Samenvatting van de te kennen tentamenstof voor het vak Ouderenpsychologie aan de OU. De Samenvatting behandelt de te kennen leerstof per thema in dezelfde volgorde als de opdrachten in Youlearn (handig dus).
Als je de samenvatting grondig studeert, en daarnaast de opdrachten en oefententamens in Y...
THEMA 4 ........................................................................................................................................................................... 26
Youlearn 4.1: Perspectieven op veroudering in relatie tot werk en pensionering ................................................... 26
Youlearn 4.2: Meerdere rollen in werk- en privédomein ..................................................................................................... 27
Youlearn 4.3: Pensionering ............................................................................................................................................................... 27
1 Inleiding
§ ouder worden = thema dat mensen intrigeert
à oorzaak: stijging levensverwachting, veelbesproken in politiek en media, interesse voor zz
2 Wat is oud?
2.1 Veranderende levensloopindelingen
§ begin ouderdom ~ pensioenleeftijd (67+), lid ouderenbond, jonge en oudere ouderen, ...
§ dubbele vergrijzing: levensverw blijft stijgen op jonge (<kindersterfte) en oude leeftijd (>100)
§ driedeling in levensloop: kinderen en jeugdigen (0-20), volw (20-65), ouderen (65+)
§ rapport Verkenning levensloop indeling in vijf fasen:
1) vroege jeugd (0-15)
2) jongvolwassenheid (15-30)
3) consolidatie en spitsuur (30-60)
4) actieve ouderdom (60-80) of 'verlengde middelbare leeftijd' + fase voor en na pensioen
5) intensieve verzorging (80+)
2.2 Beeldvorming
§ media: 'alarmerende beeld' (kosten voor zorg vs blijven deelnemen aan maatschappij)
§ werk: te veel focus op ontziemaatregelen (vb: leeftijdsvakantiedagen/seniorenverlof)
ipv werkzaamheidsbevorderende maatregelen
§ zorg: 'zelfstandigheid' nu = thuis wonen
§ communicatie arts - oude patiënt: vooroordelen + stereotypen
2.3 Feit en fictie
§ ouderen laatste jaren meer gezondheidsproblemen dan vroeger
§ meer mensen willen doorwerken na pensionering (werken = fijn, geeft zin aan leven)
§ veel vrijwilligers: 1/3 van mensen tussen 55 en 74 jaar, gemiddeld 6u/week !
=> grote economische waarde (min. 1/5 van pensioenuitkering)
2.4 Diversiteit in ouder worden
§ ouder worden best zien als proces ipv enkel koppeling aan kalenderleeftijd
§ diverstiteit in maatsch positie, individuele verschillen en binnen een individu
§ welbevinden van ouderen doorgaans niet slechter dan dat van jongeren
3 Ontwikkelingen in visie op gezondheid en zorgbeleid voor ouderen
3.1 Zorg voor ouderen
§ healthy ageing-model van de WHO: gezond ouder worden van belang om functioneren zo
veel mogelijk te bevorderen en behouden
® meer aandacht voor veerkracht, zingeving en welbevinden
® verzorgingsstaat => participatiesamenleving (burgers zelf verantw vr gezondh en welzijn)
® meer differentiatie en pluriformiteit in zorgaanbod en -uitvoering (patiënten meer keuze)
§ nuancering: enkel nadruk op autonomie & zelfbeschikking = probl. voor kwetsbare mensen
à evenwicht vinden tss onrechtvaardige betutteling & gerechtvaardigde belangenbehartiging
2
,4 Ouderenpsychologie:
4.1 Psychologische hulpverlening aan ouderen
§ grotendeels hetzelfde, wel invloed van leeftijdsgerelateerde factoren
vb: problemen worden vaak klakkeloos toegeschreven aan ouderdom (~ onoplosbaar ?!)
à analyseren welke klachten aan leeftijd te wijten zijn en welke andere oorzaken hebben
à uitleggen dat er vaak iets kan worden gedaan om kwaliteit van leven te verbeteren
(ook al kunnen bv. chronische aandoeningen niet worden verholpen)
§ Fact. van belang voor aanpassing van psychologische behandeling v/d individuele oudere:
® CALTAP-model helpt om problemen in
juiste context te plaatsen
(te wijten aan ouderdom of niet?)
® stimuleert om zowel naar pos als neg
biopsychosociale aspecten v/h ouder
worden te kijken
= positive versus negative maturation
® specifieke omstandigh: komen relatief vaak
voor bij ouderen, maar zijn niet natuurlijk
vb: gehoorverlies, verweduwing, opname in
WZC, …
= specific challenges
® cognities en attitude v/d hulpverlener
behoren ook tot de (sociale) context!
