Dit is mijn samenvatting van het eerste hoofdstuk van het boek "Algemene economie" en mijn notities uit de les.
Ik volgde dit vak (Algemene Economie) in mijn eerste bachelor Handelswetenschappen aan de UHasselt.
Hoofdstuk 1: Macro-economie
Wat is economie?
Behoefte schaarse middelen
Keuzeprobleem
Economie = wetenschap van schaarste (keuze, want middelen en tijd zijn beperkt). schaarste vormt
de essentie van het economisch keuzenprobleem
Schaartse = de middelen en de tijd zijn beperkt; ze volstaan niet om in alle behoefte te voorzien en
alle doelstellingen te realiseren. Het gevolg is dat er keuzes moeten worden gemaakt. Het is die
keuzeproblematiek die de economische wetenschap bestudeert.
Behoefte = het aanvoelen van een tekort en het verlangen om dit tekort aan te vullen. Heeft
betrekking op materiële (een brood, een huis) en immateriële goederen (diensten). Ze kunnen
zowel van individuele als collectieve (nationale) aard zijn.
Economische wetenschap = menswetenschap die zich bezighoudt met het menselijk keuzegedrag
wanneer er veel doelen (vrij) zijn maar er maar een beperkt aantal middelen zijn.
Scitovsky:
“Economie is een sociale wetenschap die tot voorwerp heeft het beheer van schaarse middelen.”
De schaarste vormt de essentie van het economisch keuzeprobleem
De economische wetenschap houdt zich bezig met (3 problemen):
1. Allocratieprobleem micro
Hoe/waarvoor gaat u uw geld uitgeven? = toewijzing
Hoe moet de toewijzing van de schaarse middelen aan de diverse aanwendingen gebeuren?
2. Distributieprobleem micro
We proberen de economie op een stabiel groeipad te krijgen; volledige aanwending van de
beschikbare goederen
3. Stabilisatieprobleem macro
De verdeling, wie krijgt wat? (verdelings- of distributieprobleem)
economie = keuzes maken alternatieven opofferen
Productiemogenlijkhedencurve:
= de verzameling van de efficiënte productiemogelijkheden.
CURVE VAN DE PRODUCTIEMOGELIJKHEDEN = alle mogelijke
combinaties van de productie van economische goederen die tot
stand komen bij volledige aanwending van de beschikbare
productiefactoren.vb. als het aantal beschikbare eenheden
arbeid 5 is, moeten de 5 eenheden verdeeld worden over de
twee producten. Zo kunnen de 5 eenheden ingezet worden voor
het eerste product en blijven er 0 eenheden over voor het
tweede product te produceren.
ECONOMISCH INEFFICIËNT = de beschikbare productiefactoren
worden niet volledig benut. Een gedeelte van de arbeid blijft
ongebruikt. (punt A)
1
, ONBEREIKBAAR = de huidige hoeveelheden beschikbare productiefactoren zijn niet voldoende om deze
mogelijkheid te kiezen. (punt X)
Opportuniteitskost
= de waarde van het beste niet gekozen alternatief
vb. concert gaan vs babysitten
vb. beroepsleger vs dienstplicht
Soldaat/maand Financiële kost opportuniteitskost
dienstplichtigenleger 10 euro 2000 euro
Het loon wat hij ergens anders zou
krijgen
beroepsleger 1500 euro < 1500 euro
want als hij ergens anders meer zou
verdienen, zou hij niet in het leger
willen werken
De opportuniteitskost van het dienstplichtigen leger ligt 500 euro hoger dan dat van het beroepsleger. Het
is zonde om hoogopgeleidde mensen nog naar het leger te sturen tegen hun zin om daar vaak niets nuttigs
te doen terwijl ze hun beroep konden uitoefenen waar ze hoge studies voor hebben gedaan.
Standpunt persoon; hij is niet blij met dienstplicht omdat hij dingen mist die van hogere waarde zijn.
Opportuniteitskost = de werkelijke kost van de gemaakte keuze zijn de waarde van het beste alternatief
dat men opgeeft door deze keuze te maken.
Diverse economische systemen
Centrale planning gemengde economie vrije marktsysteem
Vrije marktsysteem
Grondlegger: Adam Smith Wealth of Nations (1776)
De rijke landen zijn de landen waar een vrije marktsysteem is
we gaan iedereen vrij laten, alles regelt zichzelf, we hebben geen overheid nodig die beslissingen
neemt, V en A komt zelf tot stand, het wordt geregeld door de invisable hand
Marktmechanisme:
o Invisable hand = een automatische regelaar die vanzelf evenwicht in het economische leven
brengt.
o Prijsmechanisme = vervult drievoudige rol
De prijzen geven informatie over de relatieve schaarste en het relatieve nut van de
verschillende goederen
De prijzen geven signalen aan consumenten en producenten, die er hun beslissingen
op baseren
Het bepaalt de inkomensvorming
P zijn een weerspiegeling van de behoeften van de mensen.
Vb. bakker bruin brood
Stel V stijgt prijs bruin brood zal stijgen
winstkansen bakkers stijgen
productie bruin brood stijgt
Waarom bakt de bakker meer?
Eigen winst maximaliseren (= egocentrisch)
individuele rationaliteit leidt tot collectieve rationaliteit (Wat wil de maatschappij?)
prijs is signaal voor wat gewild is
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mariebergmans. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.