100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Cognitieve Psychologie Aantekeningen $6.42
Add to cart

Class notes

Cognitieve Psychologie Aantekeningen

 17 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit zijn de aantekeningen van de hoorcolleges van het vak Cognitieve Psychologie (Rijksuniversiteit Groningen) uit het jaar 2020/202, tweede jaar. Bij deze aantekeningen staat exact wat er in het tentamen voor zal komen en overal staan illustraties bij zodat je de stof beter begrijpt.

Preview 10 out of 88  pages

  • October 28, 2020
  • 88
  • 2020/2021
  • Class notes
  • Unknown
  • All classes
avatar-seller
COGNITIEVE PSYCHOLOGIE AANTEKENINGEN


Cognitieve psychologie aantekeningen
08-09-2020: Hoofdstuk 1: Introduction
Cognitive Psychology: The science of the mind

d.h.van.rijn@rug.nl

Tentamen zal uit essayvragen bestaan.

Alles in de colleges is examenstof, hele boek is examenstof. Additional materials are not part of the
exam (apart of course, what is discussed during the lecture).

Best to read chapter before going into the lecture, since the lecture will expand on the material in
the chapter. Engage in meaningful encoding of the material: focus on meaning, connect new
concepts to familiar concept, actively organize the material for example: practice the essay-format
questions.

Hot to know what to learn in addition to questions: simple, be attentive, and see where the teacher
is passionate about.



What is cognitive psychology?

Cognitive psychology is the scientific investigation of human cognition, that is, alle our mental
abilities – perceiving, learning, remembering, thinking, reasoning, and understanding. The term
“cognition” stems from the Latin word “cognoscere” or “to know”. It is not a clearly defined concept.

It focuses on how knowledge is acquired, but also how knowledge is retained and used.

Mental processes: fundamental interplay between bottom up (the text you read) and top-down
knowledge (inferences based on your memory). Cognitive psychology: “the stuff that happens in the
minds”.



Mind-body problem

Dualism: body and mind are two different entities. The body is material and can be studies
scientifically, but the mind is non-physical. → Descartes

Dual-aspect Monism: brain and mind are different manifestations of the same substance, both sides
need to be studied. → Spinoza

Reductionism: contemporary view that cognitive mind-based concepts will eventually be explained
and replaced by biological events (e.g. transmitter releast) → now



History of cognitive psychology

Introspection: systematically experimenting. Mental world (thought, feelings, perceptions,
recollections). Process of “looking within” oneself and observing one’s own mental life. We just look
at the mind within. Thinking about what happens.

, COGNITIEVE PSYCHOLOGIE AANTEKENINGEN


Behaviourism: psychology needs to be based on objectively observable data. We should study the
input and the output.

Behaviourism uncovered principles of
behaviour change in response to stimuli, such as
rewards or punishments. However: different
stimuli can evoke the same behaviour, e.g. “pass
me the salt” and “salt!” cause the same behaviour;
the same stimulus (e.g. “all she gets to say is (in a
play): pass me the salt”) can evoke different
response depending on the interpretation of the
meaning of the stimulus. Mental processes that
underlie the cause of behaviour need to be
understood.

Tolman’s Maze

This study showed that rats had sort of spatial orientation, and that not only input causes output, but
that there is also some sort of cognition involved in it. We know where we’ve been, we know the
context. It’s al about the memory of past events.

Gerard Heymans: psychologism: whether behaviour is intelligent behaviour depends on the
character of the internal information processing that produces it. Computers were compared to
brains. A lot of metaphors come from computers, for example: ‘my brain is working slow’ or that we
huge the phrase ‘long-term memory’.



10-09-2020: Hoofdstuk 6 en hoofdstuk 7
Working memory & Short Term Memory

Wat is Short Term Memory?

Het geheugen van de informatie die op dit moment in het geheugen zit. Memory for information
currentl held in mind (not “saved to Long Term Memory”). Hierbij kijkt men vooral naar de duur
waarin iets is opgeslagen. Hoe lang duurt short term memory? In de psychologie is short term
memory echt maar een paar seconden, maar dan zou dat betekenen dat wat ik vanochtend als
ontbijt gegeten heb in mijn long term memory moet zitten.

Wat is Working Memory?

Specific theory of STM processing. Het gaat erom dat je informatie op dit moment in je geheugen
hebt, omdat je er op dit moment mee aan het werk bent. Emphasizing the role of WM for cognitive
abilities (reasoning, comprehension, etc.). Hier ligt de nadruk op dat we iets met de informatie aan
het doen zijn. Bijvoorbeeld het uitrekenen van 3x + 4 = 13.

, COGNITIEVE PSYCHOLOGIE AANTEKENINGEN


The Modal Model




Dit model klopt niet! Het is veel te simpel. Maar hij klopt wel op functioneel niveau.

