100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Tentamensamenvatting Inleiding Politicologie $5.97   Add to cart

Summary

Tentamensamenvatting Inleiding Politicologie

2 reviews
 126 views  9 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is een samenvatting voor het leren van het tentamen. Het bestaat uit alle hoorcolleges en de bijbehorende hoofdstukken uit verschillende boeken. Deze samenvatting is voor iedereen die het vak inleiding politicologie volgt aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Met deze samenvatting heb ik een 7 ...

[Show more]

Preview 4 out of 33  pages

  • No
  • De hoofdstukken die bij de hoorcolleges horen
  • October 28, 2020
  • 33
  • 2019/2020
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: mielhoeij • 2 year ago

review-writer-avatar

By: lauravandixhoorn • 3 year ago

avatar-seller
Inhoud
Vergelijkende Politiek.............................................................................................................................1
HC 1 Politiek en Politicologie..............................................................................................................1
HC 2 Staat en Macht...........................................................................................................................2
HC 3 Ideologieën................................................................................................................................5
HC 4 Scheidslijnen..............................................................................................................................8
HC 5 Democratie.................................................................................................................................9
HC 6 Politieke Partijen......................................................................................................................12
HC 7 Politieke Participatie................................................................................................................13
Beleid................................................................................................................................................14
Internationale betrekkingen.................................................................................................................15
HC 1 internationale betrekkingen.....................................................................................................15
HC 2 Realisme...................................................................................................................................16
HC 3 Liberalen...................................................................................................................................18
HC 4 Constructivisme........................................................................................................................19
HC 5 Marxisme, critical theory en feminisme...................................................................................19
HC 6 Midden Oosten........................................................................................................................21
Politieke Theorie...................................................................................................................................23
HC 1 Politieke Theorie......................................................................................................................23
HC 2 Sein und Sollen.........................................................................................................................24
HC 3 Sociale Rechtvaardigheid.........................................................................................................26
HC 4 Democratie...............................................................................................................................28
HC 5 Gemeenschap...........................................................................................................................30
HC 6 Vrijheid.....................................................................................................................................32
HC 7 Gelijkheid.................................................................................................................................33

Vergelijkende Politiek

HC 1 Politiek en Politicologie
Politiek is: alles wat te maken heeft met het besturen van een territoriaal gefundeerde samenleving.
Binnen de grenzen van die samenleving ben je gebonden aan de regels daarvan, erbuiten niet.
 Vormgeven aan de samenleving aan de toekomst
 De wijze hoe mensen de maatschappij veranderen en proberen tegen te houden
 Gezaghebbende toedeling van waarden voor een maatschappij
 Alles wat te maken heeft met het besturen van een samenleving.




1

,Politiek is beleid maken
Politicologie bestaat uit het nauwkeurig analyseren van feiten en processen, niet uit het ventileren
van politieke meningen. Doen uitspraken gebaseerd op politiek-wetenschappelijke inzichten.

Intellectuele distantie: het is niet de bedoeling van politicologen om mee te doen aan het politieke
debat. Zij hebben een eigen inkleuring van de werkelijkheid, zoals iedereen dat heeft. Als
wetenschapper is het belangrijk om intellectuele distantie te bereiken door de regels van de
wetenschappelijke methode te respecteren.

Een model is een voorstelling van de realiteit, maar niet zomaar een reproductie ervan. Reductie van
complexiteiten: politieke kringloop (David Easton)
 Input: eisen (vragen van individuen) en steun (uitingen van vertrouwen in het systeem,
meestal passief)
 Gate keepers: mechanismen die de uiting van politieke eisen enigszins reguleren. Bundelen
individuele eisen tot algemene principes.
 Output: politieke beslissingen die weer gevolgen hebben voor de eisen en de steun. Dat
wordt in beeld gebracht door de terugkoppeling en feedback. Dit leidt weer tot een nieuwe
eis of een herhaling van de eis.

Politicologie is als wetenschap:
 Verklaren
 Samenhang
 Algemene uitspraken kunnen maken
 Controleerbaarheid en openheid

Onderzoeksmethode
1. Concept
2. Theorie
3. Hypothese
4. Methode
5. Conclusie
Kwantitatief onderzoek: aantallen verzamelen. Heel veel interventies bekijken
Kwalitatief onderzoek: op zoek gaan naar structuren, de wijze waarop thema’s met elkaar verbonden
zijn. Een diepere studie van elke interventie.

Verschil pol

HC 2 Staat en Macht
Staat: interne en externe soevereiniteit.
Een politiek systeem is onderdeel van een staat. Je hebt gezag, maar het is legitiem.
Regelgeving werkt alleen als de regels opgelegd kunnen worden aan de leden van de samenleving.

Vanuit de samenleving worden constant nieuwe vragen geformuleerd voor regulerend optreden
door het politieke systeem: allerlei nieuwe (technologische) ontwikkelingen zorgen ervoor dat de
grens tussen privé en publiek steeds moeilijker te definiëren valt.

Klassieke grondrechten: afdwingbaar
Moderne socio-economische rechten (onderwijs, werkgelegenheid, gezonde leefomgeving): overheid
moet hier een inspanning voor leveren.




2

,Amartya Sen: mensen zijn geneigd hun vrijheid op de meest optimale wijze te beleven door al hun
capaciteiten te benutten. Als mensen dat niet doen, is er geen sprake van ‘echte vrijheid’.


