvloeden.
Als onbewuste gevoelens vanuit het Id en de Superego bewust worden gemaakt in het Ego (door
zelfevaluatie of therapie), kan de cliënt of de medewerker ermee aan de slag.
2.2 Overdracht
Bij overdracht schrijft de cliënt de therapeut of hulpverlener eigenschappen toe die toebehoren aan
personen van vroeger. Als de cliënt deze gevoelens niet onderkent, kunnen ze een problematische
rol gaan spelen in de later gekozen intieme relaties. De gevoelens van de cliënt kloppen niet met
de actuele situatie, maar ze spelen daar wel een rol in. Want die gevoelens bepalen grotendeels de
aard van de relatie tussen cliënt en hulpverlener (of een andere afhankelijkheidsrelatie).
2.3 Weerstand
Een andere reactie die door overdrachtsgevoelens kan ontstaan is weerstand.
Hierbij gaat de cliënt zich verzetten tegen de ongewenste gevoelens of onzekerheid. Weerstand
kan op allerlei manieren voorkomen. De cliënt zal deze gevoelens moeten erkennen en voelen om
ze los te kunnen laten. Maar ook de hulpverlener moet het gevoel van weerstand bij de cliënt
herkennen, de cliënt hierin begrijpen en het gedrag van de cliënt kunnen benoemen (op een manier
zodat de cliënt het begrijpt).
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller StudentsOnly. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.