Psychoanalyse
- Kijkt alleen naar de persoon
- Kijkt naar gedrag en gedachte
- Kijkt naar het verleden
Systeemtheorie
- Kijkt naar de interactie tussen de persoon en zijn systeem
- Kijkt naar het gedrag
- Kijkt niet naar het verleden
De 5 uitgangspunten van de systeemtheorie zijn:
1. Het geheel is meer dan de som (1+1=3)
2. Alles hangt met elkaar samen
3. Het systeem heeft grote invloed op ons gedrag
4. Het systeem past zich aan, aan de omgeving (wilt overleven)
5. Een systeem zoekt een andere functie wanneer het overbodig is geworden
De systeemtheorie vind dat alle gedrag communicatie is en dat je elkaar met communicatie
beïnvloed. Communicatie = Interactie = Gedrag = Beïnvloeding
De systeemtheorie kijkt niet naar dingen als normaal en raar, jij maakt onderscheid tussen
de verschillende dingen zonder te oordelen.
Systeem: een geheel bestaand uit losse elementen dat als geheel functioneert. Elk element
heeft een eigenfunctie.
Objectieve kennis: kennis die uit feiten bestaat.
Subjectieve kennis: kennis die zelf bedacht is (vanuit angst,trauma of creativiteit beïnvloed)
Lineair denken: oorzaak gevolg
Circulair denken: gevolg oorzaak gevolg oorzaak
- Je weet niet meer waar het is ontstaan en dat is ook niet erg. Het is belangrijk om te
begrijpen hoe het gedrag elkaar versterkt en hoe je dat kunt doorbreken.
Bij circulair denken is het gedrag en het gevolg voorspelbaar (redundantie patroon)
Homeostase: meebewegend evenwicht
- Bijvoorbeeld, moeder is chagrijnig hiermee beïnvloed ze het hele gezin, nu is het hele
gezin chagrijnig.
In een systeem is evenwicht belangrijk. Dit zorgt ervoor dat vervelende gewoontes in stand
blijven omdat het evenwicht anders weg is.
Feedback: het samenspel van behoud en aanpassing
- Negatieve feedback: iemand wilt geen verandering om de negatieve dingen aan te
passen.
- Positieve feedback: iemand wilt verandering om de negatieve dingen aan te pakken.
De systeemtheorie is belangrijk om te gebruiken als sociaal werker omdat:
- Je moet weten hoe het systeem van een cliënt werkt
- Je moet niet alleen naar 1 persoon kijken
- Wanneer er 1 persoon is met een probleem is dit een probleem voor het hele gezin
, Les 2
Totaliteit: alles in een systeem hangt samen
- 1 verandering bij een lid heeft gevolgen voor het hele gezin.
Niet optel baarheid: alle leiden zijn niet samen te tellen, de vijf persoonlijkheden zijn veel
meer communicatie patronen die plaats vinden 1+1= 3
Subsystemen: in een systeem zitten kleinere subsystemen
- Bijvoorbeeld, in een gezin heb je kind subsystemen en oudersubsystemen
Systeemomgeving: verschillende systemen hebben invloed op elkaar.
- Bijvoorbeeld, thuis heb ik ruzie gehad dus ik ben niet vrolijk. Nu ga ik naar
vriendinnen met mijn chagrijnige bui en beïnvloed ik hun met mijn humeur.
Systeemniveau: een systeem kan voor elke buitenstaander behoren tot een ander systeem.
- De buren vinden je tot het straatsysteem horen en de tante vind dat je tot het familie
systeem behoort.
Tijdselement: een systeem heeft tijd nodig om zich te ontwikkelen tot een werkend systeem.
Dit kan je stimuleren door teambuildings oefeningen.
Coalitie: een subsysteem van 2 of meer leden van het systeem. De coalitie doet alles in het
belang van het grote systeem (net zoals in de politiek)
Lenigheid van een systeem: het vermogen van het systeem om zich aan te passen aan
grote veranderingen die binnen of buiten het systeem plaats vinden. Het systeem moet
bijvoorbeeld een nieuwe oplossing bedenken of een nieuwe manier van samenwerken
Omgeving van het systeem: alles wat buiten het systeem gebeurt heeft invloed op het
systeem. Ook heeft het systeem invloed op de omgeving.
Open systeem: Gezinnen zijn een sociaal systeem en zijn dus een open systeem. Er
kunnen mensen in en uit het systeem gaan en de grenzen van het systeem zijn niet altijd
even duidelijk.
- Bijv. oma woont op zichzelf maar komt elke avond eten, hoort ze erbij?
Gesloten systeem: vooral biologische systemen zoals ‘zoogdieren’ er valt niet veel aan te
veranderen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marilenevoordouw. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.