100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Tentamensamenvatting Theory and History of European Integration $5.97   Add to cart

Summary

Tentamensamenvatting Theory and History of European Integration

 79 views  3 purchases
  • Course
  • Institution

This is a summary of Theory and History of European Integration. All lectures are summarized. It is appropriate for everyone who follows this course, both for bachelor and pre-master. The summary is half in English and half in Dutch.

Preview 4 out of 36  pages

  • October 28, 2020
  • 36
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Tentamensamenvatting THEI

Inhoud
HC 1........................................................................................................................................................1
HC 2........................................................................................................................................................1
HC 3........................................................................................................................................................4
HC 4........................................................................................................................................................6
HC 5......................................................................................................................................................10
HC 6......................................................................................................................................................13
HC 7......................................................................................................................................................17
HC 8......................................................................................................................................................19
HC 9......................................................................................................................................................19
HC 10....................................................................................................................................................21
HC 11....................................................................................................................................................23
HC 12....................................................................................................................................................25
HC 13....................................................................................................................................................27
HC 14....................................................................................................................................................27
HC 15....................................................................................................................................................30
HC 16....................................................................................................................................................32
HC 17....................................................................................................................................................32
HC 18....................................................................................................................................................33
HC 19....................................................................................................................................................35
HC 20....................................................................................................................................................35

HC 1
Introductie college. Geen stof.


HC 2
The German Question.

In Europa (eigenlijk hele wereld) is er een machtsevenwicht. Hierdoor ontstaat er niet één
grootmacht. Wanneer een staat weet dat andere staten gaan terugvechten als deze te machtig
wordt, probeer je ook niet machtiger te worden omdat je geen oorlog wilt. Duitsland heeft meerdere
malen dit machtsevenwicht gebroken.

De eerste die het machtsevenwicht schaadde was Napoleon (1799-1813). Hij was geen Duitser, maar
wel de eerste die het machtsevenwicht uit evenwicht bracht. Pas toen de andere landen samen
gingen werken, werd Napoleon verslagen. In 1815 was het Congres van Wenen waarin de grenzen
van het Napoleontische rijk weer werden hersteld naar hoe het daarvoor was. het Ancient Regime
werd weer ingesteld. België werd een bufferland tussen Frankrijk en Nederland. De UK werd een
‘holder of balance’. Wanneer landen het evenwicht verstoorde, mocht de UK ingrijpen.

1

,Duitsland was een federatie van kleine hertogdommen met Pruissen als grootste en machtigste.
Toen Duitsland zich ging verenigen werd het te machtig. Van 1870-1871 was er een oorlog onder
leiding van Otto van Bismarck. Duitsland viel Parijs (niet heel Frankrijk( binnen en overwon het.
Duitsland wilde aan Frankrijk laten zien dat het sterk en machtig genoeg was om heel Frankrijk te
overwinnen. Ze gaven Parijs weer terug aan Frankrijk. Ze wilde alleen hun macht en leger laten zien.
De UK had hier moeten ingrijpen, want het was een onevenwichtig machtsevenwicht, maar dit deden
ze niet.

Duitsland werd economisch steeds sterker. Ook ging het zich steeds verder ontwikkelen. Andere
staten wisten niet hoe ze dit tegen moesten houden. Er werden allianties gevormd. Van 1914 tot
1918 was de Eerste Wereldoorlog. Duitsland vocht een twee-fronten oorlog, namelijk tegen Frankrijk
aan de west kant en tegen Rusland aan de oostkant. De Duitsers kwamen niet zo ver als ze wilde en
moesten zich ingraven. De Eerste Wereldoorlog werd een loopgraven oorlog. Met het Verdrag van
Versailles werd de Eerste Wereldoorlog officieel beëindigt en kreeg Duitsland de schuld en Duitsland
moest geld betalen etc.

Tussen 1940-1945 was de Tweede Wereldoorlog. Opnieuw begonnen door Duitsland. Na deze oorlog
kwam de vraag hoe ervoor gezorgd kon worden dat Duitsland geen vierde keer een oorlog begint.
- In 1945 kwamen Churchill, Franklin Roosevelt en Stalin bijeen om de invloedssferen te
bespreken. Hun oplossing: Duitsland verdelen in verschillende invloedssferen. Berlijn zou
door allemaal worden geregeerd. Hierdoor zou Duitsland geen vierde oorlog kunnen
beginnen. Het idee was dat dit niet voor altijd zou zijn. De landen zouden blijven
communiceren, maar door de Koude Oorlog ging dit niet goed.