5 Professionalisering ouderenpsycholoog
§ werkzaamheid in: ggz, vvt (verzorging-, verpleging- en thuiszorgsector), ziekenhuissector
(geriatrie en geheugenpoli’s) en psychologenpraktijken in de eerste lijn
§ toenemende behoefte:
® vergrijzing
® komende generatie ouderen meer vertrouwd met mogelijkheden van de psychologie
Extra: oefeningen YouLearn
§ Voordelen van positieve attitude t.o.v. de eigen veroudering:
® meer gezondheidsbevorderend gedrag, minder gevoelens van eenzaamheid, minder
depressieve gevoelens, betere functionele gezondheid, lager sterfteaantal
§ Aging Perceptions Questionnaire (APQ)
= vragenlijst voor het meten van de attitude tegenover de eigen veroudering
= originele vragenlijst (32 vragen) + verkorte versie (APQ-S, 21 vragen) met elk 7 dimensies:
1. chronische tijdslijn: bewustwording is altijd aanwezig
vb: ‘ik zie mezelf altijd als een ouder iemand’
2. cyclische tijdslijn: bewustwording is cyclisch (komt en gaat)
vb: soms voel ik me oud, soms niet
3. positieve consequenties: vb: naarmate ik ouder word, word ik wijzer
4. negatieve consequenties: vb: het ouder worden beperkt mijn mogelijkheden
5. emotionele representaties: geeft emotionele reactie van iemand weer over veroudering
vb: denken aan ouder worden maakt me somber
6. positieve controle: mate waarin je voelt zelf controle uit te oefenen op pos ervaringen
vb: de kwaliteit van mijn sociale leven op latere leeftijd, hangt van mijzelf af
7. negatieve controle: mate waarin je voelt geen controle te kunnen uitoefenen op neg
ervaringen
3
, Hoofdstuk 2: Levenslooptheorieën
1 Inleiding
§ focus op pathologie => focus op normale ontwikkeling op latere leeftijd
§ bredere persoonsgerichte visie nodig (niet enkel klachten en stoornissen, maar ook sociale
netwerk, bredere zorg, manier waarop ouderen leven, levenservaring, enz.)
§ Geestelijke gezondheid =
1. hangt samen met ontwikkeling in andere domeinen (psychol, biologisch, sociaal)
2. niet enkel afwezigheid van psych klachten, ook welbevinden en indiv. maatsch. functioneren
3. context: beelden van ouderen van belang voor manier van omgang met ouder worden
4. narratieve benadering: manier waarop ouderen eigen leven tot een verhaal maken
2 Levenslooppsychologie
§ ouderdom ≠ aparte levensfase, ouder worden = proces dat hele levensloop plaatsvindt
§ Paul Baltes: levensloopontwikkeling is multidimensioneel en multidirectioneel:
ontwikkeling vindt plaats in ≠ dimensies (fys, soc, psych)
® normale ontw kan groei betekenen, maar ook behoud van functioneren of achteruitgang
® verschillen tussen mensen nemen toe, enkel op zeer hoge leeftijd minder verschil owv
biologische veroudering
§ Disengagementtheorie: goed ouder worden = zich langzaam terugtrekken uit de samenleving
§ Activitytheorie: goed ouder worden = willen blijven deelnemen aan de samenleving
§ tegenwoordig geen vaste criteria voor ‘succesvol ouder worden’, maar wel benaderingen van
succesvol ouder worden als proces (vb omgang met ouder worden)
§ Ontwikkelingsregulatie: plasticiteit (zz aanpassen aan veranderingen + controle over leven) en
autonomie en sturing (leven zelf richting geven door keuzes te maken en doelen te stellen)
=> vormen van ontwikkelingsregulatie: soc-model (goed gebruik = succesvol ouder worden)
o Selectie: jongeren: keuzes maken, ouderen: waaraan meeste tijd besteden?
o Optimalisatie: doel = hoger niveau van functioneren bereiken, vb trainen voor iets
o Compensatie: achteruitgang opvangen om bestaand niveau van functioneren zo veel
mogelijk te handhaven, vb: rollator om mobiel te blijven
§ socio-emotionele-selectiviteitstheorie (SEST): levensloopontwikkeling kent 2 motieven
1. motief om dingen te leren
2. motief om emoties te reguleren (= op voorgrond bij beperkte levenstijd, vb: ouder worden
=> zaken die vertrouwd zijn krijgen voorkeur = positiviteitseffect)
3 Welbevinden
§ hedonistische visie: streven naar geluk en tevredenheid (emotioneel welbevinden)
§ eudemonische visie: zelfrealisatie en maatsch. integratie (psychol en soc welbevinden)
3.1 Emotioneel welbevinden
§ balans tussen pos en neg gevoelens
§ emotionele beoordelingen van eigen leven en domeinen ervan, vb: act, relaties, gezondheid
3.2 Psychologisch welbevinden
§ zelfrealisatie adhv 6 dimensies: zelfacceptatie, persoonlijke groei, doel in het leven,
omgevingsbeheersing, autonomie en positieve relaties
3.3 Sociaal welbevinden
§ 5 dimensies die beoordelen of iemand goed functioneert in de maatschappij:
sociale accepteptatie (aard v/d mens aanvaarden), sociale groei, sociale coherentie (sociale wereld
begrijpen), sociale bijdrage, sociale integratie
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller NaomiSimons. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.43. You're not tied to anything after your purchase.