Sensory memory store: de store voor de dingen die we waarnemen. Meest standaard hierbij is visual
memory.

Short term memory: volgens dit model kunnen daar zo’n 5-7 items voor ongeveer 15-30 seconden in
zitten. Als deze informatie niet herhaalt wordt / rehearsed wordt, dan vergeet je de informatie en
ben je het kwijt.

Lont term memory store: informatie wat echt voor altijd is opgeslagen. Er is geen manier om
informatie hier kwijt te raken.



Deze theorie is heel erg gebaseerd op
aandacht. Alleen door aandacht te
richten op bepaalde dingen die
binnen komen in de sensory memory
store, kun je informatie eruit plukken
en opslaan in je short term memory
store.

Als je iets niet ziet, dan zie
het je niet. De beelden zijn wss wel op
je retina terecht gekomen, maar
omdat je er geen aandacht aan
besteed hebt sla je het niet op.

Om informatie in de short term memory store actief te houden, moet je het blijven herhalen. Je
moet er volgens deze theorie op een bepaalde manier aandacht aan blijven besteden.

, COGNITIEVE PSYCHOLOGIE AANTEKENINGEN


Experiments supporting the modal model:

- Presented a long series of wordt
(e..g, 30)
- Perform free-recall afterward
- Look at the position in the list
(serial recall)

Je kunt van het plaatje opmaken, dat de
items op het begin beter worden
onthouden en de items op het einde beter
worden onthouden.

Het antwoord hierop is dat de laatste items nog in het werkgeheugen zitten en de eerste
items hebben veel aandacht gekregen en zijn daarom naar het lange termijn geheugen gegaan. Hoe
langer iets in het short term memory zit, hoe groter de kans dat de informatie naar het long term
memory gaat.

What will happen if we wait
after presenting the list?

Bij deze theorie zou het zo
moeten zijn dat de woorden
die na het wachten herhaalt
moeten worden in het lange
termijn geheugen opgeslagen
moeten zijn, omdat je deze
gedurende de 30 seconden
wachten constant herhaalt
hebt, en vandaar vanaf het
korte termijn geheugen, naar
het lange termijn geheugen
zijn gegaan.

What will happen if we
present the list of items at a
slower pace?

We verwachten hierbij dat de
woorden op het begin vooral
goed opgeslagen zijn en dat is
ook terug te vinden in de
data.

Deze data horen over het algemeen bij het Modal Momory Model

Waar is het sensory memroy store goed voor?

Sensory memory: characteristics

Registers all the information that hits our receptors (= large capacity). Rapid decay of this
information: within last than a second (= brief duration) → information can be integrated during that
one second.

, COGNITIEVE PSYCHOLOGIE AANTEKENINGEN


Het is een hele rijke opslag, voor een hele korte periode. Je hebt voor een korte periode hele rijke
informatie, die je kan gebruiken om te integreren.

Een voorbeeld hiervan: a sparkler can cause a trail of light when it moves rapidly. This trail occurs
because the perception of the light is briefly held in the mind. Hierdoor kun je ook beweging zien. Dit
wordt the persistence of vision genoemd: the perceptual trail of sparklers: a creation of the mind.

Het visuele system wordt het iconic memory systeem genoemd.

Het auditieve systeem wordt het echoic memory systeem genoemd.

Bijna alle dingen die we zien, zijn er wel even, langer dan 2 milliseconde, waardoor we ze goed
kunnen waarnemen. In het auditieve systeem heb je pech als je niet hebt geluisterd. Er is geen
manier meer om nog een keer te luisteren. Unlike visual memory, in which our eyes can scan the
stimuli over and over, the auditory stimuli cannot be scanned over and over.

Het echoic memory systeem lasts for a few second (3 or 4 sec) after presentation of the original
stimulus. Je moet dit zo zien als dat het eerste wat je dacht dat je gehoord had niet het goede was,
waardoor je het herinterpreteerd. Er vallen een paar stukjes weg, maar doordat het het echoic
memory hebt, pak je bepaalde stukjes bij elkaar, om zo toch tot het goede te komen.

Haptic memory for touch en geur en smaak

Hier is haast geen onderzoek naar gedaan, omdat ze verschrikkelijk moeilijk zijn te onderzoeken.



Sensory memory function

1. Collecting information to be processed.
2. Holding the info briefly while initial processing is going on.
3. Filling in the blanks when stimulation is intermittent (het invullen van gaten, wanneer je iets
gemist hebt).



Information coding in STM

- Coding: how is information represented in the mind?
- Determines the way in which it can be remembered.
- Different kinds of mental coding, e.g.,
• Auditory
• Visual
• Semantic



Auditory coding

Example: representing the sound of a person’s voice. Also: memory of letters (better: phonemes),
words, numbers, etc.

