Aandacht -> mentale activiteit waarbij op een specifiek deel ban binnenkomende informatie wordt
ingezoomd en de rest van de informatie vervaagt.
Aandachtsboog-> tijdsduur waarin men de aandacht op specifieke informatie kan richten.
Accommodatie-> Piagets term voor het proces waarin nieuwe ervaringen aanleiding geven tot
verandering en uitbreiding van de bestande schema’s.
Adaptie-> het zich aanpassen aan de eisen die de omgeving stelt.
Adolescent-> jongeren of jeugdige in de leeftijd van 1 tot 18 jaar.
Agressie-> alle gedrag waarmee men bewust een ander of diens eigendom schade toekent.
Aids-> verworven immuunziekte die een gevaar vormt voor het ongeboren kind.
Ambivalent gehecht-> angstig gehechte kinderen die in een stressvolle episode van de
vreemdesituatieprocedure meer hechtings- dan exploratiegedrag vertonen. Zijn klampen zich vast
aan de opvoeder en wijze deze tegelijkertijd af.
Anale fase-> Freuds 2e psychoseksuele stadium van 1-3 jaar, waarin de anus het centrum van genot is
en het ophouden of zich ontdoen van ontlasting de belangrijkste vorm van lustgevoelens vormt.
Apgarscore-> beoordeling van 5 kenmerken die een indicatie geven voor de fysieke conditie van de
zuigeling, respectievelijk 1 en 5 minuten na de geboorte.
Arousal-> geeft de graad van mentale alertheid weer. Een sterke arousal betekend een fysieke en
mentale staat van opwinding.
Assimilatie-> Piagets term voor het proces waarin nieuwe ervaringen binnen de bestaande schema’s
worden ingepast. De oorspronkelijke ervaring kan vervormd worden om dit inpassen mogelijk te
maken.
Associatief spel-> kinderen wisselen ervaringen uit en geven commentaar op elkaars spel. Maar van
een taakverdeling of gemeenschappelijk del is nog geen sprake.
Autisme -> een ontwikkelingsstoornis met als kenmerk beperking in de sociale interactie en
communicatie.
Automatisering-> houdt in dat een mentaal verwerkingsproces steeds vlotter verloopt en steeds
minder aandacht opeist, naarmate men meer ervaring met dit verwerkingsproces opdoet.
Autonomie-> de onafhankelijkheid en zelfstandigheid waar de peuter in de fase van een zich
ontwikkeld bewust zijn naar streeft.
Autoritair leiderschap-> op dominante berustende stijl van leidinggeven, waarin men aan de
betrokken leden expliciete eisen stelt en hieraan sancties verbindt.
, Autoritaire opvoedingsstijl-> opvoedingsstijl gekenmerkt door sterke controle en geringe
genegenheid. Vaker straf dan belonding. Koud en afstandelijk.
Axon-> outputkanaal van de zenuwcel dat prikkels naar andere zenuwcellen doorgeeft.
Babybiografie-> een gedetailleerd observatieverslag van het gedrag van een baby over zekere
tijdsperiode.
Babytaal-> aangepaste, vereenvoudigde taal die door verzorgers teen het jonge kind wordt
gesproken en waarmee zij dient taalverwerking stimuleren.
Basisgeslachtsidentiteit-> term voor het prille besef van een jongen of meisje te zijn.
Behaviorisme-> stroming binnen de psychologie dat waarneembaar gedrag als enige object van
studie ziet en emoties en gedachten expliciet buiten beschouwing laat.
Bekrachtiger (reinforce, belonding, versterker) -> elke consequentie van bepaald gedrag die maakt
dat dit gedrag in frequentie zal toenemen.
Betrouwbaar-> een meting is betrouwbaar indien deze na herhaling door dezelfde of andere persoon
hetzelfde meetresultaat laat zien, mits de variabele zelf in de tussentijd niet verandert.
Big Five-> persoonlijkheidsstoornismodel dat uitgaat van 5 robuuste persoonlijkheidsdimensies.
BMI-index-> Body Mass Index is een maat voor lichaamsgewicht
Brabbelen-> het produceren van reeksen betekenisloze klinker-medeklinker combinaties.
Castratieangst-> angst van jongens die zich in de fallische fase (3-6 jaar) bevindt om de penis, bron
van lustgevoelen, te verliezen.
Cefalocaudale groei-> groeiproces dat het dichts bij het hoofd begint en zich geleidelijk naar beneden
verplaatst. Vergelijk met proximodistale groei.
Centratie-> het onvermogen zich op meer dan 1 aspect van een probleem te richten.
Chromosoom-> draadachtige structuur binnen de celkern waarop zich de genen bevinden. Elke
celkern beval 46 chromosomen.
Cohort (generatie)-> groep mensen die in eenzelfde periode geboren zijn en als leeftijdsgroep
dezelfde maatschappelijke en culturele ontwikkelingen meemaken.
Cohorteffect-> invloed van een maatschappelijke gebeurtenis die specifiek is voor een bepaalde
cohort.
Commitment-> keuzes en verplichtingen van de adolescent, waarmee de identiteitsvorming zijn
beslag krijgt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller romy-van_vliet. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.