Duitsland is een economisch machtig land. Het heeft de middelen om groter te groeien op een
stabiele en sterke manier. Duitsland is de sterkste en stabielste economie van Europa. Innovatie is
een hoofdelement voor economische macht en Duitsland heeft hier de middelen voor.

The European Steal and Coal Community (ESCC/EGKS).
Jean Monnet (Franse zakenman en internationaal ambtenaar) zei in 1949 dat iedereen in Frankrijk
ervan overtuigd was dat Duitsland weer zou binnenvallen. Ondertussen had Frankrijk nog steeds een
zwakke economie door de oorlogsjaren. Frankrijk wilde haar economie weer op gang helpen en de
enige manier waarop dat zou werken is als ze hulp kregen van de Duitse economie. Maar ditw as
gevaarlijk want daardoor werd Duitsland weer te machtig en zouden ze weer een oorlog kunnen
beginnen.

De vragen na de Tweede Wereldoorlog waren:
- Hoe kan een nieuwe oorlog in Europa worden voorkomen?
- Hoe kan de Europese economie weer worden hersteld?
- Hoe kan het communisme worden gestopt?
Het antwoord op deze vragen was: Europese integratie.

Monnet vond dat het machtevenwicht niet meer werkte. Het was te onzeker en te makkelijk te
veranderen waardoor er oorlog ontstond. Het hielp ook niet bij het opbouwen van de economie.
Monnet zocht steun bij Robert Schumann (Franse minister van buitenlandse zaken). Op 9 mei 1950
presenteerde Schuman zijn plan.
- Hij wilde kolen en staal tussen Frankrijk en Duitsland onder een supranationale organisatie
scharen. Hierdoor werd de economie van Frankrijk versterkt en werd Duitsland niet te
machtig.
Toch was er weinig vertrouwen tussen de twee landen. Duitsland wilde niet dat Frankrijk van hun
profiteerde en Frankrijk wilde niet dat Duitsland te machtig werd.

2

,De VS oefende druk uit op Duitsland om haar industrie te dekartelliseren. Als de Duitse economie
geen kartel meer was, werd de kans op oorlog ook weer kleiner. Verder was West-Duitsland een
potentiële bondgenoot voor de VS.

De Franse overheid stemde uiteindelijk in met de Kolen en Staal gemeenschap omdat dit de enige
manier was om hun economie weer op te bouwen. De VS beloofde dat wanneer Duitsland iets geks
deed, dat ze meteen in zouden grijpen. Hierdoor werd het security dilemma opgelost en kon er een
besluit genomen worden.

Waarom was Duitsland het ook eens met deze overeenkomst?
De basisideeën van Adenauer (toenmalig Bondskanselier van Duitsland):
- Verzoening (reconciliation) met Frankrijk. Het is makkelijker om goede buren te zijn dan
vijanden.
- Gleichberechtigung. Duitsland wilde hetzelfde behandeld worden als de andere landen na de
oorlog. Dit gebeurde natuurlijk niet omdat Duitsland de oorzaak was van alle oorlogen. Met
het verdrag hoopte ze dat ze wel gelijk behandelt moesten worden omdat het een verdrag
was.
- Westbindung. Adenauer wilde het duidelijk maken voor Oost-Duitsland dat West-Duitsland
deel uitmaakte van Europa en niet van het communisme. De
sociaaldemocraten/communisten wilde wel iets met de Sovjet Unie beginnen, maar
Adenauer wilde juist Westbindung.
Nederland was niet enthousiast over de Kolen en Staal gemeenschap. Ze vonden het geen goed idee
voor Frankrijke en Duitsland. Nederland vroeg zich af wie de supranationale organisatie zou gaan
leiden. Frankrijk en Duitsland waren grootmachten en Nederland was bang dat deze ook de
organisatie zouden overnemen. Nederland wilde een ministerraad zodat alle lidstaten mee konden
stemmen/praten en veto recht hadden. Nederland wilde een intergouvernementeel systeem en
geen supranationaal systeem wat de bedoeling was.

Instituties in Luxemburg:
- High Autority (hoge autoriteit).
o Jean Monnet was het hoofd van dit instituut. De lidstaten spraken over het algemene
doel van de organisatie. De deelnemende lidstaten waren er niet voor hun eigen
land, maar voor het algemene doel van de organisatie.
- Council of Ministers
- Parliamentary Assembly (national MP’s)
o Elk land stuurde een afgevaardigde.
- Court.