STM experiment (Conrad, 1964)

- Subjects saw several letters flashed on a screen and then were asked to write them down.

, COGNITIEVE PSYCHOLOGIE AANTEKENINGEN


- Errors: confusion with letters that sounded like target letter (S or X instead of F). Ze maken
dus fouten bij letters die gelijksoortig klinken. Ondanks dat de letters alleen maar visueel
werden aangeboden, hadden de kandidaten een representatie van hoe de letters klinken.

Remembering a telephone number: we repeat its sound over and over instead of imagining what the
numbers look like.



Visual coding

Remembering figures, maps, floor plans, etc. requires visual coding. Dit is informatie die niet
gemakkelijk te verbaliseren is, maar mensen kunnen het toch makkelijk onthouden.

Experiment with native speakers of Chinese (Zhang & Simon (1985))

- In het chinees heb je bepaalde basiselementen van letters, zogenaamde radicals. Deze
radicals hebben geen geluid aan zich gekoppeld, maar het zijn wel elementen die veel
terugkomen in Chinese tekens.
- Aan de andere kant heb je characters, deze bestaan uit radicals met nog andere informatie
eromheen. Dan kan je het opeens uitspreken. Radicals hebben geen direct / semantische
betekenis en geen uitspraak, characters hebben wel een betekenis en wel een uispraak.

Bij het experiment worden de radicals enigszins wel opgeslagen, maar wanneer ze in characters
gebruikt worden, worden ze beter opgeslagen. De radicals worden opgeslagen door puur alleen
visuele coding, de characters worden opgeslagen door de combinatie van visuele en auditieve
coding. Hieruit blijkt dat je niet persé woorden nodig hebt om iets te onthouden. Je kan de vorm van
een vlek onthouden.



Semantic coding

Semantic Proactive
Interference!

Simple STM Task

- Listen to three words
- Count backwards for
15 seconds
- Recall the words



How is STM capacity assassed?

Bij een experiment moesten de
kandidaten telkens drie letters
onthouden. In de tussentijd moesten
ze telkens van honderd terugtellen in
stappen van drie, totdat er een
signaal kwam. Bij dit signaal moesten
ze de drie letters weer opnoemen. Na
drie seconde wachttijd tot het signaal

, COGNITIEVE PSYCHOLOGIE AANTEKENINGEN


kon grotendeels van de deelnemers de letters nog opnoemen. Na 18 seconden vrijwel niemand.
Hieruit blijkt dat de grote van het korte termijn geheugen tussen de 3 en 18 seconden zit.

Proactive interference komt doordat er informatie in je geheugen nog actief is.



Proactive interference

Interference that occurs when information that was learned previously interferes with learning new
information. For example: getting a new PIN number, memory for the old number will interfere with
memory for the new number, especially if the new number is similar to the old one. Er moet
gelijkenis zijn om echt proactive interference te kunnen hebben.

Interference is a basic mechanism for forgetting. It is happening constantly, as one event follows the
next in everyday life. Consequence: the effective duration of STM is about 15-20 seconds: given that
active control processes – such as rehearsal – are prevented.



Capacity in terms of size

The capacity of STM

There is a limit to how much information can be held in STM. Typical measure: digit span: the
number of digits that a subject can reproduce without errors. Hieruit blijkt dat mensen tussen de 5
en de 8 digits kunnen onthouden. Sommige mensen kunnen veel meer nummer onthouden, omdat
ze het op een bepaalde manier kunnen coderen. Hierbij gebruikten ze een vorm van chunking,
bepaalde getallen kennen ze gewoon, waardoor ze combinaties kunnen maken bij de cijferreeksen.

The capacity of Iconic Memory

Eerst krijg je zo’n soort stimulus te zien daarna krijg je dit te zien




Hierna moet je vertellen hoeveel van de letters je nog weet. Als je deze twee plaatjes achterelkaar
krijgt is de kans klein dat je veel van de letter nog kan benoemen.

Als er deze stimulus getoond word met deze erachteraan




Is de kans veel groter dat je bijna alle vier de letters wel kan benoemen.

, COGNITIEVE PSYCHOLOGIE AANTEKENINGEN


How many items can you hold in STM?

The magical number seven, plus or minus two → is onzin

We kunnen dingen gemakkelijker onthouden door chunking.



Chunking

The ringtail monkey jumbed widly for the young child at the city zoo. (dit waren in eerste instantie allemaal
aparte woorden, daarna tot paren gevormd en daarna tot een zin gemaakt).

How many items does the sentence about the child consist of? 8, 3, or 1? Small units can be
combined in units (words, phrases, sentences, paragraphs, stories…).

Chunk: a collection of elements that are strongly associated with one another, but are weakly
associated with elements in other chunks – e.g., rintail is strongly associated with monkey.