Definitie van een staat: Max Weber
 Legitiem geweldsmonopolie. Alleen de staat mag geweld gebruiken. De staat moet zijn
grondgebied handhaven.
 Erkend grondgebied hebben waar controle over uit te oefenen is. Territorium
 Soevereiniteit. Intern en extern. Intern: staat moet eigen continuïteit verzekeren door
grondgebied te handhaven. Mag geweld gebruiken om regels af te dwingen.
 Hiërarchie en centralisatie. Begint boven en gaat naar beneden. Boven heeft de macht.
Strakke organisatie om taken uit te voeren
 Rechtsstatelijkheid: beheerst afwijkend gedrag, controle over materiële middelen, controle
over openbaar agentschappen.

Rechtsstaat
1. Beheerst afwijkend asociaal gedrag
2. Controle over materiële middelen
3. Controle over openbaar agentschappen.
Maar de staat is zelfregulerend: het controleert anderen maar ook zichzelf.
Onderdeel van legitimiteit: als de staat zich niet aan de regels houdt is deze niet legitiem.

Max Weber: je hebt bureaucratie nodig om een staat te zijn. Zonder bureaucratie kan het niet
uitgevoerd worden. Onderdeel van kapitalisme.
 Macht: de mogelijkheid die een actor heeft om in het kader van een sociale relatie zijn wil op
te leggen aan een ander. Ook tegen weerstand in.
 Gezag: machtsuitoefening die aanvaard wordt, die als legitiem wordt gezien, en in de praktijk
ook gevolgd wordt.
o Traditioneel gezag: respect voor traditie en gewoonte
o Charismatisch gezag: de persoonlijkheid van de machthebber, aan wie bijzondere
eigenschappen worden toegewezen
o Rationeel-legalistisch gezag: berust op respect voor de regels.

Verschillende vormen van staat:
 Federale staat: deelgebieden met eigen bestuur.
 Eenheidsstaat: gecentraliseerd bestuur.

Een moderne natiestaat kent een concentratie van machtsmiddelen. Is legitiem en niet gebonden
aan één persoon, maar aan een geheel van regels en instituten. De regels en wetgeving gelden voor
het hele gebied. Hoeft geen democratie te zijn. Het gaat over het heersen over een bepaald
territorium.

Welvaartsstaat (verzorgingsstaat) is onderdeel van een moderne staat maar is niet noodzakelijk voor
de definitie van een staat. Sociale zekerheid.

Proces van staatsvorming
1. Er is een concentratie van machtsmiddelen: geld, middelen en organisatie om in te zetten
voor het reguleren van de samenleving
2. Verwerven van legitimiteit. De overheid dient aanvaard te worden als een geldige
gezagsdrager.



3

, 3. Legitiem staatsgezag is gedepersonaliseerd: legitimiteit is niet langer afhankelijk van het
charisma of de populariteit van één bepaalde leider, maar wordt bepaald door het geheel
van regels en instellingen.
4. Homogenisering: politieke systemen streven ernaar de regels op eenzelfde manier toe te
laten passen op het gehele grondgebied.


Natiestaat:
 Natie: een volk met gezamenlijke normen, waarden en geschiedenis. Naties zijn er dankzij
nationalisme.
 Door de natie wordt je aan je staat gebonden.
 Natie per staat kan federalisme bevorderen.
 De ontwikkeling van de natie hangt samen met die van de staat.

Welke rol speelt de staat?
Max Weber: realpolitik: het afwegen van kosten en baten om op die manier tot een besluit te
komen.
Karl Marx: de macht bepaald wat voor een staat je hebt.
 Elke staatsvorm is een weerspiegeling van de ‘ruling class’
 De moderne staat is kapitalistisch en deze staat bestaat om het kapitalisme te beschermen.
 De rechtsregels zijn alleen maar voor de ‘ruling class’.
Pluralisme: de staat is neutraal, het bestaat om macht te controleren
 Door competitie (niet alleen economie maar ook belangengroepen etc.) in de samenleving is
er minder gevaar van de concentratie van macht.
 Verschilt met weber want weber gaat over de actor die de staat speelt en pluralisme gaat
erover wat de staat doet van binnen uit.
Elitisme: de samenleving is bepaald door de elite
 Verschilt van Marx omdat de elite constant blijven en het is minder een weerspiegeling van
de economie.
 Klassiek elitisme: machthebbers zijn een samenhangende groep. Klasse apart van het
gewone volk. Gebaseerd op grondgebied en gekozen door hun ideologie of hun politieke
invloed.
 Modern elitisme: concurrentie tussen elites, maar het blijft onder de elite. Wordt steeds
meer internationaal. Elite blijft een klasse apart.

Soorten van macht
1. Beslissen en bevelen: 1st face
a. Actor a zegt actor b iets te doen. Actor b doet dit terwijl deze dat niet had gedaan als
het niet werd opgelegd door actor a.
b. Visible power: beslissen en bevelen
2. Hindermacht: 2nd face
a. De macht om iets te verhinderen. Agenda setting. De invloed op de mate waarin er
over thema’s gepraat, of niet gepraat wordt.
b. Hidden power
3. Ideologische hegemonie: 3th face
a. Macht door sociale normen en waarden. Het is niet zichtbaar, maar wel altijd
aanwezig. De bestaande orde wordt niet ter discussie gesteld.
b. Marx: vals bewustzijn. Zegt iets over hoe de samenleving in elkaar zit.
c. Invisible power
Het verschil tussen zichtbare en onzichtbare macht is problematisch, omdat we ervan uit kunnen
gaan dat macht wegglijdt van de politieke instellingen.


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller isabelvanheumen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.97. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.97  9x  sold
  • (2)
  Add to cart