Inhoud van EGKS:
- Dekartellisatie van de Duitse kolen en staal markt.
- Transitieperiode naar een douane-unie (custum union) voor kolen en staal: een stap richting
open grenzen
- Gelijkmakende fondsen voor het opbouwen van de (zwakkere) economieën na de oorlog.
- Geleidelijke harmonisatie van arbeidsvoorwaarden tussen de lidstaten.

OP 20 APRIL 1951 WERD DE EUROPESE GEMEENSCHAP VAN KOLEN EN STAAL ONDERTEKEND IN
PARIJS.

European Defence Community 1951:



3

, De Korea oorlog begon. Amerika wilde haar verdediging aan het westen versterken, maar ze wilde
niet de hele tijd over komen vliegen. Amerika vond dat het westen (Europa) haar eigen boontjes
moest gaan doppen. Amerika had de capaciteit van West-Duitsland ook nodig om het communisme
terug te dringen, maar de Franse wilde niet dat het leger van Duitsland werd vergroot.
René Pleven zei toen: laten we een supranationale organisatie opzetten en het Duitse leger onder
supervisie houden. Elk land in Europa had dus een onafhankelijk leger, behalve Duitsland.
- Dit plan voldeed niet aan de gleichberechtung en wanneer zet je een supranationaal leger
in? Er was nog geen internationaal defensiebeleid dus een internationaal leger werd moeilijk
te handhaven.
De European Defence Community is nooit ontstaan. De overige landen waren bang voor de opkomst
van Duitsland en ook de UK wilde niet meedoen.

In de vredesakkoorden van Parijs in 1954 kwam er een intergouvernementeel defensieplan (WEU).
De UK deed heir ook aan mee. Het was de belofte dat wanneer iemand werd aangevallen, de rest
terug zou vechten. Een aanval op 1 is een aanval op allen. Het was een intergouvernementele
organisatie waarin de lidstaten veto recht hadden.
- In de vredesakkoorden van Parijs in 1954 werd West-Duitsland ook weer een onafhankelijke
staat.
West-Duitsland voegde zich bij NATO. Amerika vond dat fijn want Duitsland was een machtige speler
in het westen voor het terugdringen van het communisme en zo konden de rest van de lidstaten een
oogje in het zeil houden.

De gelijkenissen tussen het plan van Pleven, de EDC en het Schuman plan is supranationalisme en
unequal treatment of the parties involved.

HC 3
The rescue of the Nation-State. The treaties of Rome, EEC and Euratom.

JE MOET HET VERSCHIL TUSSEN SUPRANATIONAAL EN INTERGOUVERNEMENTEEL WETEN.

De wereld was bang voor een nieuwe wereldoorlog. Er was veel onstabiliteit. De economieën
moesten opnieuw gebouwd worden, maar landen wilde geen dreigende situatie veroorzaken door te
snel te machtig te worden. Verder was er vraag naar meer sociaal beleid vanuit de politiek.

BELANGRIJKE MENSEN OM TE ONTHOUDEN: JEAN MONNET, PAUL-HENRI SPAAK EN JAN-WILLEM
BEYEN.
Monnet en Spaak kwamen op het idee van een soortgelijk EGKS, maar dan voor transport.

Beyen dacht meer aan een gemeenschappelijke markt/open markt. Dat zou volgens hem zorgen voor
een betere economie. Ook zal dat de kans op oorlog verminderen omdat de economieën van landen
met elkaar verbonden zijn. Beyen dacht voornamelijk aan economische voordelen. Hij was niet per se
bezig met oorlog en vrede. Beyen was ervan overtuigd dat de Nederlandse economie er niet meer
bovenop zou komen als dit plan niet uitgevoerd zou worden.
- De reacties hierop waren terughoudend. Niemand wilde dat de economie van Duitsland te
groot zou worden dat het weer een oorlog zou beginnen.

Franrijk (Guy Mollet) had een grote agricultuur. Frankrijk wilde haar eigen welfare state bewaren en
haar eigen ding blijven doen, maar wel profiteren van anderen. In principe wilde Frankrijk wel
ontvangen van de gemeenschappelijke markt, maar niet geven. Ook wilde Frankrijk controle houden
over haar eigen defensiebeleid, maar wilde meer zeggenschap over kernenergie. (Euratom)



4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller isabelvanheumen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.97. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.97  3x  sold
  • (0)
  Add to cart