Chunking can increase our ability to hold information in STM:

- Unrelated words: 5-8
- Words that together form sentences: 20+

Meaningfulness of chunks is derived from LTM: for example STM for the position of chess pieces. Bij
dit voorbeeld gaan amateurschakers spleen tegen professionals. Hierbij krijgen ze twee
schaakborden te zien en is daarna de vraag hoeveel posities ze nog kunnen opnoemen. Hieruit kwam
naar voren dat de professioneel spelers de ‘random’ bord posities beter konden opnoemen. Dit komt
waarschijnlijk doordat ze meer ervaring hebben en daardoor bij bepaalde posities iets in hun lange
termijn geheugen hebben staan over die positie en daarom de positie weer kunnen opnoemen. Ze
hoeven dus alleen de definitie van iets wat ze al kennen op te slaan, terwijl de amateurs iets volledig
nieuws moeten opslaan.



15-09-2020: Hoodfstuk 6 en hoofdstuk 7
Learning and Memory

“Learning is the process of acquiring new information, while memory refers to the persistence of
learning in a state that can be revealed at a later time”.

, COGNITIEVE PSYCHOLOGIE AANTEKENINGEN


De functionele architectuur van geheugen / the functional architecture of memory




Explicit memory wordt ook wel declarative memory genoemd, omdat je hier bewust toegang tot
hebt.

Implicit memory wordt ook wel non-declaritive memory genoemd, omdat je wel gebruik kunt maken
van de kennis in je gedrag, maar je hebt er geen bewuste toegang toe.

Het episodisch geheugen is eigenlijk het autobiografisch geheugen. Memory of specific events.
Kennis die aan bepaalde situaties zijn gekoppeld.

Semantisch geheugen is algemeen geldige kennis, niet gekoppeld aan een specifieke omstandigheid,
tijd of plaats.

Elk van deze subsystemen is gelokaliseerd op een bepaalde plek in het brein.

, COGNITIEVE PSYCHOLOGIE AANTEKENINGEN


Stages of memory

Acquisition/encoding: important factors: levels of processing
(hoe je met de informatie omgaat), engagement (actieve
leerhouding), study time, information load (complexiteit van
de informatie). Coderen, bestuderen van de informatie.

Retention/storage: important factors: retention interval (hoe
lang duurt het interval), rehearsal, decay, interference. Opslag
stadium.

Retrieval: important factors: retrieval cues (strategy),
encoding, test method (de methode die gebruikt wordt om
jouw kennis te toetsen) (recall / cued / recall / recognition),
kun je bewust de informatie/geleerde kennis herhalen.

Door neurotechnologie, dus hersenscans etc., kunnen we kijken in de hersenen en kunnen we kijken
hoe de processen van encoding, storage en retrieval gebeuren. Hierdoor kunnen we ook zien, dat
wanneer iemand iets vergeten is, in welk stadium van informatieverwerking dat mis is gegaan.

Need for engagement: maintenance vs. elaborative/relational rehearsal

Kwaliteit van de geleerde informatie hangt heel erg af van hoe actief je met de geleerde informatie
omgaat.

Je kunt rehearsal toepassen om dingen in het korte termijn geheugen te houden. Dit is een vrij
passieve vorm van rehearsal ook wel maintenance rehearsal genoemd. Je probeert hier niks extra’s
bij te doen om de items vast te blijven houden, je probeert ze alleen maar actief te houden in het
korte termijn geheugen. Dit levert heel weinig op bij de representatie.

Hiernaast heb je elaborative/uitbreidende/relationele rehearsal, die van veel betere kwaliteit is dan
maintenance rehearsal.

Involves little (mindless/mechanical) vs. much thinking about what to-be-rememberd items mean,
how they are related to one another and to other things you already know.



Levels of processing theory: Three basic assumption

- Representations in memory (learning) are automatic by-products of information processing
(memory traces). Als je met de informatie aan de slag gaat, op een oppervlakkige of een
diepe manier, het zorgt allebei tot activatie factoren in het brein. Deze activiteit laat sporen
na, ook wel restactiviteit/residuele activiteit genoemd. Meer interessante sporen zijn
blijvende sporen. Er ontstaan geheugen sporen.
- Information processing proceeds from shallow/superficial to deep (semantic) aspects of the
material (engagement). Eerst krijg je oppervlakkige verwerking, bijvoorbeeld hoe iets eruit
ziet, daarna moet je je bezig houden met diepere verwerking, waarbij je bezig gaat met de
betekenis van de informatie en ook gaat koppelen aan dingen die je al eerder hebt geleerd.
- The quality (duration/robustness/strength/richness) of representation (traces) increases as
material is processed at deeper levels, more actively engaged with (elaborative vs.
maintenance rehearsal). Geheugensporen nemen toe naarmate informatie op een dieper
niveau is verwerkt.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jlmkuipers. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.42. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.42  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added